We hebben vannacht met z’n drieën geslapen in een “homestay” in Kochkor en maken ons deze ochtend klaar voor een paardentourtocht van twee dagen van- en naar het Song-Kol meer.
Je mag niet teveel mee vanwege het gewicht voor de paarden en we laten onze grote tassen achter in het reisbureau terwijl we een kleine meenemen.
Er komt een taxi voorrijden en laat dat nou toevallig een familielid zijn van de eigenaresse van het reisbureautje. Het is ongeveer een uurtje rijden naar de stad Jungal waar we onze paardrijdtocht gaan beginnen. De weg wordt steeds smaller en slechter terwijl het landschap steeds mooier en aantrekkelijker wordt.
De begraafplaatsen lijken op kunstgaleries waar kleine moskeeën en ijzeren “yurts” als graf dienen. We stoppen bij een boerderij langs de weg en we zien al wat paarden opgezadeld klaar staan aan de kant van de weg. Onze schoenen uit en dan worden we in een kamer uitgenodigd met een klein laag bijna Japans tafeltje en wederom prachtige kleden op de grond en aan de wand gekleurde kleden.
Na de lunch is het tijd; als ik richting mijn paard wandel loopt deze direct weg dus het begin ziet er niet echt rooskleurig uit. We benadrukken aan de jonge gids dat er twee personen zijn die nog nooit paard hebben gereden maar het meisje heeft genoeg gereden in Nederland en is dus een volleerd paardrijdster. Als we zitten rijden we direct weg zonder enige instructie maar “hij” loopt.
Het lijkt erop alsof onze zeer jonge gids dit voor de eerste keer doet; hij haalt een verfrommeld papiertje uit zijn jaszak waar een beknopte beschrijving opstaat hoe hij moet rijden. Dit wordt wat hoor. Na een half uurtje rijden we al verkeerd maar gelukkig komen er een paar lokale ruiters ons tegemoet die met ons meerijden en ons de weg wijzen.
Op een van de paarden ligt een geit op de knieën van z’n berijder en we kijken jaloers naar deze geboren cowboys. Het is zo stoer in zo’n club rijders door een snel stromend beekje te lopen.
We nemen afscheid van de jongens en rijden even later langs wat houten huisjes en wat “gers” en we vragen ons af waar die mensen in deze wildernis van leven. Het erf staat meestal vol met oude troep en het enige wat we hier zien en horen zijn een paar half verwilderde honden die ons al van ver staan toe te blaffen.
Mijn paard doet het verwonderlijk goed ook al moet ik een paar keer streng optreden als hij weer sneller gaat lopen dan ik wil. We moeten ervoor zorgen dat ze niet telkens gaan eten in de berm geeft de gids aan, maar de paarden hier zijn oersterk. Rond 15:00 komen we in een prachtige vallei aan waaruit een klein kleihuisje rook uit de schoorsteen komt. Achter het huisje is een halfopen koeienstal waarbij de afrastering is gemaakt van koeienstront en klei. Tegen de kou en de regen is een aluminiumplaat gebruikt.
Verderop stroomt een klein beekje en we zien wat paarden vastgebonden in de weide staan. Het is niet helemaal duidelijk wat nu precies allemaal bij het huisje hoort. De kinderen komen direct op ons afgestormd en de werkende mensen die er rond lopen kijken ook allemaal op als we aan komen. De moeder zien we bezig met het leggen van schapenwol op de kleine lage struikjes die rond het beekje groeien en haar dochter (tenminste daar gaan we vanuit) is met een teil bezig water uit hetzelfde beekje te scheppen.
De 1 kamer woning
Via wat oude houten balkjes waar we onze schoenen moeten uittrekken komen we binnen in een donker hol wat de keuken moet zijn. Het is ons een raadsel dat ze hier kunnen koken met zoveel rommel.
Daarnaast een kleine woonruimte die zo te zien ook als slaapkamer gebruikt wordt. Stoelen staan er niet, een laag tafeltje en wat kussens en kleden op de grond. In de hoek staat een grote kist die vol zit met dekens. De ramen zijn gemaakt van plastic en je hoort en voelt de wind door kieren van het plastic binnenkomen.
Er wordt afscheid genomen van een familie die met de oude BMW vertrekken die voor de deur staat en we zien de man met zijn Kirgies muts nog snel zijn thee opdrinken. Dan is het onze beurt om op de grond te gaan zitten. Er wordt een korf brood op tafel gezet en dit blijkt de lunchplek te zijn. We krijgen thee en gemoese (paardenmelk) en een zoete pap die je op je brood smeert, zo blijkt. De vrouw des huizes zit op een krukje met haar kind en kijkt gemoedelijk toe hoe wij ons eten nuttigen.
Angstig kijken we naar Murat, onze gids, hoe die de zadels van de paarden buiten afhaalt. We zullen toch niet hier blijven slapen? Waar dan? Met al die mensen? Of zullen die zo meteen allemaal vertrekken en blijven we alleen met de vrouw en haar kind over? We zoeken in het gangetje naar onze schoenen tussen de hele stapel die hier ligt en we merken nu ook de kapstok op die onder de jassen bedolven ligt, want die heeft het jaren geleden al begeven onder dat gewicht.
We vragen onze gids die maakt duidelijk dat we hier gaan slapen en wij besluiten dan nog even onze benen te streken en de heuvels naast het huis op te klimmen.
De heuvel doet bedrieglijk aan; als je denkt dat je aan de top bent, is er nog een richel en dan weer eentje. Bomen en struiken compleet in dit rollende heuvellandschap en het bestaat uit gras, hoog gras en wat wilde bloemen.
De wind neemt toe naarmate we hoger klimmen en we gokken dat we nu op zo’n 2800 meter zitten, en dat voel je ook aan de ijle lucht die hier hangt.
We ploffen hijgend neer in het hoge gras en genieten van het prachtige uitzicht; in de verte de hoge besneeuwde pieken en dichterbij de rollende heuvels zoals in Mongolië.
De wolken vliegen over de heuvels heen en de schaduwen ervan zien we in donkere plekken terug in de heuvels tegenover ons. Nu valt ons ook op dat de rotsen aan de overkant eigenlijk een kudde schapen is die daar tegen een helling aan op zoek is naar eten.
Een herder zien we niet. Het is heerlijk toeven hier, als je laag blijft en je ruikt de bloemen waarvan vele kruidige en het felle zonnetje dat op onze gezichten schijnt.
In de verte komt nu over het slingerende landpad een auto aanrijden met achter zich een grote wolk stof die hij veroorzaakt. De broer en zus hebben er genoeg van en gaan richting een groep paarden die op het moment gemolken wordt, niet ver van ons kleine vertrek, wat vanaf hier op een poppenhuisje lijkt. Alleen blijf ik nog even achter hier en realiseer wat een unieke plek dit is – fantastisch!
Terug aan de voet van de heuvel besluiten we met de kinderen een partijtje voetbal te spelen. Je moet overigens heel goed opletten voor de kuilen en polletjes en de grote hoeveelheid aanwezige vlaaien.
Voordeel is dat eigenlijk niets stuk kan! De kinderen vinden het prachtig maar de honden hebben zo te zien slechte ervaringen met de bal want die smeren hem direct. Als ik even sta uit te puffen (ben ook geen 19 meer) zie ik vogels het huis invliegen onder de dakpannen om een nestje te bouwen.
De koeien moeten verzameld worden en worden de stallen ingedreven. Dochterlief haalt onder een zeiltje verderop in het land gedroogde koeienvlaaien tevoorschijn en deze zullen waarschijnlijk als brandstof gebruikt worden.
De avond gezamenlijk
We gaan naar binnen en het avondeten wordt geserveerd; het bestaat uit zoute vis uit het meer waar we morgen heengaan, aardappelen, wat vlees, brood en natuurlijk weer paardenmelk.
Het smaakt prima, zeker na een drukke dag als vandaag. Voelend aan de paardrijdwonden valt het allemaal hartstikke mee; ik vergeet nooit de eerste keer dat ik ging rijden dat ik een schrale kont had, pijn in mijn knieën en zelfs wat schaafwonden maar deze keer niets van dit alles.
Na het eten moet ik naar de wc en aangezien deze zich bevind in een klein houten hokje buiten op het erf neem ik de zaklamp mee. Wat een prachtige avond; het is aardedonker en alleen het maanlicht verlicht de heuvels om mij heen. Maar als ik dichter bij het toilet kom besluit ik er toch omheen te lopen en op het open land te gaan – wat een stank!
Als ik terugkom in de kamer heeft het tafeltje plaats moeten maken voor een paar kleden op elkaar wat dienst moet doen als matras. Moeder heeft aan de lange muur acht kleden neergelegd waar wij, de toeristen moeten liggen en de mannen. Aan de andere zijde liggen de drie dames. We liggen zo dicht op elkaar dat we het niet koud kunnen krijgen, ook al blijf het pitje van de kachel aan.
Ik kan mij niet herinneren dat ik met zoveel mensen zo dicht op elkaar heb geslapen. Maar het is wel fantastisch om zo tussen deze mensen in te slapen. De radio die op het zonnepaneel is aangesloten stopt ermee en we krijgen te horen dat we nog een spelletje kaart mogen spelen en daarna gaat het licht uit. In het donker lig ik op mijn rug te kijk naar dit kamertje en ik hoor de wind buiten huilen.
Als ik opsta als eerste toerist zie ik dat Murat de paarden al aan het opzadelen is, de koeien worden gemolken, er is water gehaald en het ontbijt wordt klaargemaakt.
Er wordt weinig gesproken, des te meer gedaan en wij zien versuft hoe de slaapkleden worden opgevouwen en het tafeltje weer tevoorschijn komt.
Het ontbijt bestaat uit pap, brood, room en thee. Buiten aangekomen fris ik me op in de beek, poets mijn landen en voel ondertussen hoe fris het nog is. Het is kraakhelder en er staat bijna geen wind – ideaal paardrijdweer dacht ik zo. Helemaal klaar stijgen we op onze paarden en nemen afscheid van onze familie.
We wandelen eerst door de vallei heen en zien een aantal grote gaten in de grond en vragen ons af wie die maakt – een vos wellicht? Opeens zien we de kuilengraver rennen – het is een gigantische marmot die wel 30 tot 40 cm groot moet zijn.
Prachtig is om het groene gras tegen de zeer felle blauwe lucht te zien tegen met mistige besneeuwde bergtoppen in de verte. We rijden inmiddels de heuvels in, hoger en hoger en op een gegeven moment klimmen we over de top heen op deze oersterke paarden.
Ze schijnen veel sterker te zijn dan onze Nederlandse knollen en veel minder te zweten; nu moet ik eerlijk bekennen dat ik niet eens wist dat ze zweten. Naarmate we hoger komen wordt het uitzicht steeds indrukwekkender en we naderen de sneeuwlijn.
Net als gisteren lijkt het telkens alsof we het hoogste punt hebben bereikt om weer een bergkam op te moeten. We zien nu grote stukken sneeuw en ijs langs het pad liggen en zien nu het bord wat het hoogste punt aangeeft. 3300 meter hoogte en al is het nu prachtig weer, de wind is hier veel sterker en volgens mij kan het hier behoorlijk spoken.
Achter ons bergen met groene heuvels; voor ons een zee aan paardenbloemen in een groene wei en daarachter een gigantisch blauw meer met daar weer hele hoge besneeuwde bergen achter. Een panorama die je niet vaak zult zien. We dalen af totdat we een meter voor het meer staan; het is hier helemaal open zonder bomen of struiken en ligt in een kom omringd door heuvels en bergen. Het water is donkerblauw als een echt bergmeer en helder.
Huizen of andere behuizing is in geen velde of wegen te bekennen in de wijde omtrek.
Mijn paard is een echte wildebras en wil er elke keer vandoor gaan; voor de duidelijkheid – met mij op zijn rug. Ik moet hem elke keer streng aansnoeren wat behoorlijk wat kracht kost.
Terwijl ik geniet van het prachtige weer en uitzicht ziet hij toch kans om opeens te gaan galopperen en ik zit hopeloos op zijn ritme mee te springen. Aan de ene kant doodeng, maar wellicht beter dan dat gedraaf want dat vind ik ook niets.
Murat spurt achter mij aan en maant het paard tot rust; de andere twee blijven achter omdat ik niet de enige ben die het niet gewend is te galopperen. Op dit open veld probeer ik even later of ik mijn paard kan aansporen tot galopperen en dat laat hij mij geen tweede keer vertellen. Hij gaat ervandoor en ik moet mijzelf goed vasthouden om er niet af te vallen.
Als ik wil stoppen, probeer ik Murat na te doen met zijn korte, strenge commando’s aan het paard. Aan een herder vraagt onze gids de weg en we wandelen nu rustig naar een stuk open veld wat tussen de heuvels in ligt; er stroomt hier een beekje en er staan wat “yurts” waar we hoogstwaarschijnlijk gaan eten of zelfs slapen.
Maar eerst lunch
We passeren twee yurts waar een aantal honden dreigend naar ons staan te blaffen en deinzen terug als ze doorhebben dat we doorlopen naar het tweede groepje hutjes.
Eerst door het beekje en dan zetten we de paarden vast aan een paal – heerlijk om mijn benen even te strekken want mijn knieën voel ik nu wel.
De schapen worden geschoren momenteel en er staan in de wei nog wat paarden en zelfs wat ezels. De achterste yurt is voor ons en hier wordt lunch geserveerd; brood, room en twee heerlijke verse visjes.
Tijdens het eten wordt ons verteld dat we hier niet blijven slapen en dat we toch nog wel een stuk moeten doorrijden langs het meer naar onze slaapplaats. Er is een stoffig weggetje parallel aan het meer maar wij kiezen het gras voor onze tocht. In de verte zien we witte stipjes en Murat vertelt ons dat de hutten zijn waar we vannacht gaan slapen.
Het is een soort dorpje van yurts – we zien achter de grote witte tenten blauwe containers staan die als wc dienstdoen en er rijden trucks rond met tenten achterop; deze zijn vooral voor toeristen bedoeld legt onze gids uit. Er staan nu nog maar een handvol tenten maar dit zal in de komende tijd toenemen tot hier een heel circus aan toeristententen staan. We drinken wat thee bij onze gastfamilie van vandaag en leggen onze spullen in een andere tent waar we vier matrasjes zien liggen. Het zal fris worden vannacht.
Bij de bazaar in Kochkor staan talloze “gezamenlijke” taxi’s.
Kochkor – Naryn: het is ongeveer taxieen van Kochkor naar Naryn. Kosten zijn ongeveer 150 Som p.p.
Naam : Homestay Jumagul’s B&B (Kochkor)
Adres : Kuttuseyit uulu Shamen 58
Prijs : Som 200
Tel.nr. : 22453
Inhoud:
Het is ongeveer 500 a 600 meter lopen vanaf de hoofdweg Orozbakova waar de taxi- en marshrutka-stops zijn. Het is een prachtig oud traditioneel gebouw en je wordt keurig netjes ontvangen door de eigenaresse. Sloffen aan als je in een geweldig schoon en traditionele kamer aan komt waar heel veel Oosterse dikke tapijten liggen.
De wc is buiten in de tuin (als het donker is zal je een zaklantaarn nodig hebben want het is achter in de tuin) net als de Russische bana. Je kunt hierin als je 50 Som extra betaalt – zeker de moeite waard. De douche is op de gang. In de tuin lopen allerlei beesten rond.
Het ontbijt (exclusief) wordt aangeboden in een aparte kamer en is uitgebreid, vers en erg lekker.
Je kunt d.m.v. het toeristeninformatiebureau in Kochkor een meerdaagse paardrijdtocht maken naar- en van Song-Kol meer. Je betaalt ongeveer 3900 Som per persoon inclusief alles.
Van
TURKIJE
Het meer van Van ligt in het oosten van Turkije en is eeuwenlang van Armenië geweest.
Elstei
MONGOLIE
Net als bij het Song Kol meer vind je in Mongolië ook talloze traditionele yurts in de hooglanden.
EUROPA:
Albanië * België * Bosnië-Herzegovina * Bulgarije * Denemarken * Duitsland * Engeland * Estland * Finland * Frankrijk * Griekenland * Hongarije * (Noord) Ierland * Italië * Kosovo * Kroatië * Letland * Litouwen * Luxemburg * Macedonië * Malta * Montenegro * NEDERLAND * Oekraïne * Oostenrijk * Polen * Portugal * Roemenië * Rusland * Schotland * Servië * Slovenië * Slowakije * Spanje * Tsjechië * Turkije * Zweden
NOORD EN CENTRAAL-AMERIKA:
Chili * Costa Rica * Cuba * Guatemala * Mexico * Nicaragua * Panama * Verenigde Staten
ZUID-AMERIKA:
Argentinië * Bolivia * Brazilië * Colombia * Ecuador * Peru
AFRIKA:
Botswana * Burkina Faso * Egypte * Ethiopië * Ghana * Kenia * Mali * Marokko * Namibië * Oeganda * Senegal * Tanzania * Tunesië * Zuid-Afrika
MIDDEN-OOSTEN:
Iran * Israël * Jordanië * V.A.E.
AZIE:
Armenië * Cambodja * China * Filipijnen * Georgië * India * Indonesië * Japan * Kirgizië * Laos * Maleisië * Mongolië * Myanmar * Nepal * Oezbekistan * Singapore * Sri Lanka * Thailand * Vietnam
OCEANIE:
Voor meer reisfoto's kijk op www.instagram.com/cheapskatetravel.nl:
© Cheapskatetravel.nl; 2018 (all rights reserved)