ALGEMENE  INFORMATIE - Thailand

* Bijgewerkt t/m 2014 - wijzigingen voorbehouden


  • Klimaat
  • Geografie
  • Inwoners
  • Natuur
  • Dieren
  • Steden
  • Staat
  • Religie
  • Sport
  • Eten & Drinken

klimaat


Het grootste deel van Thailand heeft een tropisch moessonklimaat, te verdelen in drie seizoenen met een gemiddelde hoge dagelijkse temperatuur van 25°C. De temperatuur stijgt bijna nooit boven de 35°C en daalt nooit verder dan 16°C. Op de hoogste bergtoppen kan het wel eens vriezen en in de winterperiode kan het behoorlijk koel zijn met temperaturen rond de 10°C. De dag- en nachttemperaturen kunnen in het noorden en midden van het land zeer groot zijn, tot een verschil van 20°C. Het hete seizoen valt tussen maart en half juni, met april en mei als heetste maanden van het jaar; het is dan warm en droog met een temperatuur die incidenteel tot 40°C kan oplopen. In het zuiden en zuidoosten kan in deze periode nog een flinke regenbui vallen. 

 

In de regentijd, die duurt van midden juni tot november, heerst de natte zuidwestmoesson. Er kan dan, vaak in de namiddag of ’s avonds, in een korte tijd zeer veel regen vallen, met in de maand oktober zelfs kans op overstromingen. Moessonperiodes kunnen het ene of het ander jaar sterk van elkaar verschillen. In sommige jaren regent het zeer veel, in andere jaren is het weer veel droger. Vaak liggen er tussen de stortbuien meerdaagse droge perioden. In het noorden valt minder regen en het noordoosten is het droogste gebied van het land. De gemiddelde jaarlijkse neerslag over geheel Thailand bedraagt 1600 mm, waarvan ca. driekwart in de regentijd valt.  

 

De winter in Thailand duurt van november tot maart en deze periode waait de vrij droge noordoostmoesson. Het is dan droog en aangenaam weer (niet zo benauwd) en de gemiddelde temperatuur schommelt dan tussen de 25 en 30°C, met uitschieters naar beneden in het noorden en noordoosten. Deze periode is toeristisch gezien dan ook het hoogseizoen. Het zuidelijk schiereiland van Thailand heeft een eigen klimaat met neerslaghoeveelheden die vrij regelmatig over het jaar zijn verdeeld, maar in totaal valt er meer neerslag dan in de rest van het land; de meeste regen valt in oktober en november. Op het eiland Phuket regent het voornamelijk in mei-juni en op het eiland Ko Samui in oktober-november, vaak gepaard gaand met hevige stormen.


geografie


Thailand wordt in het oosten begrensd door Laos en Cambodja, in het westen door Myanmar en de Andamanse Zee, in het uiterste zuiden door Maleisië en in het zuidoosten door de Golf van Thailand, een onderdeel van de Zuid-Chinese Zee. Voor de kust liggen honderden kleine en grote eilanden, zowel aan de westkust als aan de oostkust.

 

Thailand is ongeveer 13x groter als Nederland.


inwoners


De inwoners van Thailand zijn afstammelingen van de vele volkeren die hier vanuit alle windstreken neerstreken. De huidige bevolking bestaat voor ca. 80% uit de Thai, die uit Zuidwest-China afkomstig zijn en in de 13e eeuw naar Thailand trokken. De Midden-Thai (de Siamezen) zijn de grootste groep en wonen op de centrale vlakte en in de delta van de rivier de Chao Phraya. De nauw verwante Zuid-Thai (Thai Pak Tai), de Lao en de Noord-Thai zijn andere grote Thaise bevolkingsgroepen. De Shan (Thai Yai) zijn ook verwant aan de Thai en bewonen de heuvels in het noordwesten, langs de grens met Myanmar. In de omgeving van Changrai woont nog een andere Thaise bevolkingsgroep, de Thai Lü. 

 

De belangrijkste minderheidsgroep wordt gevormd door de ca. zes miljoen Chinezen (Sino-Thai), die een belangrijk aandeel hebben in handel-, bank- en transportwezen. De meesten bezitten echter de Thailandse nationaliteit en zijn zonder veel problemen in de Thaise cultuur geïntegreerd. De eerste Chinese immigranten kwamen in de 14e eeuw als kooplui naar Thailand. Aan het einde van 18e en het begin van de 19e eeuw werd na lange jaren van oorlog de immigratie van Chinezen aangemoedigd, omdat zij konden helpen bij de wederopbouw van de economie. In het zuiden wonen Maleiers (ca. 4%), die zich door hun taal (Maleis) en godsdienst (islam) als minderheidsgroep onderscheiden. In het zuiden zijn ze de grootste bevolkingsgroep. De islamitische Maleise Thai voelen zich onderdrukt door de boeddhistische Thai en als reactie daarop ontstond een islamitische verzetsbeweging die niet terugdeinst voor aanslagen. Vooral in de steden werken nogal wat Indiërs, die oorspronkelijk uit verschillende delen van India komen. De Sikhs, afkomstig uit de Punjab, domineren de textielhandel. 

 

In de gebergten in het noorden woont een aantal zogenaamde bergvolken (verzamelnaam ‘Chao Khao’ of ‘bergstammen’), zoals de Karen, Meo, Yao, Lawa, Lahu, Lisu en Akha. Ze wonen in het gebied dat de Gouden Driehoek wordt genoemd, de woeste streek waar Thailand, Laos en Myanmar samenkomen Ze maken maar ca. 1-1,5% (500.000-800.000 mensen) van de totale bevolking van Thailand uit, maar vallen door hun taal, religie en kleding het meeste op en zijn het minst geïntegreerd. De bergvolkeren zijn verdeeld over 3500 dorpen in een vijftiental provincies. Oorspronkelijk waren het animisten, maar de meesten zijn door missionarissen gekerstend en anderen hebben zich bekeerd tot het boeddhisme. Het gebied is ook bekend geworden door de verbouw van papaver, de plant waar opium van gemaakt wordt. Op dit moment probeert de regering hen met redelijk veel succes ertoe te bewegen andere producten dan papaver te verbouwen. Zo zijn er al sinds 1965 geen papavervelden meer te zien in de echte “Gouden Driehoek’, aan de oever van de Mekong, waar zich het daadwerkelijke drielandenpunt bevindt. De autoriteiten hebben ze vervangen door andere gewassen: koffie en tabak. 

 

Er zijn meer minderheden in Thailand: 

  • In Thailand wonen bovendien nog enkele honderdduizenden Indiërs en Sikhs, waarvan er zich velen in de textielhandel hebben gespecialiseerd. Ze leven voornamelijk in de steden;
  • In het grensgebied met Cambodja zijn enkele streken waar Khmer leven;
  • Ook wonen er Mons in Thailand. De Mon vormden vroeger een aparte staat in het zuiden van Myanmar, maar ook gedeeltes van Thailand behoorden vroeger tot de Mon. Vooral in het oosten van de provincie Kanchanaburi zijn er veel Mons. 

In Zuid-Thailand leven nog enkele kleine bevolkingsgroepen, zoals de Ngo’s en de Chao Lae (‘mensen van de zee’) of Chanam, die ook wel bekend staan als zeezigeuners. Ze leven van de visvangst en van de verkoop van kostbare schelpen. Deze zeezigeuners komen mogelijk van de Andamanse of Nicobar-eilanden aan de overkant van de Andamanse Zee. De zeezigeuners van Phuket vestigden zich zo’n 200 jaar geleden in het gebied. Ze kwamen van de Mergui-archipel ten westen van het Birmese vasteland. Er zijn drie etnische groepen: de Moklen, de Moken en de Urak Lawoi. Zeezigeuners wonen in het Andamanse Zee-gebied op Ko Surin, Ko Phra Tong in Phangnga en verder op de eilanden Phi Phi, Lanta, Talibong, Tarutao en Langkawi. Ze hebben een eigen taal en een animistisch geloof. De Thaise regering beschouwd ze niet als burgers en ze hebben daarom geen politieke rechten en geen gewaarborgde veiligheid. 

 

Ten slotte telde Thailand enkele honderdduizenden vluchtelingen uit Cambodja, Vietnam en Laos. Zij waren uit hun land gevlucht als gevolg van oorlogen en onderdrukkende regimes. In 1992 en 1993 keerden de Cambodjaanse vluchtelingen onder begeleiding van de Verenigde Naties naar hun land terug. Langs de 2500 km lange grens met Myanmar bevinden zich ruim 100.000 tot de Birmese etnische minderheden Karen, Mon en Karenni behorende vluchtelingen in vluchtelingenkampen. Naar schatting wonen ca. 1,3 miljoen buitenlandse werknemers, van wie 986.000 illegaal, in Thailand. Ongeveer een vijfde van de bevolking van Thailand leeft in de steden. Door een sterke nadruk op gezinsplanning te leggen wist men de bevolkingstoename terug te dringen tot minder dan 1,5% per jaar. De bevolking is ongelijkmatig over het land verdeeld. De noordelijke hooglanden hebben de laagste bevolkingsdichtheid terwijl de centrale laaglanden en het zuidelijke deel van het schiereiland dicht tot zeer dichtbevolkt zijn.


natuur


Thailand heeft een gevarieerd landschap met beboste bergen, diepe valleien met snelstromende rivieren, bebouwde akkers met grote waterwegen, dichte regenwouden en gebieden met onvruchtbare, droge grond. Ongeveer de helft van Thailand bestaat uit bergachtig gebied en het land is te verdelen in vier natuurlijke landschappen: 

  • Het Noord-Thaise bergland bestaat uit de laatste uitlopers van de Himalaya, die min of meer parallel aan elkaar van noord naar zuid lopen. Langs de westgrens met Birma strekt zich een jong plooiingsgebergte uit dat van noord (gemiddelde hoogte 1500-2500 m) naar zuid (50-100 m) in hoogte afneemt;
  • Het westelijke bergland gaat in het noordoosten over in het Noord-Thaise bergland (gemiddelde hoogte 1500 m), dat door de belangrijkste vier bronrivieren van de Chao Phraya in een aantal bergketens, dalen en bekkens is versneden. De smalle valleien worden gevormd door de rivieren de Nan, de Yom, de Wang en de Ping;
  • De Doi Inthanon of Angka in het westelijke bergland is met 2576 meter de hoogste bergtop van Thailand. Deze streek staat ook bekend om zijn spectaculaire watervallen en een overvloed aan grotten, verborgen in de kalkstenen bergen;
  • Het centrale laagland ten zuiden van het Noord-Thaise bergland is een vruchtbare moerasbodem die zeer geschikt is voor rijstbouw, en opgebouwd uit het slib dat door de Chao Phraya of Mae Nam (moeder der wateren) en andere rivieren (o.a. Wang, Ping, Yom, Nan) wordt aangevoerd. Het gebied heeft vrijwel de vorm van en rechthoek en meet ca. 200 bij 440 kilometer. Het vlakke land wordt in het noorden en westen door gebergten begrensd en in het oosten door de heuvelruggen op de grens met het Khoratplateau. In dit gebied ligt onder andere de miljoenenstad Bangkok en het is tevens het belangrijkste industriegebied.

De Chao Phraya is de belangrijkste waterweg van Thailand, die ontspringt in het noorden en vlak onder de hoofdstad Bangkok in de Golf van Thailand uitmondt. Jaarlijks groeit de delta door aanslibbing ongeveer zes meter. De belangrijkste rivieren zijn de Chi en de Mun, die in de Mekong stromen, de op vier na grootste rivier ter wereld. De Thaise landtong in het zuiden wordt ingenomen door uitlopers van het westelijke bergland, met aan weerszijden veelal smalle kustvlakten. De kust is sterk geleed en het binnenland bestaat uit heuvels en regenwouden. De bergen hier zijn uitlopers van het Cardamomgebergte, een Cambodjaanse bergketen die trapsgewijs van 500 tot 1600 meter hoogte oploopt. Voor de kust liggen veel kleine eilandjes, waarvan het toeristische Phuket in de Andamanse zee en Ko Samui in de Golf van Thailand de bekendste zijn. Meest opvallend in dit gebied zijn de gigantische kalksteenformaties die uit de Andamanse Zee oprijzen. 

 

Men schat dat nog geen vijftig jaar geleden 70% van Thailand bebost was; tegenwoordig is dat nog maar 15%. Herbebossingsprogramma’s hebben maar weinig succes opgeleverd, integendeel, er worden nog steeds stukken bos illegaal omgehakt. Het land is betrekkelijk dun bevolkt, waarbij bovendien de grootste concentratie zich aan de kust bevindt. Toch hebben kaalslag van het bos, dierenhandel en weinig gereguleerde jacht veel schade aangericht. Tegenwoordig wordt meer aandacht besteed aan de natuurbescherming, die onder de dienst van het bosbeheer ressorteert; sinds 1961 bestaat in een aantal nationale parken hier en daar adequate bescherming. Thailand heeft nu ongeveer 80 nationale parken, inclusief 19 zeereservaten. Ca. 15% van het landareaal is beschermd gebied. Het eerste park was Khao Yai in Centraal-Thailand met een oppervlakte van meer dan 2000 km2. Het grootste natuurpark is Kaeng Krachan ten zuidoosten van Bangkok.


Dieren (fauna)


De zeer gevarieerde dierenwereld van Thailand behoort in het noorden tot de Indo-Chinese zone en in het zuiden tot de Soenda-zone, waarvan ook Maleisië en grote delen van Indonesië deel uitmaken. Tussen deze twee zones loopt een uitgestrekt overgangsgebied. Men schat dat 10% van de soorten vissen, 10% van de vogels, 5% van de reptielen en 3% van de amfibieën in Thailand te vinden zijn. Er zijn ca. 300 soorten zoogdieren, waaronder bantengs, gaurs, blaf- en dwerghertjes, sambarherten, geitantilopen, Maleise tapirs, panters, tijgers (nog maar een handvol langs de grens met Myanmar), Maleise beren, Birmese zonnedas, Tibetaanse zwarte beren, vliegende maki's en talrijke apen (waaronder kuifgibbons). De Javaanse neushoorn is waarschijnlijk geheel uitgeroeid, evenals de kouprey, een wild rund; misschien komt de Sumatraanse neushoorn nog wel in Thailand voor. 

 

De Thaise waterbuffel, iets kleiner dan zijn Indiase soortgenoot, is nog steeds een belangrijk dier voor de mensen op het platteland. Hij wordt vooral gebruikt voor het ploegen van de rijstvelden en verder wordt vrijwel alles van de buffel gebruikt. De Aziatische olifant is een belangrijk symbool voor Thailand en was vroeger onmisbaar bij de teakhoutproductie. Er zijn twee soorten olifanten in de Thaise cultuur: de werkolifant en de krijgsolifant. Van de werkolifanten zijn er nog ongeveer 25.000 over en in de bossen leven naar schatting nog ongeveer 1500 olifanten. Befaamd is de ‘siamees’ (Thailand heette vroeger Siam), een kattensoort die over de hele wereld verspreid is geraakt. Ook de vogelwereld is zeer rijk en telt ca. 1000 soorten, o.a. de argusfazant en in het zuiden veel watervogels. Noord-Thailand ligt op de Oost-Aziatische trekroute, een belangrijke route voor trekvogels. Alleen al rond de heuvels van Chiang Mai komen 380 vogelsoort voor. In Thailand komt ongeveer 10% van alle vogelsoorten van de wereld voor. De neushoornvogel behoort tot de spectaculairste vogels van Thailand. De dubbelneushoornvogel is met zijn fel gele en zwarte veren het opvallendst. 

 

De serow, een antilopensoort, wordt steeds zeldzamer in Noord-Thailand; de sambar, het grootste Thaise hert, leeft onder andere op de centrale laagvlakte. Brillangoers komen voor op het Thais-Maleisische schiereiland. er leven in Thailand nog drie andere soorten langoers. Daarnaast huisvest Thailand veel reptielen, o.a. 76 soorten slangen, waarvan zes giftige. Gevaarlijk zijn de cobra, de Maleise adder, de krait en de groene adder; zeer gevaarlijk en bovendien erg agressief zijn de koningscobra en de Russels pit viper. De rivierschildpad en de Indische krokodil behoren tot de bedreigde dieren. In de mondingen van de rivieren en de kustwateren komen dolfijnen voor, waaronder de zeldzame Irrawady-dolfijn. Verder wordt er gevist op de blauwe marlijn, de zeilvis, de barracuda en verschillende soorten haaien. In de Mekong-rivier komt de met uitsterven bedreigde reuzenmeerval of ‘pla buek’ nog voor, de grootste zoetwatervis ter wereld. Er zijn al exemplaren van twee meter gevangen die rond de 300 kilogram wogen. 

 

Het ecosysteem op de hoogste berg van Thailand, de Doi Inthanon, behoort tot het sub-Himalayasysteem. Het is mogelijk om daar zeldzame dieren te zien, zoals vliegende eekhoorns, roodgetande spitsmuizen, Chinese pangolins (schubdieren) en Père-Davidsveldmuizen. Dit beschermde gebied is ook rijk aan vogels, zoals de blauwvleugelminla’s, groene cocha’s, roodkoptrogons en groenstaarthoningvogels. De mooiste koraalriffen van Thailand liggen in de Andamanse Zee. Ze bestaan uit ontelbare zeediertjes en groeien erg langzaam: één meter in 1000 jaar. Duizenden planten en dieren leven rond deze koraal riffen, waaronder grondels, clownstrekkervissen, murenen, luipaardhaaien, reuzenmantas, snappers en grote heremietkreeften. De onderwaterfauna rond Phi Phi (Eiland van de Geesten) is schitterend met bijzondere haaiensoorten, zoals de gladde haai, de zwartvinrifhaai en de zwartpunthaai. 

 

Mangrovebosen liggen in het zuiden van Thailand, vooral in de Phang-nga-baai. In dit ecosysteeem paaien, broeden, eten kreeftachtigen, vissen, vogels, slangen en zelfs zoogdieren; bovendien is het een uitstekende schuilplaats. Hier leven onder meer slijkspringers, dwergotters, wenkkrabben, makaken, de zwart-gele waterslang Boiga dendrophia en zeldzame zeekrokodillen. De doejong (zeekoe) dreigde uit te sterven in de Thaise wateren. Nu neemt hun aantal weer langzaam toe. Het gebied rond de Andamanse eilanden van Trang is een van de weinige plaatsen waar ze kunnen worden gezien..De Lawa-grot in het Nationaal Park Sai Yok is een van de 21 grotten in de provincie Kanchana Buri waar de kitti-vleermuis of Craseonycteris thonglongyai leeft. Het is het kleinste zoogdier ter wereld, niet groter dan een vlinder en met een gewicht van slechts twee gram. Er zijn nog maar zo’n 2000 exemplaren over en behoort daarmee tot een van de meeste bedreigde diersoorten ter wereld. Het diertje werd pas in 1973 ontdekt door een Thaise bioloog.


steden


De grootste vijf steden in Thailand zijn: 

  1. Bangkok *                 - 6.000.000 inwoners
  2. Nonthaburi                -    260.000 inwoners
  3. Nakon Ratchasima   -    190.000 inwoners
  4. Chiang Mai               -    170.000 inwoners
  5. Hat Yai                      -    140.000 inwoners 

* = hoofdstad


staat


In tegenstelling tot landen als Myanmar (Birma), Laos, Cambodja en Maleisië, heeft Thailand nooit aan een Europese mogendheid toebehoord. Thailand is sinds 1932 een constitutionele monarchie, waar het koningschap nog een belangrijke rol speelt. De koning is het staatshoofd en de bevelhebber van de strijdkrachten. Hij bemoeit zich praktisch nooit met dagelijkse politieke aangelegenheden, maar de regering kan geen besluiten nemen die tegen de koning gekeerd zijn. De huidige koning Bhumibol Adulyadej (Rama IX) is op 9 juni 1946 tot koning gekroond en daarmee de langst regerende monarch ter wereld. De invloedrijkste functie is die van de premier, die verstrekkende bevoegdheden heeft. De uitvoerende macht berust bij de premier en het kabinet. De premier wordt sinds 1992 niet meer benoemd, maar gekozen door het volk. 

 

Het parlement bestaat uit een Senaat of Hoogerhuis met 270 benoemde senatoren en een Huis van Afgevaardigden of Lagerhuis met 360 zetels. Het parlement, dat eens in de vier jaar wordt gekozen, had traditioneel weinig bevoegdheden, maar in een grondwetswijziging van juni 1992 werd zijn macht uitgebreid: de premier moet een gekozen parlementslid zijn en het recht van interpellatie en het indienen van moties werd uitgebreid. In de praktijk spelen militairen echter een doorslaggevende rol in het politieke leven. In september 1997 werd een nieuwe Grondwet aangenomen, de meest democratische en liberale in de geschiedenis van het land. Hij voorziet er onder andere in dat de burgers meer betrokken worden bij het politieke systeem en dat politici ontmoedigd worden hun stem te kopen, zoals te doen gebruikelijk was. Senaatsleden worden nu direct gekozen via een districtenstelsel en niet meer op voordracht van de premier door de koning benoemd. Corruptie, bescherming en het ronselen van stemmen maken nog steeds deel uit van het politieke systeem in Thailand, maar de meeste sectoren, ook de militaire, lijken zich in te zetten voor stabiliteit en democratie.


religie


De staatsgodsdienst in Thailand is het theravada-boeddhisme, dat door ca. 94% van de bevolking wordt beleden en dat vrijwel het gehele culturele en openbare leven beheerst. Principes als tolerantie en on bevooroordeeldheid zijn daarbij essentieel en men legt grote nadruk op de heiligheid van familie, vrienden en sociale harmonie. In Thailand bestaan verschillende scholen binnen het theravada, die zich behalve door theoretische debatten onder andere van elkaar onderscheiden door de eisen die ze aan hun volgelingen stellen. 

 

Toch is het boeddhisme niet de enige godsdienst van Thailand. Ook vormen van animisme of geestenverering zijn bewaard gebleven en hebben hun plaats gekregen binnen het boeddhisme. De meeste Thai geloven nog altijd in de krachten van het bovennatuurlijke en zijn ervan overtuigd dat deze verweven zijn met het dagelijkse leven. Tatoeages, amuletten, toekomstvoorspellers en sjamanen spelen nog steeds een belangrijke rol in het dagelijkse leven. Ook wordt de geest die over de woning waakt nog steeds door vrijwel alle Thai vereerd. De wereld van de Thai is vol met ‘phii’, geesten waar huisjes (‘phra phum’ is de oude naam in de Khmer-taal) voor moeten worden gebouwd, zodat zij geen onheil zullen stichten. Het maakt dan niet uit of deze nu klein en eenvoudig als vogelhuisjes zijn of metershoog en even fraai als een tempel. Er brandt altijd wierook, er staan verse bloemen en er ligt voedsel. 

 

Thailand telt meer dan drie miljoen moslims, voornamelijk onder de Maleiers in het de zuidelijke provincies. Moslims klagen regelmatig over sociale en politieke discriminatie en radicale islamitische groeperingen gebruiken deze gevoelens om te steun te vergaren voor autonomie of aansluiting bij Maleisië. In de jaren negentig van de vorige eeuw heeft de Thaise regering gehoor gegeven aan verschillende islamitische wensen en wetten erkend die conflicten over huwelijk, nalatenschap en andere familiekwesties regelen. Het christendom (overwegend rooms-katholiek) is vooral vertegenwoordigd onder de inwoners van Chinese afkomst.


(nationale) sport


Golf is de meest populaire sport in Thailand gevolgd door badminton, voetbal, boksen, snooker, tennis en bowling. Natuurlijk zijn er ook traditionele sporten zoals Thai boksen, kite-vechten, bootraces en “takro” (of Takraw). Dit laatste wordt ook wel “Siamees” voetbal genoemd; de bal is een 12 cm grote rotan bal (kan ook plastic zijn); een aantal deelnemers staat in een kring en probeert de “bal” hoog te houden. Punten worden gescoord voor moeilijkheidsgraad van het hooghouden, stijl en uithoudingsvermogen. Voetvolley is een afgeleide van deze sport die vooral in Thailand en Maleisië wordt gespeeld. 

 

Het Muay Thai(of thai boksen) is de nationale vechtsport en is meedogenloos van karakter, en er wordt gevochten met de vuisten, de knieën, de ellebogen en de voeten. De bokser mag geen kopstoten geven, niet bijten of spugen en een tegenstander die op de grond ligt, niet trappen.Voordat het echte gevecht begint, vindt er een bizar uitziende rituele dans (‘ram wai khru’) plaats, een kruising tussen yoga en lichaamstaal. Dit persoonlijke ritueel is eigenlijk een gebed, een soort bezweringsformule, (soms) uitgesproken op de melodie van een populair liedje. De bedoeling hiervan is de kunde van de bokser te tonen en de geesten aan zijn kant te krijgen en om eer te bewijzen aan trainer en boksschool. Een orkest begeleidt de wedstrijd en speelt tijdens het hele gevecht. De toeschouwers zetten grote sommen geld in tijdens vijf rondes van drie minuten. Sinds 1990 is ‘muay thai’ een internationale sport geworden die onder de World Boxing Council valt. Na de Tweede Wereldoorlog kwamen er de eerste muay thai-professionals. 

 

Een ander zeer traditionele sport is “Krabbi-Krabawng” – een vechtsport met handwapens. Meestal zijn dit zwaarden “krabbi’s” maar het kunnen ook andere wapens zijn. Voor de meeste Thai is dit een even meer traditionele rituele aangelegenheid dan “Muay Thai” (boksen) en deze wordt vaak bij traditionele ceremonies of toeristische aangelegenheden laten zien. De sport wordt nog steeds sinds een 400 jaar oude traditie beoefend; de speciale garde van de Koning (elite) hanteren allen deze sport. Indien beoefend wordt deze vaak gecombineerd met judo en boksen.


eten en drinken


Wat de verschillende regionale keukens van Thailand wel met elkaar verbindt is dat zij de vijf fundamentele smaaksensaties met elkaar proberen te verenigen in een maaltijd, en soms ook binnen één gerecht: heet (pittig), zuur, zoet, zout en (optioneel) bitter. Ook het enthousiaste gebruik van grote hoeveelheden verse kruiden in gerechten is wat de regionale Thaise keuken verbindt en apart zet van vele andere keukens. Kenmerkend voor de verschillende Thaise keukens is dat deze zich schikken rondom het gebruik van rijst (Thai: khao) als basisvoedsel. De volkeren in Centraal-Thailand en Zuid-Thailand gebruiken nu voornamelijk een geurige, semidroge en langkorrellige rijst (khao hommaliek - jasmijnrijst - genoemd, en met een lichte jasmijn- en pandangeur). De volkeren in het noorden en noordoosten van Thailand gebruiken traditioneel khao niao (kleefrijst) maar met de toenemende centralisering van de Thaise staat en cultuur gedurende de laatste 100 jaar, neemt de jasmijnrijst, ook in deze streken, de rol over van basisvoedsel.

 

Een typische Thaise maaltijd bestaat, zoals gebruikelijk is in nagenoeg heel Azië, uit verschillende gerechten die gedeeld worden door alle disgenoten. Normaliter worden er evenveel gerechten plus één extra gegeten als dat er disgenoten zijn maar men mag gerust meer gerechten hebben. Men probeert een aangename mix van smaken en bereidingswijzen te bewerkstelligen. Een maaltijd voor vier personen zou er, naast gestoomde of gekookte rijst, als volgt uit kunnen zien: een zure, sterk gekruide soep met garnalen (tom yam koeng), een milde curry met varkensvlees (paneng moe), een gefrituurde vis met een zoetzure tamarinde saus (pla raad phrik), een gebakken groentemengsel met een beetje kip (pad pak ruammit kai) en een zoetzure, pittige salade met glasmie (yam woensen). De soep wordt niet als voorgerecht gezien maar het wordt tegelijkertijd met de andere gerechten gegeten. Als condiment bij een maaltijd krijgt men er haast altijd phrik nam pla bij: rauwe fijngehakte, zeer scherpe chilipepertjes met flinters rauwe knoflook in een beetje vissaus en limoensap. Thailanders hebben geen echte ontbijtcultuur. Vaak wordt er 's ochtends met overgebleven rijst van de vorige avond, bijvoorbeeld, khao pad khai (gebakken rijst met ei) gemaakt. Ook pittige gerechten, die in het Westen eerder als gerecht bij een diner zouden worden gezien, worden in Thailand gerust 's ochtends gegeten. Thai eten niet drie keer zoals bij ons maar vele keren kleine hapjes de hele dag door.

 

Ook worden in Thailand verschillende insecten gegeten als hartige snack, veelal gefrituurd. Populair zijn bijvoorbeeld sprinkhanen, bijenlarven, zijderupsen, meelwormen en miereneieren. Op vele markten ziet men stalletjes die deze insecten (al dan niet gefrituurd) verkopen. Het eten van insecten is vooral populair bij Thailanders afkomstig uit Isaan. Gefrituurd smaken de meeste insecten licht naar garnalen en/of popcorn. Sterk afwijkend in smaak is de mengda (Lethocerus Indicus). Deze grote waterwants heeft een penetrante geur en smaak, door sommigen vergeleken met een zeer rijpe gorgonzola. Beroemd in Thailand is een soort sambal die met deze insecten wordt gemaakt: nam phrik mengda. Ter afsluiting van een maaltijd wordt vaak vers fruit geserveerd. Het nuttigen van desserts na een maal is niet gebruikelijk in Thailand.

 

DRANKEN:

Goede koffie wordt in de heuvels van Noord-Thailand verbouwd en bijna overal kun je een redelijke kop koffie bestellen in Thailand. Vaak is het filtersysteem niet meer dan een zak waar de gemalen koffie in zit. Heet water erover heen en je krijgt je koffie. Vaak wordt een berg suiker en gecondenseerde melk toegevoegd. Zwarte, groene of smaakjes thee zijn overal verkrijgbaar. Iets wat je zeker moet proberen is de ijskoffie, thee en chocolade(melk). In supermarkten, stalletjes en in restaurants zijn deze te krijgen. Ook de fruitdrankjes, milkshakes en alle internationale frisdranken zijn te koop, evenals diverse exportbieren. Het lokale Singha bier en Chang, Lao bier (Laos), Tiger (Singapore), de Mekong whisky (Hong Thong), rijstwijn, zijn allemaal prima te drinken. Phuket bier is een van de weinige over gebleven lokale bieren. Rijstwhisky merken zijn Mekong en Sang Som. Whisky merken zijn “Blue Eagle”, “100 Pipers” en “Spey Royal”. Bier wordt meestal gedronken in een glas gevuld met ijs; ook wordt deze vaak in een koelhoudende houder gestoken. Het kraanwater is NIET drinkbaar. Overal zijn flessen verkrijgbaar – steeds meer in hervulbare verpakkingen.


zie ook: