Toledo

Binnenstad Toledo:

Plaza de Zocodover is het middelpunt van de stad Toledo en is omringd door talloze terrasjes. Het was hier dat van het jaar 1465 tot 1960 de grote markt werd gehouden. Ook werden hier stierengevechten gehouden alsmede openbare verbrandingen van criminelen. Het plein herbergt een keur aan verschillende bouwstijlen van verschillende perioden en invloeden.

Iets ten zuiden van het centrale plein, op het hoogste punt van de stad ligt de Alcazar van Toledo. In de derde eeuw werd het fort door de Romeinen gebouwd als zetel van het romeinse protectoraat van waaruit de gehele stad kon worden overzien. In de zesde eeuw werd het bouwwerk door de Visigoten gebruikt als paleis om in de achtste eeuw dienst te doen als Arabische vesting.

Na de verovering van Toledo op moslims in 1085, werd de Arabische vesting gerestaureerd door de christenen en gebruikt als militair bolwerk tijdens de regeerperiode van verschillende vorsten.

Toen Karel V de stad Toledo (samen met Granada) uitriep tot hoofdzetel van zijn keizerrijk, liet hij het Alcázar in 1535 aanzienlijk verbouwen en verfraaien tot officiële residentie van zijn rijk. In 1521 werd Hernando Cortés door Karel V ontvangen in het Alcázar na Cortés zijn verovering op de Azteken. Toen Philips II de residentie naar Madrid verhuisde (van 1559-1561 resideerde hij echter weer in Toledo),verloor de stad haar politieke betekenis. 

De Spaanse burgeroorlog

Tijdens de Spaanse Burgeroorlog werd het Alcázar verdedigd tegen de overweldigende Spaanse Republikeinse krachten in het Beleg van het Alcázar onder leiding van kolonel José Moscardó Ituarte.

Na een uitputtingsslag van 2 maanden werd het Alcázar op 27 september ontzet door Franco, die enkele dagen later door zijn medestanders tot leider zou worden uitgeroepen.

Uiteindelijk liet Franco het Alcázar weer opknappen, nadat hij het eerder had vernield. Na de oorlog werd het herbouwd en herbergt nu de bibliotheek van Castilië-La Mancha en het legermuseum (Museo del Ejército).

Deze richt zich op de geschiedenis van de verschillende Spaanse legereenheden. Getoond worden vlaggen, uniformen, wapens en schaalmodellen. Het museum heeft ongeveer 18.000 voorwerpen en is onderverdeeld in verschillende thema's zoals het Vreemdelingenlegioen. Het museum is bekend vanwege de grote collectie kanonnen. 

Symbool van de stad

De Kathedraal van Toledo (Catedral de Santa María de Toledo of Catedral Primada de Toledo) in Toledo is een van de belangrijkste gotische kathedralen van Spanje. Ze werd gebouwd tussen 1227 en 1493 op de plaats van een voormalige Moorse moskee en is gewijd aan Maria. Al tijdens de bezetting van de Visigoten was de kathedraal het centrum van religieus Toledo – nu heeft het een keur aan verschillende bouwstijlen. 

De binnenstad van Toledo telt nog ontelbare monumenten zowel kerken, kloosters als musea en een Joodse en Islamitische wijk. 

In de Moorse tijd (712-1085) heette de stad Tolaitola en werd het al snel de belangrijkste Islamitische stad in Centraal Spanje.

Toen Cordoba in elkaar stortte als hoofdstad werd het zelfs tot 1035 de zetel van een emir onder het opperbevel van de kalief van Córdoba; daarna beleefde de stad als zelfstandig koninkrijk (taifa Toledo) een bloeitijd door de wapenfabricage, en de zijde- en wolindustrie. Ook de wetenschap werd op hoog niveau beoefend.

De christelijke bewoners, de Mozaraben (dat wil zeggen Arabische knechten of onechte Arabieren) namen de Arabische taal over, die ook later nog lange tijd, naast het Spaans, bleef bestaan en pas in 1580 werd verboden. 

Van minder belang

In 1085 bezette de Castiliaanse koning Alfonso VI de stad. In 1087 werd ze de residentie van de koningen van Castilië en tevens het kerkelijk centrum van heel Spanje. De namen van de kardinalen en aartsbisschoppen Mendoza, Jiménez, Al Bornoz e.a. zijn verbonden met de belangrijkste gebeurtenissen van de Spaanse geschiedenis uit die tijd. Hier begon in 1520 de volksopstand van de Comuneros.

Toen Philips II de residentie naar Madrid verhuisde (van 1559-1561 resideerde hij echter weer in Toledo), verloor de stad haar politieke betekenis. In het begin van de Spaanse burgeroorlog (1936 – 1939) werd Toledo beroemd door het beleg van het Alcázar.

Nationalistische troepen en sommige burgers werden geruime tijd belegerd totdat ze ontzet werden door troepen uit het zuiden. Door die opdeling zou Franco (volgens sommige histori) een grove fout hebben gemaakt om niet alles op Madrid te zetten. In 1986 zou de historische binnenstad van Toledo op de UNESCO werelderfgoed worden gezet.