Novgorod

Het Kremlin:

Het Kremlin van Novgorod, de oudste van Rusland, kijkt uit over de rivier de Volkhov en is de bekendste site van de stad. De vesting ook bekend onder de naam Detinets omslaat omslaat een gebied ter grootte van 12,1 hectare.

De muur van het kremlin is 1385 meter lang, 3,3 meter dik en 10,9 meter hoog. Het kremlin werd voor het eerst genoemd in oude kronieken onder het jaartal 1044 maar historici gaan ervanuit dat daarvoor ook al verdedigingswerken hebben gestaan uit data afkomstig van Noorse sage.

Volgens Novorodse kronieken werden de torens en muren van de citadel regelmatig hersteld na branden en werden ze tijdens de grote renovatie van 1484 tot 1490, na de val van de Republiek Novgorod en de inlijving in Moskovië, vervangen door torens van steen om zo binnen de tradities van de Moskouse architectuur te blijven.   

Van kerk naar museum

Binnen het Kremlin bevinden zich onder andere de Byzantijnse Sint-Sofiakathedraal uit 1050 wat een van Ruslands oudste gebouwen. De simpele buitenkant van het gebouw zorgde voor veiligheid tegen een aanval en brand. In de 14e eeuw zijn de koepels toegevoegd die hoogstwaarschijnlijk de eerste waren in deze architectonische vorm.

Tijdens communistische tijden werd de kerk ingericht als museum. Het belangrijkste icoon van de kathedraal is het symbool van de verlosser van de stad die de stad behoede van een aanval van de soldaten van Suzdal.  

Andere bezienswaardigheden in het Kremlin zijn de 17^e eeuwse klokkentoren, de kamer van Facets, het historische museum en het monument Millennium van Rusland stammend uit 1862. Dit 300 ton wegende sculptuur opgericht in 1862, fungerend als groots stadssymbool bevat niet minder dan 127 belangrijke Russische figuren.

Het 16 meter hoge monument heeft ternauwernood WWII overleefd; de nazi’s hadden deze al in delen gehakt om mee terug naar Duitsland te nemen, toen zij werden gestoord door de Russische wals. Het hele Kremlin is omringd door een groot park.   

Andere bezienswaardigheden: 

• Yaroslav’s rechtbank (de oude markt).

De omvang van Novgorod en haar economische, politieke en culturele invloed maakten de stad tot de tweede van het rijk naar belang. In Noorse saga's wordt de stad genoemd als hoofdstad van Gardariki (de Noorse benaming voor de Slavische gebieden).

Niet minder dan vier Vikingkoningen gebruikten de stad als toevluchtsoord wanneer ze door vijanden werden belaagd.

In de periode dat het Kievse Rijk bezig was uiteen te vallen liet Novgorod in 1136 haar vorst Vsevolod naar huis sturen, hetgeen wel wordt gezien als het traditionele begin van de Republiek Novgorod. De stadstaat Novgorod was erg machtig en voerde de heerschappij over het grootste deel van Noordoost-Europa, van het hedendaagse Estland tot Groot-Perm aan het Oeralgebergte.  

Belangrijk handelscentrum

Dit maakte het tot een van de grootste staten van het middeleeuwse Europa. Hoewel Novgorod niet aan de kust lag, konden zeeschepen langs rivieren de stad eenvoudig bereiken, en al snel was Veliki Novgorod het grootste handelscentrum van Rusland.

Hoewel de stad geen lid was van de Hanze, beschouwde deze Novgorod wel als zijn meest oostelijke bondgenoot. Tijdens de Middeleeuwen vond er een culturele opleving plaats in de stad. Tijdens de Mongoolse invasie in Roes werd Novgorod als enige grote stad van de Roes niet veroverd.

De Mongoolse legers maakten namelijk op ongeveer 100 kilometer van de stad rechtsomkeert; niet vanwege de sterkte van de stad, maar waarschijnlijk omdat de Mongoolse bevelhebbers niet wilden wegzakken in de drassige gebieden rond de stad. In 1240 leed het Zweedse leger een nederlaag tegen de Novgorodse legers tijdens de Slag aan de Neva en in 1242 werd opmars van de Duitse Orde naar het oosten tot staan gebracht door de Slag op het ijs.  

De stad bleek echter op den duur niet in staat om zijn grote bevolking voldoende te voeden en werd daardoor afhankelijk van Vladimir-Soezdal voor de import van graan. Met name het Grootvorstendom Moskou aasde op Novgorod. Uiteindelijk was het Ivan III die de Novgorodische troepen versloeg in 1471 tijdens de Slag bij de Sjelon en daarop de stad in 1478 annexeerde.

Novgorod bleef daarop nog gedurende bijna een eeuw de op twee na grootste stad van Rusland, tot de hongersnood van de jaren 60 van de 16e eeuw en de plunderingstocht van Ivan de Verschrikkelijke in 1570, waarbij duizenden inwoners werden gedood tijdens het Bloedbad van Novgorod. In 1703 werd echter Sint-Petersburg gesticht, waardoor Novgorod haar strategische en economische positie verloor.

WW2 en daarna:  

Tijdens WW2 werd de stad veroverd door het Duitse leger op 15 augustus 1941, dat haar bezet hield tot 19 januari 1944, toen het Rode Leger haar heroverde. Van de 2536 stenen gebouwen die de stad voor de oorlog telde, waren er minder dan 40 over bij het staken van de gevechten.

Nog in 1944 werd alweer begonnen met het herstel van de stad. Na de oorlog werd het historische centrum langzamerhand weer hersteld. In 1992 zijn haar belangrijkste monumenten tot werelderfgoed verklaard. In 1999 werd haar naam officieel veranderd naar Veliki Novgorod.