Apartheid

Geschiedenis (achtergrond) - Zuid Afrika


ontstaan geschiedenis


Voor de Apartheid had het racisme in Afrika al een lange voorgeschiedenis. Het vond zijn oorsprong in en rond de kolonisatieperiode. De blanken die naar Zuid-Afrika verhuisden waren steeds in de minderheid. Ze maakten namelijk slechts tien procent van de bevolking uit.

 

De blanke bevolking voelde zich dan ook al snel bedreigd. Zwarten die aan de macht probeerden te raken werden telkens tegengehouden door de blanke bevolking. Die wilden de ongelijke verhoudingen behouden. Na wereldoorlog twee had de blanke bevolking schrik dat de zwarten de macht zouden overnemen.

 

Rassenscheiding bestond al langer en was al eeuwen daarvoor gegroeid, maar was nooit officieel en wettelijk ingevoerd. De apartheid was onder meer een racistische invulling van het idee van soevereiniteit in eigen kring, dat bedacht was door de Nederlandse dominee Abraham Kuyper en een ideologische legitimering leverde voor de verzuiling. Toen India in 1947 onafhankelijk werd en binnen het Gemenebest bleef, besloot Hendrik Verwoerd (premier van Zuid Afrika en vaak de architect van de apartheid genoemd) de onafhankelijkheid van Zuid-Afrika binnen het Gemenebest aan te vragen.

 

De aanvraag werd verworpen met als argument dat het systeem van rassensegregatie geen gewenste regeringsvorm was. Het apartheidssysteem kreeg enorm veel kritiek, vooral van het Indiase lid van het Gemenebest. Ook Canada was fel tegenstander van het systeem. Uiteindelijk leidde juist deze kritiek tot de onafhankelijkheid van Zuid-Afrika, zonder dat het lid bleef van het Gemenebest. In 1948 werd de apartheidspolitiek in Zuid Afrika als eerste en enige land officieel ingevoerd.



regels en wetten


Tijdens het bewind geleid door de Nationale Partij in Zuid Afrika zorgde ervoor dat ondanks het feit dat de blanken slechts 14% deel uitmaakte van de totale bevolking van Zuid-Afrika, bezaten ze toch 86% van het land. De gemiddelde Zuid-Afrikaanse blanke verdiende 8 keer meer dan de gemiddelde zwarte. 

 

Het raciale planningsraamwerk waarbinnen de apartheid werd uitgevoerd door opeenvolgende kabinetten kan worden gekenschetst door een toespraak van Verwoerd uit mei 1952 als minister van Naturellen Zaken tot het Zuid-Afrikaanse parlement, waarin hij onder andere de volgende punten aanvoerde: elke (witte) stad moet één bijbehorende zwarte township hebben; deze moeten op een eenvoudige vervoersafstand van een stad moeten bevinden, het liefst door spoor- en niet door wegtransport maar ver genoeg om er geen “last” van te hebben.

 

Townships zouden zich op een aanzienlijke afstand van hoofd- en meer specifiek nationale wegen moeten bevinden, waarvan het gebruik voor lokaal transport (althans door veelal armere zwarten) zou moeten worden ontmoedigd.

 

Het apartheidsbeleid werd ingevoerd met officiële wetten, zoals de wet op verbod van gemengde huwelijken en dergelijke. Deze wetten verboden onder meer dat mensen van verschillende rassen konden trouwen zodat het ras zuiver gehouden kon worden.

 

Er was ook een wet voor het gebruik van vervoer en het binnentreden van gebouwen en/of openbare gelegenheden, namelijk de wet op aparte gerieven en zorgde ervoor dat zwarten op een apart strand moesten zwemmen, en de achterdeur van banken en winkels moesten gebruiken.

 

Het was ook niet toegestaan voor een blanke man om een zwarte vrouw alleen naar huis te brengen, een man moest zijn vrouw, of een vriend meenemen, anders kon diegene worden aangehouden en worden bestraft.


>> Lees hier de gehele Zuid-Afrikaanse GESCHIEDENIS


grote apartheid


Er werden tien "zelfstandige gebiedsdelen" voor de zwarte bevolking ingesteld, de zogenaamde thuislanden. Vier van deze thuislanden, Bophuthatswana, Ciskei, Transkei en Venda, werden door Zuid-Afrika als onafhankelijke staten beschouwd, maar door geen enkel ander land erkend.

 

De thuislanden omvatten slechts 13% van het totale landoppervlak van Zuid-Afrika (met name in Oost- en Noordoost-Zuid-Afrika), terwijl ze geacht werden uiteindelijk de gehele (snelgroeiende) zwarte stammen en volken van het land te huisvesten. Bovendien had de regering de meest waardevolle gebieden officieel aan de blanken toegewezen.

 

De thuislanden waren meestal dorre heuvelachtige stukken land, die ook meestal territoriaal geen eenheid vormden. Ze hadden vaak geen eigen industrie of andere significante werkgelegenheid of middelen van bestaan, waardoor de zwarte bevolking vaak buiten het thuisland zou moeten gaan werken.

 

De zwarten werd hun Zuid-Afrikaans staatsburgerschap ontnomen, en ze werden staatsburgers van een van de thuislanden, ook als ze daar niet woonden. Uiteraard wilden de meesten dit ook niet wegens de slechte werkgelegenheid. Wie echter als zwarte in 'blank' Zuid-Afrika bleef wonen werd daar beschouwd en behandeld als een vreemdeling, wat juridisch een additionele reden vormde om zwarten anders (veelal slechter) te behandelen dan blanken.

 

Ze waren nu immers buitenlanders of zelfs ongewenste vreemdelingen zonder papieren (indien niet ingeschreven in een thuisland vanwege de Wet op de Bevolkingsregistratie).


>> Lees hier over de Eerste Boerenoorlog


Einde aan het apartheidssysteem


Ondanks het feit Zuid-Afrika als gevolg van haar rassenbeleid uit vele internationale organisaties verbannen werd, werd niet afgeweken van het extreme rechtse beleid. Zuid-Afrika kreeg, vooral na 1968, vanwege de apartheid met een wereldwijde economische boycot te maken.

 

Pas toen Nelson Mandela in 1990 na 27 jaar gevangenschap werd vrijgelaten en met zijn partij ANC aan de macht kwam, werd de apartheid formeel opgeheven. In 1994 werden de eerste algemene, voor alle rassen toegankelijke, verkiezingen gehouden, waarna Mandela president werd.

Operatie Vula en Conny Braam

De Anti-Apartheidsbeweging Nederland, waarvan Conny Braam vele jaren voorzitter was, ondersteunde het Afrikaans Nationaal Congres (ANC) – de partij van Nelson Mandela en informeerde het Nederlandse publiek over de daden van het apartheidsregime in Zuid-Afrika. De AABN haalde de wereldpers in 1973. Toen werd aan het licht gebracht hoe Nederlandse bedrijven de door de VN ingestelde boycot van Rhodesië, het huidige Zimbabwe, op grote schaal ontdoken.

 

In 1986 wordt Conny Braam door een van de leiders van het ANC, bevrijdingsbeweging van Zuid-Afrika, gevraagd mee te werken aan de geheime Operatie Vula, die tot doel heeft de in ballingschap verkerende ANC-leiders ondergronds terug te sturen naar Zuid-Afrika om het verzet tegen de apartheid te coördineren en de communicatie tot stand te brengen met de verschillende verzetsgroepen en zelfs met Nelson Mandela in de gevangenis. Ze hielp met het opzetten van schuilplaatsen in Zuid-Afrika en met het binnensmokkelen van documenten.

 

Contacten

Ze verzorgde ook contacten in Europa, waar ANC-leden zich konden schuilhouden. Conny Braam heeft tal van bekende en onbekende landgenoten gevraagd hieraan mee te werken: theatermensen die zorgden voor vermommingen van ANC'ers, stewardessen die werkten als koerier, anderen waren bereid om in Zuidelijk Afrika onderduikadressen te bieden. Ze ontmoette veel prominente ANC-leden. In 1990 bezocht ze Zuid-Afrika voor het eerst.

 

Ze schreef er het boek Operatie Vula over; het boek is niet alleen een onthullend verhaal over de voorbereidingen, de uiteindelijke infiltratie van verzetsmensen, de arrestaties die in 1990 volgden en de ervaringen van de Nederlanders die hierbij betrokken waren, Conny Braam schrijft vooral over de unieke samenwerking tussen Zuidafrikanen en Nederlanders, die onder grote geheimhouding en vaak moeilijke omstandigheden opereerden.

 

Zij laat zien hoe Zuidafrikanen geen andere keus hadden dan in het verzet te gaan en geeft de ervaringen weer van Nederlanders die bereid waren huis en haard te verlaten om in Zuidelijk Afrika een dubbelleven te leiden. Dit zeer persoonlijke verhaal gaat over haar eigen ervaringen met trotse strijders, bange helden, verwarrend verraad en de Zuid-Afrikaanse geheime dienst, en over haar verlangen naar het land dat zij tot december 1990 nooit bezocht: Zuid-Afrika.

 

Alhoewel in Zuid-Afrika apartheid officieel ten einde is gekomen bestaat er bij verschillende mensen nog steeds een gevoel van minachting ten opzichte van bevolking met een andere herkomst of uiterlijke kenmerken. Iedereen die weleens in Zuid Afrika is geweest weet het nog een hele tijd gaat duren voordat dit land een goed gemengde gemeenschap gaat worden.

 

Het percentage van gemengde huwelijken in Zuid-Afrika is nog steeds erg laag en de gemeenschappelijke acceptatie is niet te vergelijken met die in Europa.



zie OOK: