* Bijgewerkt t/m 2016 - wijzigingen voorbehouden.
Het laagland ligt geheel in het gebied van het tropische regenklimaat. De temperaturen en de regenval zijn overal hoog, vooral in het noordoosten. Zo heeft Iquitos een gemiddelde temperatuur 32°C en er valt bijna 3000 mm neerslag per jaar. De natste plaatsen van Peru liggen op de oostelijke hellingen. De regentijd duurt van januari tot april, en overstromingen en aardverschuivingen zijn dan geen zeldzaamheid. Gedurende de droge tijd (mei-oktober) regent het soms weken achter elkaar niet. In de zuidelijke regenwouden komen onverwachte koufronten uit het zuiden voor, die ‘friajes’ worden genoemd. Ze veroorzaken winderige, regenachtige dagen met dagtemperaturen van 13°-18°C en nachttemperaturen tot 10°C.
Geheel anders is het klimaat in de bergen en op de Altiplano, de hoogvlakte. Hier heerst, al naar gelang de hoogte en de ligging een gematigd tot zelfs een arctisch klimaat. De gematigde streken zijn soms regenrijk, soms droog. De droogste tijd in de bergen ligt tussen mei en oktober, maar in de maanden juni tot augustus zijn er af en toe ‘nevada’s’, met sneeuwval op de toppen en hagel of regen in de dalen. Rond de 4700 meter hoogte variëren de temperaturen van 20°C overdag tot -15°C ’s nachts. In de regentijd (oktober-april) ontvangen de oostelijke hellingen onder invloed van de passaat nog veel neerslag. De hoogvlakte en de lengtedalen liggen echter in de regenschaduw van de hoge Cordillera's. Op de zuidelijke hoogvlakten komen aanzienlijke temperatuurverschillen tussen dag en nacht voor en hier lijkt een toendraklimaat te heersen. De sneeuwgrens ligt in de Cordillera Blanca meestal iets onder de 5000 meter. In verder naar het zuiden en verder landinwaarts gelegen delen van de Andes schuift deze op tot wel 6000 meter.
De westkust is droog. De zuidoostpassaat waait hier van zuid naar noord parallel aan de kust, maar heeft onder invloed van de koude Peru- of Humboldtstroom en de felle tropenzon een geringe vochtigheid, zodat bij stijging voor de kust alleen nevel en motregen (garúa of camanchaca) worden gevormd. Door de koude Perustroom, met water uit het zuidpoolgebied, zijn de temperaturen aan de kust ca. 5 °C lager dan die op dezelfde hoogte aan de Atlantische kust van Zuid-Amerika. Vooral de hoofdstad Lima heeft er in de maanden april-november veel last van. Augustus heeft dan temperaturen tussen 13-17°C, terwijl de temperatuur normaal gesproken schommelt tussen 20°-26°C. De jaarlijkse neerslag bij Lima is gemiddeld 34 mm; vaak valt er jaren achtereen geen neerslag. De droge tijd wordt eens in de zoveel jaar onderbroken door El Niño, een van de evenaar afkomstige warme stroom. Meestal gebeurt dit in de maand december en in 1998 richtte El Niño zeer veel schade aan in met name Noord-Peru. Talloze dorpen kregen te maken met zware overstromingen en modderstromen. In het El Niño-seizoen 1982/1983 ontving Lima meer dan 1000 mm neerslag!
Peru ligt langs de kust van de Stille Oceaan (2400 km lange kustlijn) en wordt begrensd door Colombia en Ecuador in het noorden, Brazilië in het oosten en door Bolivia en Chili in het zuiden.
Peru is ongeveer 35x groter als Nederland.
Naar schatting bestaat de Peruaanse bevolking voor 45% uit raszuivere indianen, voor 37% uit mestiezen en 15% uit blanken, voornamelijk van Spaanse afkomst; 3% is van Aziatische,Afrikaanse of overige herkomst. De meeste indianen wonen in de Andes en in het Amazonegebied terwijl blanken en mestiezen veelal aan de kust wonen, en dan nog met name in grote steden als Lima, Arequipa en Trujillo. Op de sociale ladder staan de blanken nog steeds op de hoogste trede, daarna komen de mestiezen en ver daaronder pas de indianen. Na Bolivia is Peru het Zuid-Amerikaanse land met het grootste percentage indianen. De zwarten stammen af van slaven uit Afrika die op de hacienda’s werden ingezet; Geschat wordt dat er tot 1810 meer dan 800.000 in Peru aankwamen. De meeste zwarten wonen in de buurt van Chincha, ten zuiden van Lima, omdat daar vroeger grote suikerplantages gevestigd waren. De Chinezen en Japanners kwamen tussen 1850 en 1920 naar Peru als mankracht voor de aanleg van spoorlijnen. Fujimori was de eerste president van Japanse afkomst. Tussen 1876 en 1920 vestigden zich ook veel immigranten uit Europa zich in Peru: Italianen, Spanjaarden, Fransen, Engelsen en Duitsers.
De indianen van de bergstreken, ook wel hooglandindianen genoemd, behoren voornamelijk tot de Quechua’s, in de streek rond het Titicacameer wonen vooral Aymarás. De Quechua’s zijn onder te verdelen in verschillende groepen, die zich van elkaar onderscheiden in klederdracht, gebruiken en de streek waar ze wonen. Een unieke groep Aymará-indianen vormen de Uros, die leven in de baai van Puno op drijvende eilanden die gemaakt zijn van totora-riet. De laatste decennia is hun cultuur sterk in het gedrang gekomen door het toenemende toerisme en gemengde huwelijken met Aymarás. In het Amazonegebied wonen verschillende kleine stammen met ieder een aparte taal en eigen gewoontes en gebruiken. Deze regenwoudindianen zijn de oorspronkelijke bewoners van het Amazone-laagland. De levensstijl van sommige stammen is door het contact met de westerse mens grondig gewijzigd. Andere stammen vermijden bijna elk contact met de westerse mens. In de omgeving van Iquitos wonen Yahua’s en Shipibo’s; in het centrale deel van het regenwoud wonen de Asháninka’s en Machiguenga’s; in de omgeving van het nationale park Manu wonen Yora’s. Twee stammen waarvan men eigenlijk alleen weet dat ze bestaan heten Mashco Piro en Kogapacori en leven in de zuidoostelijke jungle. In de omgeving van Tarapoto wonen de Lamas-indianen. Vroeger leidden al deze stammen een semi-nomadisch bestaan, nu leven ze vaak op een vaste plaats door het gebruik van moderne vervoersmiddelen. De voornaamste bestaansmiddelen zijn nog steeds landbouw en jacht. Sommige stammen verdienen er met kunstnijverheid voor de toeristen nog een centje bij. Aan de andere kant vormt vooral het toerisme voor de echte natuurvolken een serieuze bedreiging. Hun jachtgebieden worden verstoord en hun sociale leven en tradities komen onder zware druk te staan. Vandaag de dag leven er nog ca. 200.000 Amazone-indianen in Peru, verdeeld in 53 etnische groeperingen, die talen spreken uit 12 verschillende linguïstische families. Sommige groepen, zoals de Toyeri, bestaan slechts uit enkele tientallen personen. Andere, zoals de Machiguenga, de Yahua en de Campa, hebben een bevolking van enkele (tien)duizenden personen.
Peru heeft drie landschapsvormen. De eerste is het (Amazonelaagland), La selva. Het regenwoud is verdeeld in laaglanden onder de 700 meter en nevelwoud vanaf 700 meter. De selva beslaat ongeveer de helft van de oppervlakte van het land, maar minder dan 10% van de bevolking woont hier. In de laaglanden kent men twee verschillende seizoenen. Allereerst is er het droge seizoen (van april tot oktober), met temperaturen boven de 35 °C. Tijdens deze maanden zakt het waterpeil van de rivieren en zijn de wegen in redelijke staat. Het regenseizoen loopt van november tot maart. In deze periode regent het minimaal één maal per dag keihard, en de modderige wegen maken het over land reizen in deze gebieden moeilijk.
De tweede landschapsvorm is La costa, het kustgebied. La costa bestaat vooral uit steen en zandwoestijn (de Atacama) en ligt ingeklemd tussen de Stille Oceaan en de uitlopers van de Andes. Het is er fris (gem. 14°C), behalve in het noorden. Het regent er bijna nooit. Van mei tot half september hangt er een hardnekkige mist (garúa) waardoor men niet kan zwemmen. Want de Humboldtstroom (of Perustroom), een koude zeestroming in de Stille Oceaan, koelt het water sterk af. De kustlijn is 2000 km lang, van Chili tot Ecuador. Door de verstedelijking - en vooral door de kolossale groei van de bevolking van de hoofdstad Lima - woont hier nu ongeveer de helft van de bevolking van het land. Landbouw kan alleen worden bedreven in de dalen van de in de Andes ontspringende riviertjes, waar irrigatie mogelijk is.
Tot slot is er La sierra, het bergland tussen de kuststrook en het oerwoud. Het heeft een ontoegankelijk reliëf met lage of betrekkelijk lage temperaturen. Toch woonde hier van oudsher het grootste deel van de bevolking. Dat is minder geworden door de verstedelijking, maar nog altijd woont hier ca. 40 % van alle Peruanen, die in grote meerderheid indiaans zijn. Hier zijn de warmste maanden ook de regenmaanden: december tot april. Het Hoogland van Bolivia is na het Tibetaans Hoogland de hoogste vlakte van de wereld. Daar ligt ook het Titicacameer. Het regenseizoen ligt tussen december en maart. Peru telt in totaal 37 bergtoppen die de grens van 6000 meter overschrijden. De hoogste is de Nevado Huascarán (6768 m).
De rivier de Amazone ontspringt in de Peruaanse Andes en mondt uit in Noord-Brazilië. De rivier is ongeveer 6000 km lang, waarvan 713 km in Peru. Het stroomgebied strekt zich uit over een oppervlakte van 6 miljoen vierkante kilometer. De rivieren met de grootste lengte binnen Peru zijn de Ucayali (1771 km), de Marañón (1414 km) en de Putumayo (1380 km). Het Titicacameer is op 3812 m hoogte het hoogste bevaarbare meer ter wereld en met een oppervlakte van 8340 km², na het Maracaibo meer in Venuzuela, het grootste meer van Zuid-Amerika. Dwars door het meer loopt de grens met Bolivia. Andere grote meren in Peru zijn het Junínmeer en het Parónmeer. Peru telt ook een aantal vulkanen. De voornaamste vulkanen in Peru zijn de Ampato, de El Misti, de Ubinas, de Coropuna, de Chachani en de Sabancaya.
De rode brulaap is een zeer luidruchtige bewoner van het Peruaanse regenwoud, die in groepen van ca. 15 exemplaren boven in de bomen leeft. Kapucijnapen zijn zeer intelligent; er zijn twee soorten, de bruine kapucijnaap en de witkopkapucijnaap. In de buurt van de kapucijnapen leven ook vaak grote groepen kleine doodshoofdaapjes, vaak in de onderste laag van de vegetatie. Vanwege het vlees wordt er veel op wolapen gejaagd; de meest algemene soort in Peru is de grijze wolaap. Het nachtaapje is het enige nachtdier onder de Zuid-Amerikaanse apen. De kleine klauw- of dwergaapjes wegen vaak niet meer dan een halve kilo, onder andere penseelaapjes, zijdeaapjes en leeuwaapjes. De zadelrugtamarin komt het meest voor in Peru. In de regenwouden van het laagland leeft het reuzengordeldier. De drie Latijns-Amerikaanse miereneters komen allen voor in Peru. In het bladerdak leven de op de kop aan takken hangende trage tweeteenluiaard en de drieteenluiaard. In de meest ontoegankelijke wouden en moerassen leeft het bekendste en de grootste katachtige van Zuid-Amerika, de jaguar. De poema of bergleeuw komt tot op zeer grote hoogte voor. Andere Peruaanse katachtigen zijn de jaguaroundi, de ocelot, de tijgerkat en de margay. De pampaskat is een typisch dier van de bergvalleien, de Andes-kat is zeer zeldzaam en komt alleen voor in de zuidelijke hooglanden. De reuzenotter kan inclusief een 70 centimeter lange staart bijna 2 meter lang worden. In Peru leven nog maar enkele tientallen exemplaren. De zwarte brilbeer, de enige berensoort van Zuid-Amerika, is zeer zeldzaam en komt alleen nog maar voor op de oostelijke hellingen van de Andes. Het stinkdier komt voor tot op 4100 meter hoogte, van de kust tot in het nevelwoud aan de oostkant van de Andes. De Andes-vos komt in het hele Andesgebied voor en staat iets hoger op de poten dan zijn Europese en Amerikaanse tegenhangers. De Andes-wezel valt prooidieren aan die twee keer zo groot als hijzelf.
Van de vier soorten kameelachtigen leven alleen de vicuña en de guanaco nog in het wild; de lama en de alpaca zijn al duizenden jaren geleden gedomesticeerd door de hooglandindianen van Peru. De vicuña, het nationale dier van Peru, leeft tot op zeer grote hoogte in Zuid-Peru; de guanaco komt nog maar zelden voor in het Peruaanse hoogland. Verder is daar de tapir, het grootste zoogdier van het land. De grootste slang van Peru is de anaconda, die wel acht meter lang kan worden. Een andere grote wurgslang is de boa constrictor. De meest algemene krokodilachtige van Peru is de brilkaaiman en de twee keer zo grote, maar zeldzame zwarte kaaiman.
In Peru komen ongeveer 1800 vogelsoorten voor. De indrukwekkendste roofvogel van Peru, en tevens de grootste roofvogel op aarde, is de Andescondor met een spanwijdte van ca. drie meter. Verwanten van deze gigant zijn de zwarte gier, de koningsgier en de kalkoengier. Een opvallende roofvogel is de bergcaracara, een zwart witte vogel met en rood, kaal gezicht. De nationale vogel van Peru is de rode rotshaan, die leeft in de nevelwouden op de hellingen van de Andes. De grootste papegaaien van Peru zijn de vele soorten ara’s, onder andere de blauwgele ara, de roodgroene ara, de geelvleugelara, de rode ara en de groenvleugelara.
VISSEN
Een van de grootste vissen van het Amazonegebied is de zwartwitte meerval surubí. Piranha’s zijn roofvissen die zelfs voor de mens gevaarlijk kunnen zijn. Ongevaarlijk maar wel nieuwsgierig zijn de zoetwaterdolfijnen. De ‘paiche’ is een primitieve vissoort die een lengte van twee meter kan bereiken en een gewicht van meer dan 80 kilo.
BIJZONDER NATUURRESERVAAT
Bij de West-Peruaanse stad Pisco ligt het Reserva Natural Paracas, dat bestaat uit een schiereiland langs de woestijnkust. In mei en juni is de Chileense flamingo hier te vinden. Verder leven hier ca. 25.000 zeeleeuwen en zeeberen. In 1988 maakten Peruaanse wetenschappers melding van een nieuwe walvissoort, de mesplodon peruvianus, met maximaal vier meter lengte een van de kleinste vertegenwoordigers van de walvissenfamilie.
* = hoofdstad
Volgens de Grondwet van 29 december 1993 is Peru een presidentiële republiek en berust de wetgevende macht bij het Congres of ‘Congreso Constituyente Democratíco'. Het Congres bestaat uit een 120 leden tellende Kamer van Afgevaardigden die voor een periode van 5 jaar via directe verkiezingen gekozen wordt. Door de Kamer zelf worden 25 leden rechtstreeks aangewezen.
De uitvoerende macht berust bij de president, die wordt gekozen voor een ambtstermijn van 5 jaar. De zittende president mocht al voor de tweede gaan voor een nieuw ambtstermijn, in 2000 stemde het Congres in met een mogelijke derde termijn. Behaalt een kandidaat bij de directe verkiezingen 56% of meer van de stemmen, dan is hij verkozen, bij een lager stemmenpercentage volgt een tweede stemronde. Sinds april 2001 wordt er volgens een districtenstelsel gekozen. Er bestaat stemplicht voor burgers van 18 jaar en ouder (sinds 1980 ook voor analfabeten). De president benoemt de minister-president en staat tevens aan het hoofd van de strijdkrachten. Hij heeft ook de macht om wetgeving te blokkeren als de uitvoerende macht het hier niet mee eens is.
Ongeveer 96% van de bevolking is rooms-katholiek. Volgens de Constitutie van 1933 is er godsdienstvrijheid, maar de Rooms-Katholieke Kerk wordt door de staat geprotegeerd. De Rooms-Katholieke Kerk is de laatste decennia wel sterk veranderd en de directe invloed is tanende. De Rooms-Katholieke Kerk komt wel steeds meer in opstand tegen de armoede, de onrechtvaardigheid en ongelijkheid, en vervult daarmee nog een belangrijke functie in het maatschappelijke en politieke leven.
Om de gehele bevolking te kunnen bereiken worden de missen niet alleen in het Spaans gehouden, maar ook in Quechua, Aymará en andere dialecten. Omdat heidense praktijken in de koloniale tijd streng werden vervolgd, zijn veel van de oude tradities en gewoonten ingebed in het katholicisme. Vooral op het platteland worden Pachamama (‘Moeder Aarde’) en Maria naast elkaar vereerd. De katholieke kerk in Peru heeft 7 aartsbisdommen met 12 bisdommen, 14 vrije prelaturen en 8 apostolische vicariaten. In het hele onderwijs is de Katholieke Kerk nog prominent aanwezig en verschillende Peruaanse universiteiten zijn in handen van de Katholieke Kerk. Van de bevolking is 3% protestants. Sinds 1900 is de invloed van de protestantse kerken steeds groter geworden, met name van adventisten, pinkstergemeenschappen, jehova’s, baptisten en mormonen. De religie van de Andes-indianen is altijd al vermengd geweest met pre-Columbiaanse rituelen.
Voetbal is bij ver de meest populaire sport IN Peru. Het nationale elftal heeft vier keer het WK voetbal bereikt terwijl twee keer de kwartfinale zelfs werd gehaald. De eerste keer dat het land gekwalificeerd was, was in het jaar 1930 in Uruguay. Het land verloor tegen het gastland en Roemenië en kon naar huis. Peru moest veertig jaar wachten toen het zich kwalificeerde voor het toernooi in Brazilië in 1970. Het kwam de eerste ronde goed door als tweede maar strandde tegen de latere wereldkampioen Brazilië; er werd met 4-2 verloren. Acht jaar later, in 1978 won Peru in de eerste ronde van Iran en Schotland en speelde gelijk (0-0) tegen de latere finalist Nederland. In dat jaar volgde een tweede poule; hier werd Peru 3x verslagen – door zowel Brazilië, Polen als Argentinië, de latere wereldkampioen. Peru haalde in 1982 (Spanje) de tweede ronde niet – er werd gelijk gespeeld tegen Italie en Kameroen. Tegen Polen ging het met maar liefst 5-1 de boot in. Naast vier keer meegedaan te hebben met het WK won het tweemaal de “Copa America”; in 1939 als 1975.
Andere populaire sporten in Peru zijn; taekwondo, rugby, volleybal, surfen, zeilen, schieten en tennis.
De Peruaanse keuken wordt beschouwd als een van de meest gevarieerde van de wereld, en heeft een record van grootste variëteit aan typische gerechten. De keuken beschikt over een gastronomie van vier continenten in één land. Het heeft ongeveer 2000 verschillende soepgerechten en 250 traditionele desserts. Deze keuken wordt gekenmerkt door fusion, het gebruik van chilies en de puurheid. De gerechten zijn immers een combinatie van verschillende culturen en typisch Peruaanse ingrediënten, wat resulteert in geweldig gekruide, smaakvolle en vooral verse gerechten. Denk hierbij aan een smeltkroes van Spaanse, Chinese, Italiaanse, Duitse en Japanse gerechten met veelvoudig gebruik van de drie belangrijkste producten uit het land: maïs, chili pepers en aardappels. Vooral dit laatste product is mateloos populair, wat zo gek nog niet is aangezien het oorspronkelijk uit Peru komt. Toch zijn Peruaanse gerechten niet overdreven spicy. Het draait voornamelijk bij het toevoegen van chilies vooral om de typisch Peruaanse smaak in plaats van het toevoegen van pit. Niet alleen is de keuken rijk aan verschillende bereidingswijzen, maar staan ze bekend om de enorme diversiteit aan goede ingrediënten. Zo groeien er verschillende soorten quinoa, bonen, (zoete) aardappels, pepers, paprika’s en geweldige fruitsoorten die veel worden verwerkt in verschillende gerechten. De keuken van Peru is onder te verdelen in vijf verschillende keukens. In de keuken van Lima en Central Coast, de Creoolse keuken en de keuken van de noordelijke kust vind je zeer uiteenlopende gerechten. In de keuken van de Andes is maïs een populair ingrediënt. De gerechten worden bereid met vlees van inheemse dieren, zoals cavia’s en alpaca’s. In de keuken van de jungle wordt vooral vlees van jungledieren gegeten, zoals schildpadden en krokodillen.
Op en top Peruaans is ceviche met lekker veel peper en limoen of citroen. Ook zie je overal op de kaart papa a la Huancaina staan: plakjes gekookte aardappel met een pittige kaassaus en sla, meestal geserveerd met een hardgekookt eitje en wat olijven. Typisch Peruaans streetfood zijn de anticuchos, een soort saté-stokjes waarbij de meest voorkomende vleessoort runderharten zijn. Mocht je op reis gaan naar Peru, dan mag je het gerecht causa zeker niet overslaan! Dit is een soort koude schotel met lagen avocado, aardappel en extra ingrediënten als tonijn en vlees. Daarbij mag je een portie lomo saltado ook zeker niet missen. Dit gerecht weerspiegelt de enorme hoeveelheid Chinese immigranten en is een roerbakgerecht met rundvlees, tomaten, pepers, sojasaus, gebakken aardappels en wordt meestal getopt met wat witte rijst. Tot slot zijn er nog tientallen andere gerechten waarbij meestal wordt uit gegaan van één hoofdingrediënt (aardappels, paprika’s, pepers), gevuld met wat de kok voor handen heeft. Misschien een van de meest opmerkelijke gerechten is “cuy” wat een cavia is. Papas a la huancaína is een koud voorgerecht, gemaakt van gekookte aardappelen in een pittige romige saus. Een typisch Peruaans toetje is picarones, een gerecht dat bereid wordt met gefrituurde zoete aardappelen en siroop.
Een typisch Peruaans ontbijt bestaat uit broodjes en geroosterde tarwekorrels. Bij dit vrij lichte ontbijt wordt koffie of thee gedronken. Voor veel Peruanen is de lunch de belangrijkste maaltijd van de dag. De lunch bestaat over het algemeen uit een dikke soep, gemaakt van aardappelen, maïs, gerst en groenten. Bij de lunch drinkt men een koude drank, bijvoorbeeld bier, vruchtensap of een frisdrank. Populaire biermerken in Peru zijn Cristal, Cusqueña en Pilsen Callao. Op sommige momenten drinkt men echter ook wel eens warme chocolademelk. Het diner in Peru is de rijkst gevulde maaltijd van de dag. Het diner bestaat uit twee tot drie gerechten, waarvan één gerecht vaak een aardappelgerecht is. De Peruanen vinden zoete gerechten erg lekker. Het diner wordt doorgaans afgesloten met een zoet dessert.
EUROPA:
Albanië * België * Bosnië-Herzegovina * Bulgarije * Denemarken * Duitsland * Engeland * Estland * Finland * Frankrijk * Griekenland * Hongarije * (Noord) Ierland * Italië * Kosovo * Kroatië * Letland * Litouwen * Luxemburg * Macedonië * Malta * Montenegro * NEDERLAND * Oekraïne * Oostenrijk * Polen * Portugal * Roemenië * Rusland * Schotland * Servië * Slovenië * Slowakije * Spanje * Tsjechië * Turkije * Zweden
NOORD EN CENTRAAL-AMERIKA:
Chili * Costa Rica * Cuba * Guatemala * Mexico * Nicaragua * Panama * Verenigde Staten
ZUID-AMERIKA:
Argentinië * Bolivia * Brazilië * Colombia * Ecuador * Peru
AFRIKA:
Botswana * Burkina Faso * Egypte * Ethiopië * Ghana * Kenia * Mali * Marokko * Namibië * Oeganda * Senegal * Tanzania * Tunesië * Zuid-Afrika
MIDDEN-OOSTEN:
Iran * Israël * Jordanië * V.A.E.
AZIE:
Armenië * Cambodja * China * Filipijnen * Georgië * India * Indonesië * Japan * Kirgizië * Laos * Maleisië * Mongolië * Myanmar * Nepal * Oezbekistan * Singapore * Sri Lanka * Thailand * Vietnam
OCEANIE:
Voor meer reisfoto's kijk op www.instagram.com/cheapskatetravel.nl:
© Cheapskatetravel.nl; 2018 (all rights reserved)