Cesky Krumlov

Na m’n routineklusjes op de camping stap ik de auto in en doe de lichten aan (is verplicht in Tsjechië). Vandaag staat een van de grootste publiekstrekker in het land op het programma en ik pak een landkaart en leg deze open op de bestuurdersstoel.

Via de grote stad Ceske Budejovice (of Budweiser in het Duits) rijdt ik veelal over binnenwegen naar Cesky Krumlov. Als ik de stad binnenrijdt volg ik de borden centrum alhoewel ik niet op een duur parkeerterrein wil gaan staan waar ik een fortuin moet neerleggen voor een parkeerkaartje.

Ik vind niet ver van het centrum een plaats en vraag aan iemand die daar blijkbaar vlakbij werkt of ik hier echt niet hoef te betalen. Het stadje telt zo’n 15.000 inwoners dus echt groot is het niet.

Er volgt een straatje met aan weerszijden gekleurde koopmanshuisjes in een schitterende oude straat. Ik heb gelezen dat het grootste deel van de oude stad en het kasteel zijn gebouwd tussen de 14e en de 17e eeuw, vooral in Gotische, Renaissace, - en Barokstijlen. 

Aan de rechterkant herken ik de rode poort die leidt naar een open binnenplaats waar je een goed zicht hebt op de “ronde” toren waar ik eerder over sprak.

Deze heeft alle kleuren van de regenboog en is helemaal versierd met gekleurde fresco’s. Ik zie een verloren beer in de oude kasteelgracht rondbanjeren – totaal onnodig om zo’n beest hier op te sluiten en loop snel door.

Er staan wat oude (boeren)karren op het plein maar wat ik veel interessanter vind zijn de prachtige zwarte fresco’s op de muren van de wat lijkt op oude stallen.

Deze lopen helemaal door tot aan de dakgoot en ik heb dit eerder in de hoofdstad Praag gezien maar ook bijvoorbeeld in de Duitse stad Bamberg.

De eerste andere toeristen komen nu ook door de poort en ik realiseer mij opeens dat dit weleens de tweede grote bezienswaardigheid in Tsjechië is en ik een beetje moet doorlopen om niet straks in alle toergroepen terecht te komen.

Het kasteel wat na Praag het grootste is in het land, ligt op een richel boven de stad en is langwerpig van opbouw – je wandelt een hellend pad op, door een stenen poort onder wat gebouwen door allemaal gewelven en prachtig bewerkte plafonds. Het hele kasteel blijkt uit vele verschillende stijlen en in verschillende era’s gebouwd te zijn wat het geheel natuurlijk nog aantrekkelijker maakt. Binnen is een barok theater afkomstig uit de laat 17e eeuw.

Er worden vanwege “z’n” leeftijd jaarlijks maar 3 concerten gegeven die d.m.v. een gesimuleerd ouderwets “kaarslicht” luister bijgezet wordt.

Het is tijd om naar “beneden” te gaan en ik wandel dezelfde route terug al ga ik niet door de poort maar neem de kasteeltrappen naar de vallei.

Ik loop over de houten loopbrug en kom in een straat uit waar een vrouw op haar accordeon melancholieke liederen zingt en speelt; het past helemaal hier en ik had hier dolgraag geweest tijdens een bekend zomers festival hier.

Het hele dorp schijnt dan “aangekleed” te worden in Middeleeuwse stijl. Cesky is een labyrint van kleine smalle steegjes en straatjes met prachtige pleintjes en gekleurde huizen in alle stijlen. Jammer kun je alleen het feit noemen dat hier nog steeds auto’s mogen komen en je foto’s bederven.

Steeds meer groepjes toeristen (vooral Aziaten) vullen de straten waarvan het soms lijkt dat ze meer geïnteresseerd zijn in de vele souvenirwinkeltjes dan in de prachtige koopmanshuizen. Opeens sta ik voor de grote “St. Vitus” kerk, een ander symbool van Cesky. Het is een schitterende Gotische kerk uit de 15e eeuw met fresco’s uit diezelfde tijd. Het centrum bestaat uit niet meer dan een paar straatjes en na een paar rondjes ben je er doorheen.

Natuurlijk kan ik nog het Egon Schiele of het Streekmuseum ingaan maar ik vind het eigenlijk wel mooi geweest. Ik maak nog een extra rondje net buiten het centrum, twijfel nog even naar het kloostercomplex te aan maar besluit nog een wandeling te maken over de ringweg om vanaf de andere kant het centrum “in” te kijken. Vanaf hier kun je goed de “kasteeltuin” zien waar zomers ook een theater staat dat kan ronddraaien. 

Direct kijk ik op het raam als ik terug ben bij de auto en met een gerust hart zie ik geen (parkeer)ticket. Op de terugweg ben ik van plan nog een kijkje te nemen bij het Hluboka kasteel een paar kilometer ten noorden van Ceske Budejovice. Je ziet het al van mijlenver liggen, een wit schilderachtig kasteel boven op een berg.

Bij het dorp aangekomen blijkt dat het zicht op het gebouw mooier was van veraf en ik besluit niet nog dichterbij te gaan. Het is tijd om boodschappen te doen en richting huis te gaan.

Ik haal m’n wekelijkse boodschappen bij de “Penny” markt in het dorp en rijdt dan op “geluk” in een keer goed terug naar de camping.