Kuta en Ubud (Bali)

HOME / Indonesië / Indonesië bezienswaardigheden

Bali is het westelijkste van de Kleine Soenda-eilanden en de grootste toeristische trekpleister van Indonesië. Het eiland wordt overheerst door het vulkanisch gebergte en sommige vulkanen zijn nog altijd actief. Het hoogste punt van het eiland is de Agung berg, een vulkaan met een top van 3142 meter boven de zeespiegel.

Het Hindoeïstische eiland herbergt een schat aan natuurlijke schoonheid zoals brede zandstranden, jungle met palmbomen en keurig aangelegde terras-rijstvelden. Er zijn indrukwekkende tempels, musea, (kunst)galerieën en kleine dorpjes waar lokalen hun traditionele waar nog zelf maken.

Cultureel en spiritueel staat Bali op een hoog niveau. Tenslotte heeft een eiland talloze toeristische faciliteiten. Belangrijkste bezienswaardigheden zijn het zeer populaire en commerciële Kuta en het culturele Ubud. Denpasar is de hoofdstad van het eiland. Bijna 90% behoort tot de autochtone bevolking, de Balinezen, die grotendeels hindoes zijn en Balinees of Indonesisch spreken.

Het plaatsje Kuta is een voormalig vissersdorp maar werd al snel ontdekt door backpackers waardoor het eind jaren 60 veranderde in een hippieplek.

Het was een van de eerste steden op Bali met enige toeristenindustrie en groeide snel als badplaats uit tot een van de belangrijke toeristische bestemmingen in Indonesië.

Het staat inmiddels internationaal bekend voor zijn lange zandstrand met surfmogelijkheden, gevarieerde accommodatie, vele restaurants en bars en gemakkelijke verbinding met Bali’s internationale luchthaven. Kuta centrum is een chaotisch labyrint van kleine straatjes en steegjes met veel verkeer en mensen en soms een verdwaalde (Hindoeïstische) tempel. 

Seminyak, Legian in het noorden en Tuban in het zuiden zijn inmiddels rustigere maar eveneens populaire synoniemen van Kuta geworden die tegenwoordig in elkaar overlopen. Je kunt een bezoek brengen aan het indrukwekkende monument ter ere van de slachtoffers van de terroristische aanval (waar talloze vooral Australische jongeren) in 2002.

Prachtig gelegen tussen de bergen ligt het culturele hart van Bali, stad Ubud. De hoofdstraat van Ubud is de Jalan Raya Ubud met vele winkels (vooral kunst), cafés, restaurants, hotels en het Puri Saren Agung paleis.

Laatstgenoemde is een grote trekpleister voor toeristen met optredens van diverse Balinese dansgroepen.

Ook de markt (pasar) is altijd druk en gezellig. Ubud heeft zelf talloze bezienswaardigheden die te voet zijn te bereiken maar voor een aantal tempels in de buurt wordt je aangeraden een bemo te huren.

In de omgeving van Ubud bevinden zich prachtige rijstvelden en talloze musea en galerieën die je bijvoorbeeld d.m.v. een (georganiseerd) fietstocht kunt bekijken. Bekend is het museum Puri Lukisan, bestaande uit 3 gebouwen met moderne en traditionele Balinese kunst. Ook bekend is het Apenwoud (Monkey-forest) met de beroemde Apengrot, een oud Hindoestaans tempelcomplex dat tegenwoordig wordt bewoond door een grote kolonie van meer dan 200 makaak-apen. 

Ook kun je de Pura Dalem Agung Padangtegal, de tempel des doods, bezichtigen. Het bos ligt naast het dorpje Nyuhkuning, bekend om z’n houtbewerking. Als je geluk hebt kun je een ceremoniële (openbare) begrafenis aanschouwen.

Goa Gajah (olifantengrot)

Nabij Bedulu ligt de ingang van de grot (Goa Gajah) die dateert uit de 11e eeuw en is in 1922 (her)ontdekt. Rond het jaar duizend moet de grot al gebruikt zijn door hindoes; waarschijnlijk daarvoor door boeddhisten.

De Baliërs die in de omgeving leefden, schreef hij, durfden de grot niet te betreden. Opvallend is de mengelmoes van hindoeïstische en boeddhistische elementen.

Pura Besakih

De Pura Besakih is de grootste tempel, in het centrum van Bali, ook wel de Moedertempel genoemd. De hindoeïstische tempel ligt op de hellingen van de vulkaan Gunung Agung. Het is een heilig tempelcomplex gelegen op een berg en bereikbaar door een lange trap. Het dateert van de 14de tot de 18e eeuw. 

De tempel bestaat uit circa 200 bouwwerken verdeeld over 30 complexen. Ze zijn verdeeld over verschillende terrassen met meerdere Meru's en paviljoens.

Tampaksiring

Tirta Empul is een van de heiligste tempels op Bali, gebouwd rond hete bronnen die nu midden in de tuin opborrelen. Balinezen komen hier om te baden en zich zelf geestelijk en lichamelijk te schonen. Tijdens de galungan worden hier barong maskers gereinigd. Het complex dateert uit 960, maar de huidige gebouwen zijn allemaal modern. 

Gunung Kawi is het gravencomplex van koning Anak Wungsu en zijn vele vrouwen. Met een trap ga je 371 stappen naar beneden, de plek met rijstvelden aan de zijkant is prachtig. Het kleinere complex aan de zuidkant van de rivier is van de vrouwen van de koning, terwijl het grotere complex van de koning zelf is.

Je moet je schoenen uit doen voor je naar binnen gaat. Een kilometer stroomafwaarts zijn een aantal kloosters.

Pura Tanah Lot

De Balinese tempel Tanah Lot ligt in zee boven op een rots. Bij laag water is de tempel net wel of net niet met droge voeten te bereiken over een zanddam (wantij) van zo'n twintig meter lang. De toegang is echter beperkt tot de eerste vijf meter van het mini eilandje. Op het toegankelijke deel is een grot met een magische bron.

Alhoewel de tempel in de zee ligt, komt er zoet water uit deze bron. Tanah Lot is een van de drukst bezochte toeristische attracties op Bali, de toegangsweg naar de tempel is dan ook een moeizaam voorbij te komen toeristenmarkt.

Tegen zonsondergang stromen de vele terrassen met uitzicht op de tempel vol en ontstaat er een waar oerwoud aan fotostatieven.

Het is zonder twijfel dat Bali al sinds prehistorische tijden werd bewoond. Van de tijd dat Indiase handelaren het eiland aandeden en het Hindoeïsme meebrachten is helaas weinig bekend. Bali stond in verschillende tijden onder invloed van het veel grotere en machtige eiland Java. 

Toen Islam z’n intrede deed in verschillende delen van het huidige Indonesië viel het toenmalige Hindoe koninkrijk uiteen in verschillende onafhankelijke vorstendommen. In 1597 betraden voor het eerst Nederlanders (de gebroeders Cornelis en Frederik de Houtman) het eiland. De schipper wilde naar huis maar veel personeel weigerde mee te gaan van dit paradijs.

Vanaf het midden van de 19e eeuw kwam het eiland geleidelijk aan onder Nederlands bestuur. De uiteindelijke, bloedige onderwerping vond in 1906 plaats, nadat de Balinese adel in Badung (mannen, vrouwen én kinderen) massaal Perang Poepoetan (zelfmoord) pleegde door slechts gewapend met een kris en een klewang op het vijandelijke vuur in te lopen.  

Voor WW2 vestigde zich een aantal Europese schilders op het eiland, waaronder Walter Spies. Zij lieten zich inspireren door de Balinese kunst, maar die kunst onderging op haar beurt westerse invloeden, vooral in het houtsnijwerk en de schilderkunst. Bali maakt deel uit van de Republiek Indonesia sinds het ontstaan van die republiek in 1945.

Toeristische trekpleister

Pas in 1949 verlieten de Hollanders voorgoed Bali na een felle strijd tegen de Balinese rebellen o.l.v. Ngurah Rai. In 1965 zou hier voor de communistische coup de grootste anticommunistische strijd losbarsten. Sindsdien groeide het eiland uit tot de grootste toeristische trekpleister van Indonesië. In onze eeuw vonden er twee bomaanslagen met veel doden plaats op het eiland toegeschreven aan Jemaah Islamiyah.

De eerste was op 12 oktober 2002 in het nachtleven district (onder meer op de Sari Club en Paddy’s Bar) van de zeer toeristische badplaats Kuta; daarbij vielen 202 doden en 209 gewonden. Op 1 oktober 2005 werden er weer aanslagen gepleegd, opnieuw in Kuta, maar ditmaal ook in het eveneens toeristische vissersdorp Jimbaran. Er ontploften drie bommen; het aantal doden beliep ditmaal 23. 

Veel hotels worden sinds deze aanslag bewaakt door eigen bewakers en ook auto's en gasten worden gecontroleerd. Na beide aanslagen was er een grote dip in toeristenaantallen te zien.

>> Lees hier de gehele GESCHIEDENIS van Indonesië. 

Bali’s internationaal vliegveld Ngurah Rai is een paar kilometer ten zuiden van Kuta. Er zijn pre-paid taxi's. Prijzen staan op het bord vlak voor de uitgang. Kosten naar Kuta zijn ongeveer 8 a 10.000R. Hoofdstad van Bali, Denpasar, is de transporthub van het eiland en heeft verschillende terminals.

Deze rijden naar verschillende gewesten van het eiland. Vanaf terminal Ubung naar het noorden van het eiland, vanaf terminal Batubulan naar het oosten en centrum en vanaf terminal Tegal naar het zuiden. Daarnaast zijn er nog wat kleinere terminals verspreid over de stad. Tussen de terminals onderling rijden kleine busjes (bemo’s).

Bemo's lijken een beetje op minibusjes. Balinezen maken hier het meest gebruik van maar toeristen zijn zeker ook welkom. Als toerist betaal je waarschijnlijk wel het dubbele.

Kuta – Denpasar - Ubud: ten oosten van Bemo corner – op JL Pantai Kuta rijden bemo’s naar Denpasar terminal Tegal. Daarvandaan zul je eerst naar terminal Batubulan moeten gaan om daar vervolgens een bemo naar Ubud te kunnen nemen. Je zult zo’n 2 uur kwijt zijn aan de gehele reis.

• Naam : Ronta Bungalows (Kuta)

Adres : tussen Poppies Gang I en II in

Prijs : 20.000R (single)

Tel.nr. : 754246

Inhoud:

Zeer populair, zeer centraal gelegen hostel in het hart van Kuta niet ver van de grote gangbare doorgangen van het centrum naar het strand maar toch rustig. Het is netjes, schoon met een leuke tuin en een goed restaurant. Probleem is dat de prijzen flink opgeschroefd zijn en dat het ook

nog vaak vol zit. 

• Naam : Anom Bungalows (Ubud)

Adres : Jl Arjuna

Prijs : 15.000R (single)

Inhoud: 

In een zijstraatje van de drukke Monkey Forest Road (Jalan Wanara Wana) ligt dit leuke hostel dat bestaat uit een aantal losstaande bungalows. Schoon, rustig en heerlijk relaxed. Elke middag staat er op de portiek buiten een kop heerlijke thee op je te wachten.

FIETS HUREN (Ubud):

Je kunt prima een gewone fiets huren op Bali om bijvoorbeeld vanuit Ubud een mooie dagtrip te maken. Kosten zijn ongeveer Rp 20,000 per dag. Er is een grote verhuurder op de hoek van het voetbalveld. Je kunt ook een tour regelen van een halve dag bergafwaarts.

Tips kunnen zijn om een soort van rondje te maken vanuit Ubud richting Sanggingain naar Kedewatan om daarvandaan naar Penestenan te gaan, een dorp bekend om z’n schilders. Daarna kun je terug naar Ubud om nog een tour te maken naar de prachtige rijstvelden richting Saki in het noorden.

Tussen Sanur en Ubud de weg naar Ubud vanuit het zuiden komt langs een aantal kleine dorpjes die allen gespecialiseerd zijn in een bepaalde vorm van kunst, zoals Batubulan (steenhouwen), Celuk (sieraden), Batuan (schilderijen), en Mas (houtsnijkunst). Er zijn grote showrooms waar alles te koop aangeboden wordt.

DANS VOOSTELLINGEN (Ubud):

Als een centrum voor de kunsten heeft Ubud elke avond dans en wayang voorstellingen en baden om je chakra's te helen. Wandel even naar het informatiecentrum of naar het “ARMA” om een ticket te bestellen en teleurstellingen te voorkomen.

Voorbeelden: 

• Puri Saren en Puri Saraswati, Jl. Raya Ubud (net ten oosten van Jl Monkey Forest). Midden in het dorp, dansvoorstellingen (Rp. 50,000 up) bijna elke avond;
• Het Ubud Palace voor een legang en barong dans (Rp. 50, 000);
• Batubulan. Hier wordt de nationale dans, de Barong, gedanst. Elke dag om 9:30. Het duurt ongeveer een uur. Inkom - Rp50 000.

TOUR Bali:

Omdat je niet alles kunt bereiken met een bemo en omdat het te ver is met fiets en te duur om een taxi te huren kun je wellicht beter een gecombineerde dagtrip boeken zodat je ook een gespecialiseerde gids mee hebt die je van alles kunt uitleggen. De zogenaamde Besakhi tour neemt je mee op een tour door het noordoosten van Bali.

TIJD : 08:45 – 16:00

PERSONEN : 4x (exclusief gids)

INHOUD trip:

- Naar Bedulu (goa gajah);

- Naar Tampaksiring (gunung kawi);

- Naar Kayuanbua (specerijen-tuin);

- Naar Penelohan (uitzicht vulkaan en meer van Batur);

- Naar Besakih;

- Naar Bukit Jambul (uitzicht);

- Naar Klung klung (rechtszaal); 

- Naar Sidan (uitzicht).