ALGEMENE INFORMATIE

* Bijgewerkt t/m 2004 - wijzigingen voorbehouden.


  • Klimaat
  • Geografie
  • Inwoners
  • Natuur
  • Dieren
  • Steden
  • Staat
  • Religie
  • Sport
  • Eten & Drinken 

klimaat


Noordoost-, Zuidoost-, Zuid-Jordanië en de Wadi Araba hebben allemaal een woestijnklimaat, waar de neerslag beneden de 200 mm per jaar bedraagt. Rond de hoogvlakte ligt een zone met een steppeklimaat en een neerslaghoeveelheid van 100-300 mm. In het woestijn/steppegebied valt alleen ’s winters wat neerslag. De hoogste delen van de hoogvlakte en de hellingen ten oosten van de Jordaan-vallei hebben een soort Middellandse-Zeeklimaat met hete, droge zomers en zachte winters met geringe hoeveelheden neerslag.


De noordelijkste en hoogste delen van de hoogvlakte ontvangen de meeste neerslag en alleen hier zijn landbouwactiviteiten mogelijk. Door de hoogte valt de neerslag hier soms in de vorm van sneeuw.


Jordanië kent hete zomers, met name op het plateau en in de Jordaanvallei. De winters duren van november tot mei en zijn tamelijk vochtig; de berggebieden ten westen en oosten van de Jordaan zijn tamelijk koud en kennen vorst en sneeuw.
 


De gemiddelde temperatuur in januari ligt in het noorden van Jordanië tussen de 5° en 10°C, in het zuiden tussen 10° en 15°C. In de Jordaan-vallei en de Wadi Araba is het nog iets warmer, tussen de 15° en 20°C. In de zomer lopen de temperaturen op tot 25° en 30°C in het noorden en 30°C en 35°C in het zuiden en in de Jordaan-vallei en de Wadi Araba. Regelmatig komen de temperaturen daar boven de 40°C uit. Vanwege de vochtige lucht en de hoge temperaturen is het ’s zomers nauwelijks uit te houden.


geografie


Jordanië is gelegen tussen Israël en de Westelijke Jordaanoever (onderdeel van de Palestijnse Gebieden) in het westen, waar de rivier de Jordaan en de Dode Zee (een zoutmeer) de grens vormen. Verder is het land gelegen naast Syrië in het noorden, Irak in het noordoosten en Saoedi-Arabië in het zuidoosten. Het heeft in het zuiden via de Golf van Akaba toegang tot de Rode Zee..

 

Jordanië is ongeveer 2x zo groot als Nederland. 


inwoners


De bevolking van Jordanië is bijna geheel Arabisch, met als belangrijkste minderheidsgroepering de Circassiërs of Tsjerkessen (ca. 100.000 personen), die, op de vlucht voor de vervolgingen van de Russische tsaar, afkomstig zijn uit de Kaukasus. De Circassiërs integreerden volledig in de Arabische maatschappij en leverden belangrijke bijdrages aan de opbouw van Jordanië. Ondanks hun streven naar integratie hebben ze hun eigen identiteit grotendeels weten te behouden. Ruim de helft van de Jordaanse bevolking is afkomstig uit door Israël bezette gebieden van Palestina; de andere helft zijn Transjordaniërs. De Transjordaniërs wonen in het hele land, terwijl de Palestijnen vooral in de grote steden in het noorden en noordwesten wonen, waar ze vaak belangrijke functies vervullen. De bevolkingsdichtheid in het noorden en noordwesten is steeds aanmerkelijk groter geweest dan in de overige delen van het land.

 

De oorspronkelijke bewoners van de Oostoever zijn voornamelijk bedoeïenen; van hen leidt echter nog maar eenderde een nomadisch bestaan. In 1922 bestond de helft van de bevolking nog uit bedoeïenen, in de jaren zeventig waren er nog maar 50.000 bedoeïenen op een bevolking van twee miljoen. In de woestijn, in het oosten en vooral in de woestijn Wadi Rum leven nu nog een paar tientallen duizenden bedoeïenen.

 

De jaarlijkse bevolkingsgroei is zeer groot; in vergelijking met Arabische landen als Egypte, Libanon en Tunesië steekt dit percentage er ver bovenuit. Toen in de jaren zeventig de ‘olie-boom’ plaatsvond in de Golfstaten, was er een grote behoefte aan buitenlandse gekwalificeerde arbeidskrachten. Veel Jordaniërs voldeden aan deze eisen en gingen werken in de Golfregio, waar veel meer geld betaald werd.  Na de Tweede Golfoorlog keerden vele Jordaanse gastarbeiders terug naar hun land en groeide de bevolking met meer dan zes procent per jaar. Hierbij zijn veel Palestijnse vluchtelingen, die zich na de Zesdaagse Oorlog van 1967 zich in het land vestigden.

 

Ook andere nationaliteiten vluchtten naar het stabiele Jordanië; Libanezen ontvluchtten de burgeroorlog in Libanon en na de Golfoorlog van 1990 kwamen 40.000 Iraniërs naar Jordanië. Andere etnische minderheden zijn soennitische Tsjetsjenen, Koerden, Turken en Armeniërs. In 1994 woonde 70% van de bevolking in de steden, geconcentreerd in het noordwesten en op de hoogvlakte. Het oosten van Jordanië is praktisch leeg.


natuur


Jordanië is te verdelen in drie landschappen: de Jordaan-vallei, het heuvelland in het westen, en het Oost-Jordaanse woestijnplateau, dat zich tot in Syrië en Saoedi-Arabië uitstrekt. Het totale landoppervlak van Jordanië bestaat voor 91% uit woestijn.

  • De Jordaan-vallei in het westen, is het laagst gelegen dal op aarde. Zo ligt de waterspiegel van het Meer van Tiberias op -210 meter, de Dode Zee ligt op -410 meter, het laagste punt op aarde. De Dode Zee (eigenlijk een meer) heeft een zeer hoog zoutgehalte van meer dan 30% en is het grootste van het land. De breedte van de zee varieert van 5 tot 16 kilometer, de lengte is 75 kilometer. De diepte varieert van 400 meter in het noorden tot 5 meter in het zuiden. Deze getallen zijn aan verandering onderhevig omdat de waterspiegel zakt, onder andere door de grote verdamping. De zee moet met Israël en de Palestijnse autoriteiten worden gedeeld.
  • Het heuvelland in het westen is meer een plateau, dat op vele plaatsen is doorsneden door diep ingesneden dalen, waardoor wadi’s (rivierbeddingen) naar de Jordaan en de Wadi Araba lopen. De hoogste top van Jordanië ligt in het zuidelijke gedeelte, de Jabal Ram met 1754 meter. In het noorden bereikt de Um ad-Daraj en hoogte van 1247 meter.
  • Ten oosten van het heuvelland strekt zich het zeer uitgestrekte Oost-Jordaanse woestijnplateau uit, met een gemiddelde hoogte van 500-600 meter. Noordoost-Jordanië behoort tot de Syrische woestijn, het zuidoosten tot de woestijnen van het Arabisch Schiereiland. In het oosten lopen een aantal wadi-dalen in de richting van de Wadi as-Sarham. Al-Azraq en Al-Jafr zijn in dit gebied de belangrijkste oases en kenmerkend voor de gehele Jordaanse woestijn zijn de zwarte lavavelden.

De belangrijkste rivieren zijn de Jordaan (Arabisch: Al-Ghawr) met een lengte van slechts 97 kilometer, en de zijrivieren van de Jordaan, de Jarmoek (Nahr al-Yarmuk) en de Zarqa. De Jordaan ontspringt op de westhelling van de berg Hermon in Syrië en mondt uit in de Dode Zee. Deze belangrijke rivier vormt de grens met Israel en de Westelijke Jordaanoever.

 

Door watergebruik voor irrigatie is de Jordaan bijna geheel opgedroogd en is de monding verzand. Een nauwe strook langs de oostelijke oever van de Jordaan is - vooral dankzij irrigatie - een vruchtbare streek waar aan land- en vooral tuinbouw wordt gedaan. Verder zijn in het noordwesten enkele bossen te vinden. Een andere rivier is de Jarmuk, deze stroomt in het noorden van het land.

 

Bekende wegen - die ook al in de oudheid gebruikt werden - zijn de King's Highway en de Desert Highway.


dieren


De schaarse dierenwereld heeft aan de kust een mediterraan karakter, maar in het binnenland een typisch (Arabisch) woestijnkarakter. Grote roof- en hoefdieren hebben het steeds moeilijker door de afname van prooidieren en grasland. De groep grote zoogdieren bestaat vooral uit (gedomesticeerde) paarden, ezels, geiten, schapen, dromedarissen, koeien, honden en katten. In de woestijngebieden leven verder nog woestijnvossen, jakhalzen, caracals, hazen en gerbils, een soort knaagdier. Hagedissen zijn talrijk, o.a. de beroemde blauwe hagedis, en verder nog wat schildpadden en schorpioenen; slangen zijn zeldzaam.


Langs de oases strijken regelmatig grote groepen trekvogels neer (ca. 200 soorten), met name die van al-Azraq. Inheems zijn vele soorten kleine roofvogels, onder andere de dwergarend, de havikarend en de grauwe kiekendief. Bijzondere vogels zijn de woestijnleeuwerik, zonnevogel en Bonelli’s nachtegaal.


Dierrijk is de Wadi Rum, een vallei ten noordoosten van Aqaba. Het is de woonplaats van onder meer de Palestijnse roodmus, de Egyptische gier, de vale gier, en zoogdieren als de woestijnvos, Aziatische jakhals, gestreepte hyena, woestijnhaas, ibex, egel, gerbil, klipdas en jerboa of woestijnspringmuis. Oppassen is het voor de Palestijnse adder, een van de giftigste slangen van de Arabische landen.


In verscheidene delen van het land zijn of worden natuurreservaten ingericht om dieren te beschermen tegen uitsterven, onder andere al-Azraq en de Wadi Araba. Shaumari (22 km2) was het eerste wildreservaat van Jordanië. Het werd gecreëerd om een van de meest bedreigde dieren ter wereld te redden: de Arabische oryx. In 1978 werden er vanuit de Phoenix Zoo in Arizona acht exemplaren ingevlogen; in 1999 was de kudde uitgegroeid tot meer dan 200 dieren. Shaumari is ook een fokcentrum voor de Perzische onager, de kropgazelle en de struisvogel.
 

 

Bekende vissoorten in de Golf van Aqaba zijn onder andere spectaculaire vissen als de vlindervis, papegaaivis, clownvis, ballonvis, leeuwvis, maar ook zeesterren, zeepaardjes, zee-egels en zee-anemonen.


steden


De vier grootste steden van Jordanië zijn: 

  1. Amman          *          1.200.000 inwoners
  2. az-Zarqa                      430.000 inwoners
  3. Irbid                             250.000 inwoners
  4. ar-Rusayfah                 220.000 inwoners

* = hoofdstad


staat


Aan het hoofd van het koninkrijk Jordanië staat een constitutionele monarch die onschendbaar is, Koning Abdoellah II. Het Jordaanse Koningshuis behoort tot de dynastie van de Hasjemieten en stamt af van Hasjem, de overgrootvader van de profeet Mohammed. De troonopvolging is erfelijk bepaald en voorbehouden aan mannen. Toen in 1999 Koning Hoessein overleed nam z’n zoon het stokje dus over. De uitvoerende macht berust bij de koning, die de minister-president benoemt en kan ontslaan en opperbevelhebber van het leger is.

 

Aangezien de koning dus het kabinet én de senaat samenstelt, heeft hij een allesbepalende macht in de Jordaanse politiek. De wetgevende macht berust bij de koning en de Nationale Vergadering, die grondwettelijk bestaat uit een Senaat, bestaande uit 40 door de koning voor acht jaar benoemde prominente persoonlijkheden, die ouder moeten zijn dan 40 jaar en een Huis van Afgevaardigden, bestaande uit 80 gekozen leden. Zij worden voor 4 jaar via algemene verkiezingen gekozen.

 

Het parlement heeft de bevoegdheid wetsvoorstellen, ingediend door de minister-president, af te wijzen. Als een wetsvoorstel door het parlement wordt aanvaard, dan wordt het voorstel ter goedkeuring aan de koning voorgelegd. De ministerraad is verantwoording schuldig aan het parlement, en het parlement heeft het recht het kabinet tot aftreden te dwingen. De koning kan dan weer besluiten om het parlement weer bij elkaar te roepen en te ontbinden, en om verkiezingen uit te schrijven of uit te stellen. In 1974 en 1984 werd het parlement daadwerkelijk door de koning ontbonden.

 

In november 1989 werden voor het eerst in 23 jaar weer verkiezingen gehouden. Voor zittingen van beide huizen is een quorum van tweederde vereist. De leden komen slechts in bijzondere zittingen bijeen. In 1991 kwam een einde aan een periode van ruim dertig jaar waarin de vorming van politieke partijen verboden was. Via de aanvaarding van een nationaal handvest werd in juni officieel het meerpartijenstelsel aanvaard. In 1993 mochten er voor het eerst politieke partijen meedoen aan de verkiezingen. Het kiesstelsel was echter zó ingewikkeld, dat de partijen weinig kans hadden om in het parlement te komen. Tijdens de Arabische Lente vonden in Jordanië ook protesten plaats, maar deze waren kleinschaliger dan in andere landen. Ook werden de demonstraties snel de kop ingedrukt

 

Op 17 oktober werd Awn Khasawneh tot premier benoemd, die op 24 oktober zijn kabinet presenteerde. Zij kregen als opdracht mee om politieke hervormingen door te voeren. Ook moet er meer decentralisatie plaatsvinden, het parlement moet onafhankelijker worden en de oppositie moet in de regering worden opgenomen om zo de publieke deelname aan het besluitvormingsproces te vergroten. Jordanië kent nog altijd geen persvrijheid. Hoewel er onafhankelijke media bestaan wordt kritiek op bevriende naties bestraft met gevangenisstraf. Kritiek op de koning is ondenkbaar in Jordanië en wordt eveneens bestraft


religie


Sinds de invoering van de grondwet in 1952 is de islam staatsgodsdienst. Ruim 93% van de bevolking is de soennitische richting van de islam toegedaan en volgt daarin de sjafi'itische rechtsschool; 3% zijn sji'ieten (o.a. de Circassiërs). In de dagelijkse praktijk is de islam in Jordanië niet zo streng als in sommige buurlanden. De moskeeën zitten lang niet overal vol en sommige voorschriften worden nauwelijks gerespecteerd; zo wordt de chaddor zelden gedragen, hoewel veel vrouwen wel gesluierd lopen. In de hoofdstad Amman lopen echter steeds meer vrouwen in westerse kledij, en hebben hierin een goed voorbeeld in koningin Noor.


Naast islamieten telt het land een aantal christelijke groepen: grieks-orthodoxen, grieks-katholieken, rooms-katholieken, Syrisch orthodoxen, koptisch-orthodoxen en enige protestanten (lutheranen, anglicanen), samen ca. 5% van de bevolking.
 


In het noorden wonen een klein aantal Druzen. Druzen zijn ismaëlieten die geloven dat de ‘verborgen imam’ niemand minder is dan de stichter van hun sekte, met name de Egyptische kalief Al-Hakim, die leefde in de 10e eeuw. De Druzen beoefenen een geheim en complex sjiitisme voor ingewijden en ze hebben niet de intentie om anderen te bekeren. Alleen de meest geleerde gelovigen kunnen de heilige teksten raadplegen. Verder zijn er nog wat aanhangers van de bahai-religie en samaritanen, een religie die lijkt op het jodendom. Zij wonen vooral in de steden Kerak, Madaba en As-salt.


(nationale) sport


Voetbal is verreweg de meest populaire sport in Jordanië. In elke regio, van noord tot zuid en van west naar oost wordt op kleine trapveldjes voetbal gespeeld. De sport is nog steeds rijzende in populariteit vanwege het goed presteren van het nationale team van het kleine landje.

 

Andere veel beoefende sporten zijn rugby en basketbal. Fietsen wordt ook steeds gedaan, niet zo zeer als sport maar eerder als vervoersmiddel. 


eten & drinken


De Arabische keuken zal voor de meeste West-Europeanen grotendeels onbekend zijn. Er bestaan grote regionale verschillen; in Tunesië of Egypte eet men anders dan in Jordanië. De Jordaanse gerechten hebben vaak invloeden uit andere landen aan de Middellandse Zee en van traditionele Arabische gerechten.

 

Enkele van de te nuttigen gerechten zijn de volgende: 

  • shoarma (gemarineerd lamsvlees dat aan een grote spies is gestoken en waarvan dunne plakjes worden afgesneden),
  • Musakhan (deze schotel wordt gemaakt van gebraden kip met specerijen, uien en pijnboompitten),
  • kibbih (gefrituurde balletjes gemaakt van een mix van vlees met bloem en uitjes),
  • felafel (gefrituurde balletjes van kikkererwtenpasta, opgediend in brood),
  • Samosa (dit is een populaire snack die gemaakt wordt van driehoekig deeg. De snack wordt gevuld met een hartige vulling bijvoorbeeld gekruide aardappelen, uien, erwten, koriander, linzen, rundvlees of kip. De samosas worden geserveerd met kwark),
  • hummus (kikkererwtenpasta, gemixt met een sesampasta, olijfolie, knoflook en citroen),
  • fuul ( bruine bonen, knoflook en citroen, met veel olie),
  • kebab (gegrild gehakt),
  • Maqluba (een rijstschotel waarvan de rijst met aubergines wordt gebakken. De schotel wordt geserveerd met lamsvlees),
  • shis kebab (stukjes lamsvlees aan het spit, gegrild op houtskool),
  • laban (yoghurt),
  • khobz (plat en rond brood, dat bij bijna alle andere gerechten gegeten wordt, en dat bovendien vaak dienst doet als 'lepel').

Een typisch bedoeïenengerecht is mensaf; het bestaat uit lamsvlees geserveerd met rijst en pijnboompitten. Soms ook met yoghurt. Dit gerecht wordt gezien als het nationale gerecht in Jordanië. Wie geen vlees wil, kan een groentegerecht nemen. De bekendste zijn: “karnabit maqli” (geroosterde bloemkoolroosjes met sesamsaus), “badhinjan mahshi” (gevulde aubergine in tomatensaus) en “mnazalet banadora” (gevulde tomaten). Erg lekker zijn de zogenaamde mezze (verschillende kleine hapjes en salades) en mensaf, een typisch bedoeïenengerecht dat bestaat uit lamsvlees geserveerd met rijst en pijnboompitten.

 

De desserts zijn allemaal heel zoet, en bestaan meestal uit bladerdeeg met noten, doordrenkt met honing. “Baklava” is misschien wel het bekendste; een zoet gebakje dat gemaakt wordt van laagjes bladerdeeg. 

 

In Jordanië zijn de eetgelegenheden grofweg in twee categorieën op te delen: de snelle haptentjes en de wat duurdere en deftige restaurants. De typische meeneemhappen zijn erg goedkoop en lekker. Hier kun je broodjes krijgen met falafel en hoemoes, foel (bruine bonen met veel olie), shawarma en kibbeh.


DRINKEN:

De zwarte, hete, zoete thee is de nationale drank bij uitstek. Deze shai wordt overal geserveerd in kleine glaasjes. Ook koffie is hier erg geliefd, vooral Turkse koffie. Die wordt opgekookt met suiker en geserveerd in een soort poppenservies. Laat het bezinksel eerst even zakken. Je kunt ook Arabische koffie nemen. Die wordt meermalen opgekookt en daardoor steeds geconcentreerder. Hij wordt flink met kardemom gekruid en dat geeft de koffie een apart en lekker aroma.

 

Als je bij de bevolking thuis komt, zul je meestal deze Arabische koffie geserveerd krijgen, ook als je thee bestelt. Minimaal drie kopjes drink je uit beleefdheid, daarna kun je je hand op je kopje leggen, ten teken dat je genoeg hebt. Je kunt je in Jordanië tegoed doen aan verse vruchtensappen (banaan, sinaasappel, citroen, enz.), maar let er dan wel op of je sapje wordt aangelengd met water. Frisdrank is ook verkrijgbaar.

 

Hoewel de islam officieel het drinken van alcohol verbiedt, is dit in Jordanië makkelijk verkrijgbaar. Niet alleen in de grote hotels maar ook bij de grotere kruideniers en in supermarkten. De hier geproduceerde wijnen zijn volgens wijnkenners niet echt goed. In Jordanië wordt Amstel gebrouwen en hier verkoopt men ook veel importbier. De Arabieren drinken ook arak, voor, tijdens en na het eten. Arak is een anijsdistillaat, dat op de Griekse ouzo lijkt en hetzelfde is als de Turkse raki. Arak wordt aangelengd met water. 

 

 

Het water uit de kraan is niet drinkbaar. Koop flessen gezuiverd drinkwater, dat kan overal wel. Let er wel op dat de flessen hun oorspronkelijke sluiting hebben. IJsklontjes in je cola zijn ook taboe, die worden immers gemaakt van leidingwater. Poets ook je tanden met flessenwater.


zie ook: