Borger e.o., Diever en ponypark Slagharen

Hunebedden:

Door het gebruikte en gevonden aardewerk blijkt dat de Nederlandse hunebedden (grafheuvels) zijn gebouwd tussen de jaren 3500 tot circa 3200 v.Chr. Dit is dus bijvoorbeeld Stonehenge in Engeland. 

De opbouw is meestal hetzelfde; ze zijn opgebouwd uit gigantische grote keien, soms meer dan 25.000 kilo zwaar, en hebben draagstenen en een soort deksel (deksteen). De meeste in Nederland zijn te vinden op de Hondsrug in Drenthe.

Er zijn er nog meer dan 50 te vinden. Veel van de bouwers van deze grafbouwers is niet bekend helaas alleen dat ze hun doden zeer serieus namen en met respect wilde begraven. Alhoewel menselijke resten niet vaak werden gevonden in deze grafheuvels (oorzaak wordt de zure bodemgesteldheid in ons genoemd waardoor skeletten helemaal vergaan) weten we dat de doden in gestrekte, zittende of in gehurkte (hurkgraf) houding bijgezet en vergezeld met giften voor de overledenen.

Men heeft in bijna alle hunebedden grote hoeveelheden aardewerk maar ook wapens zoals hamers en bijlen en verder pijlpunten, messen en krabbers van vuursteen. In Borger, wat inmiddels, de Hunebedhoofdstad van Nederland wordt genoemd is het Hunebedcentrum te vinden. Naast veel informatie over het ontstaan van de grafheuvels is hier ook het grootste hunebed van ons land te zien.

Je kunt de hunebedden het beste bezoeken met je eigen vervoer. Het huren van een (elektrische) fiets is zeker een optie maar een auto is ook heel fijn omdat de clusters hunebedden toch wel buiten de stadscentra liggen en best ver uit elkaar.

Diever (onderduikershol): 

Een van Nederlands bekendste onderduikersplekken ligt in de bossen nabij Diever in het noordwesten van de provincie Drenthe. Vanuit het dorp is het zo’n 3 kilometer ten noordwesten in het prachtige natuurgebied Berkenheuvel.

Het was hier dat tijdens WW2 zowel Geallieerde piloten die waren neergeschoten als verzetsstrijders schuilden voor de bezettende Duitsers.

Ook werden de bevolkingsregisters van Diever en Dwingeloo in het onderduikershol ondergebracht. In een paar maanden werd het hol uit de grond gestampt in 1943. Eind 1944 werd het ontdekt door de Duitsers, de op dat moment aanwezige bewoners werden aangehouden en het onderduikershol werd opgeblazen.

Na de oorlog werd de hut zoveel mogelijk in de oude staat hersteld, en kwam er een gedenksteen met namen van de acht slachtoffers. Daarna werd de hut in de loop der jaren nog twee keer gerestaureerd, in 1954 en 1994.

Ponypark Slagharen: 

In 1963 bouwde winkelier Henk Bemboom een aantal vakantiehuisjes op een stuk landbouwgrond rond een oude boerderij in Slagharen. Als extra attractie bood hij bij elk vakantiehuisje een shetlandpony en een wagentje aan.

Twee jaar later werd er een groot openluchtzwembad gebouwd, een speeltuin en een zandbak. Vanaf 1965 begon de echte ontwikkeling van het attractiepark. Ter ontspanning van de vakantiegasten werden een aantal kermisattracties geplaatst, een theater met waterorgel en lachspiegels.

In de jaren erop werd het vakantiepark en attractiepark verder uitgebreid. In 1972 werd het principe ingevoerd door een prijs te betalen en onbeperkt toegang tot alle attracties als eerste park in Nederland. Momenteel komen meer dan 1,5 miljoen bezoekers per jaar en is de voormalige oprichter helaas overleden. 

De stenen werden op deze manier kleiner gemaakt door keienkloppers en als bestrating aangebracht door keienleggers. Ook werden stenen weggehaald om te gebruiken voor bijvoorbeeld kerken. In de achttiende eeuw werden zeeweringen versterkt en in de negentiende eeuw werd vergruisd graniet gebruikt voor wegverharding of de fundering van een gebouw. 

Toerisme

Maar in de zeventiende eeuw kwam ook voor het eerst aandacht voor de oeroude graftomben. In 1734 werd in Drenthe een resolutie aangenomen waarin het vernielen van de gedenktekens strafbaar wordt. Toch verdwenen na het aannemen van deze resolutie nog vele hunebedstenen en minstens zeven complete hunebedden. In de loop van de negentiende eeuw nam de belangstelling voor hunebedden, en voor het verleden in het algemeen, toe, en werden ze beschermd. Er werden zelfs toeristische uitstapjes naar gemaakt en wandelingen uitgezet.

Gestructureerd onderzoek naar hunebedden werd in Nederland pas in de eerste helft van de twintigste eeuw uitgevoerd. Ze werden een onderdeel van de Nederlandse geschiedenislessen en we kregen een Hunebedcentrum. In 2004 vormden ze het eerste venster van de Canon van Nederland. In 2013 probeerde de Provincie Drenthe de hunebedden om te vormen tot een toeristische attractie met een half miljoen bezoekers per jaar.

Dit heeft samenhang met de bekendmaking dat de Hondsrug de UNESCO-status van geopark zal krijgen.