Monsanto en Idanha-a-Velha

Reisverhalen - Portugal



de portugese binnenlanden


We komen laat in de middag aan in het kleine Idanha-a-Velha na een lange dag reizen vanuit Coimbra. Het zal niet heel lang meer duren voordat het donker wordt. We weten dat we hier moeten blijven en een overnachtingplaats (hotel o.i.d.) is er niet.

 

Een heel oud huis met Romeins opschrift en daarna een stuk oude muur. We wandelen door het zeer kleine dorpje heen (het heeft zo’n 600 inwoners) en zien een paar stoelen buiten staan en nemen plaats bij de lokalen en bestellen een biertje.

 

Veel Engels wordt hier niet gesproken maar we worden meegenomen naar een winkel met heerlijke kazen en mogen natuurlijk een stukje proeven.

 

We nemen nog een biertje en kijken om ons heen, naar het dorpje wat eerst door de Romeinen is bezet, daarna door Visigoten, toen de Moren en als laatste voordat de plaag uitbrak door de tempeliers.


herdersveld


Als het begint te schemeren lopen we langs wat ruïnes dor een poortje heen, over een grindpad langs wat bebouwde velden, een beekje en dan door de velden naar de weg die we net bereden hebben met de bus. Ook deze weg is veel smaller dan onze Westerse tweebaan wegen.

 

We willen eigenlijk een plek zoeken voor de tent met zicht op het dorp wat hopelijk verlicht wordt vanavond en wandelen wederom een stuk door het dorre veld wat onze benen open haalt en vinden onder wat olijfbomen twee plekken een aantal meters bij elkaar vandaan.

 

Apart zetten we onze tenten op en we horen de koeien- en schapenbellen als we deze opzetten want deze keren huiswaarts. Dan de krekels en het is doodstil hier. We gaan nog even zitten, hopen op een verlicht dorp of kerk maar dit blijft uit. We zien wel de berg erachter, wat Monsanto wel moet zijn en het dorp wordt donkerder en donkerder op een straat na die verlicht is om onduidelijke redenen.

 

Als de honden aanslaan die ons waarschijnlijk ruiken, eten we onze laatste voorraad noedels op en dan ga ik mijn tent in.



de "SRV' wagen


Ik was mijzelf achter de tent en pak mijn tent stilletjes op; we willen zo vroeg mogelijk naar “Montsanto” lopen vanwege de hitte en de tas die ik op mijn rug draag.

 

Eerst terug door die dorre struiken naar de weg, dan terug naar het dorpje waar we wederom uitkomen bij de Romeinse ruïnes van “Idanha-a-Velho”; op een van de torens heeft een ooievaar zijn huis gemaakt en twee jonge ooievaars staan stoer over de rand te kijken maar uitvliegen doen ze nog niet.

 

We komen op het pleintje en zien de SRV-wagen zijn goederen brengen aan de mensen.

 

Wij lopen eerst nar het cafeetje en zien dat de eigenaar er net aankomt en we bestellen een koffie terwijl ik zelf twee stoelen en een tafel neerzet op het drukke hoekje. De hond van gisteren is er al en nu moet de vuilniswagen erdoor en we moeten pas op de plaats maken. We zitten daar een half uurtje misschien en alle mensen die we gisteren zagen komen een voor een aanhobbelen en doen de luiken open.

 

Bij de SRV-wagen kopen we een zak eierkoeken en dan zeggen we iedereen gedag terwijl een man die goed Engels spreekt ons de weg wijst.


kurken en sinaasappels


Het dorp uit en de zandweg op richting het hek wat we gewoon open moeten doen en dan de weg volgen totdat je de “grote” weg tegenkomt ,die oversteken en dan richting de berg lopen. OK, klinkt makkelijk maar als we even op weg zijn en de eerste ruïne passeren is er al en kruising en we gokken dat we om deze heuvel heen moeten lopen en dan richting de berg.

 

We zien de eerste kurkbomen die eruit zien alsof ze hun jas hebben open staan. De schors (de kurk) is er afgehaald tot de grote takken en dan stoppen ze met eraf halen om onduidelijke redenen. Het zijn ook geen plantages maar ze staan gewoon een aantal meters uit elkaar langs de weg. Het is droge grond, stoffig en stenerig; het landschap is heuvelachtig met veel olijfbomen, kurkbomen en prikkelachtige struiken om de zoveel meter.

 

Het is al heet en we mijden de heuvel en lopen eromheen als we een groep schapen met bellen angstig maken en ze wandelen allemaal voor ‘ns uit om vervolgens allemaal de andere kant op te rennen. Aan de andere kant van de heuvel moeten we eerst een hek over klimmen (er zit geen poort of wat dan ook in) om de autoweg terecht te komen.

 

Op zoek naar de looproute

We nemen een eierkoek die zeer droog smaakt en dan opeens een bestelauto; we proberen hem te stoppen maar hij geeft aan maar voor 1 persoon plaats te hebben en weg is ie. Dan helemaal niets meer en we besluiten een stuk op de weg te blijven lopen want het is nog een behoorlijk stuk weg.  

 

Aan de zijkant zien we weer een pad beginnen en we gooien een munt op en helaas gaan we het bos weer in om vervolgens dood te lopen. Eerst doen we een poging om hiervandaan richting de weg te lopen maar we lopen keer op keer dood en dit is niet leuk met die tas op je rug. Het is gewoonweg te zwaar en de struiken worden hoger en hoger, en meer prikkelbaar. We gaan terug en zien dan het echte looppad; er staan hier symbolen op paaltjes dat het een internationale looproute is dus het moet goed zijn.

 

De honden slaan aan van het dorp waar we de eerste huizen van tegenkomen maar we zien een ander dorp echt op de berg liggen en dat moet Montsanto zijn en niet dit. Het pad kronkelt als een slang langs kurkbomen, stukken grond waarop verbouwd wordt en boerderijen en er lijkt geen einde aan te komen.



monsanto


Bij café Chico ploffen we op het terras neer op wat stoelen en bestellen een colaatje. Ik trek mijn schoenen even uit die helemaal vol zitten net als gisteren met grasstukken die overal aan vast blijven zitten en stukken plant. 

 

We zien het bord dat het nog 2 km naar boven is en vragen Irene of we de grote tassen hier mogen laten, want we moeten toch terug. Het mag maar ze sluit om precies te zijn om 1700 en dat herhaalt ze vervolgens een 10x dat we dit goed onthouden.

 

Het looppad omhoog gaat ook weer volgens het pad en we wandelen langs oude –wat lijkt- op Romeinse muurtjes van stenen op elkaar en als je weg fantaseert zie je de ridders hier op hun paarden langsrijden.

 

Stukken steil en dan weer over de rotsen heen, door het gras, langs wat stenen en dan een ruïne van een huis.  

 

Wederom een gaard met sinaasappelbomen, citroenbomen, dadel en vijgenbomen. Hoger en hoger en dan wandelen we eindelijk het oude dorp in wat inderdaad prachtig is gelegen en ook een perfect uitzicht biedt.

 

Eerst de begraafplaats en dan steil omhoog over de smalle kei-straatjes, langs een kerk en we zien een oude tractor staan met houten banden om zijn echte banden te beschermen tegen de hitte. Bij een uitzichtpunt over de andere kant van de berg zien we twee oude ovens staan en zelfs wat lopen van kanonnen.

 

Helaas staat er geen bordje om uit te leggen waar deze van zijn maar we gaan er vanuit dat het Franse zijn uit de Napolitaanse tijd. Een Portugese vrouw die net uit een toeristenbus komt wil uitleggen hoe tevreden ze is dat wij hier zijn en dat ze het geweldig vindt dat wij eigenhandig om hoog zijn gelopen. Ze houdt hierbij stevig mijn hand vast die ik op het kanon had gelegd. Ze laat me los en wij maken van de gelegenheid gebruik om gedag.


cafe "chico"


Op het terras van het café horen we dat er misschien een bus komt – soms stopt deze in Reva en soms komt deze helemaal omhoog gereden. Niets is zeker. Vervelend want onze bussen liggen beneden aan de berg dat Carroquiero schijnt te heten. We snellen de berg af naar ons cafe waar het inmiddels zeer druk is.

 

We krijgen een sinaasappel die ze net van de bomen hebben geknipt en een verse citroen en we bestellen een heerlijk koud “Sagres” biertje. We horen dat er een bus komt naar Idanha-Nova om 1500 en we besluiten op deze te wachten. Na nog een biertje komt de bus aanrijden en we nemen afscheid van onze vrienden en stappen als enige de bus in en dit blijft zo totdat we aankomen in het ongezellige, dode terminal van de stad.

 

Ook hier hebben we anderhalf uur de tijd voordat er een bus gaat naar Castello Branco. We zouden ’s nachts (gratis) slapen op de camping in Guarda.



tips & advies (2011)


Er is een busstation in Castelo Branco wat de grote stad is in deze regio. Hier kun je nog informatie krijgen over bus tijden ook al is het nogal rommelig en onzeker. Indien je naar “Idanha-a-Vela” wilt zul je naar “Idanha-Nueva” moeten gaan om daar een ander busje te nemen.

 

Er rijden ook bussen van en naar “Monsanto” maar vraag hier verder.

 

Castelo de Branco – Guarda: er gaan een aantal bussen per dag die er ongeveer twee uur overdoen.


Naam : WILDKAMPEERPLEK “Idanha-a-Velho

 

Inhoud:

Rondom dit superkleine romantische oude dorp liggen voldoende heuvels met boomgaarden om je tent onder op te zetten. Zorg dat je uitzicht hebt op dit dorp om volop te genieten van dit unieke plekje.

 

’s Morgens kun je ontbijten op het marktpleintje en het dorp verder bekijken.


zie ook:




Meer links:


Gordes

FRANKRIJK

In het hart van de Provence ligt het prachtige Gordes gelegen op een heuvel met veel grote stenen. 

Kyaiktiyo

MYANMAR

Berg Kyaiktiyo bevat de gouden steen wat een van de heiligste plekken in Myanmar is.