Carnac en St.Malo

HOME / Frankrijk / Frankrijk bezienswaardigheden

Bretagne is het schiereiland van Frankrijk, de meest westelijk gelegen provincie. De regio, die aan de noordkant aan Het Kanaal grenst en aan de zuidkant aan de Atlantische Oceaan, telt samen met haar omliggende eilanden meer dan 2500 km kust. De regio staat bekend om z’n prachtige natuur, de rijke geschiedenis, de vele prachtige plaatsjes en de uitgestrekte kustlijn.

De provincie regio kent een rijke geschiedenis, die teruggaat tot voor onze jaartelling. Van prehistorische megalieten maar ook zijn er nog talloze sporen te vinden van de Keltische cultuur. Zo is onder meer de lokale taal Bretons, die door een minderheid van de bevolking gesproken wordt. Tijdens de middeleeuwen maakte deze regio een voorspoedige tijd door.

Ondanks invallen van plunderende Noormannen en de Honderdjarige Oorlog met Engeland vergaarde de regio veel rijkdom dankzij de overzeese handel. De Franse Revolutie was de oorzaak ervan dat Bretagne z’n zelfstandigheid verloor. Ondanks dit is Bretagne een van Frankrijks meest interessantste provincies. 

Carnac behoeft eigenlijk geen verdere uitleg; velden vol met prehistorische megalieten tot het oog reikt. St. Malo ligt in het noordwesten van Bretagne en is een andere grote toeristische trekpleister van de regio. Geheel ommuurd met een labyrinthg aan kleine straatjes en pleintjes. Buiten de stadsgrenzen liggen nog een aantal interessante forten en bunkers. 

Het stadje Carnac ligt op zo'n 30 km ten westen van Vannes en is de wereldhoofdstad van megalieten. In totaal resteren er nu nog ongeveer 2600 van de oorspronkelijke naar schatting 11.000 stenen. Volgens archeologen werd rond 5000 v.Chr. begonnen met de bouw ervan.

De vreemde bouwsels worden vaak toegeschreven aan de Kelten, maar die kwamen hier pas rond 500 voor Christus. Al gebruikten ze de steenformaties wel voor diverse rituelen. Daarmee zijn het de oudste bouwwerken in Europa, dus ouder dan Stonehenge bijvoorbeeld.

En, volgens kenners zijn de diverse bouwsels waarschijnlijk wel verbonden met elkaar. Denk aan prehistorische rituelen, die we niet kennen. Zeker is wel dat de zon en de maan een belangrijke rol spelen in het geheel. De zon komt dan ook boven de rijen stenen op om in het verlengde weer onder te gaan. Hoe de vaak zeer grote stenen op hun plaats werden gebracht is tot op heden grotendeels een raadsel. 

Er wordt overigens onderscheid gemaakt tussen menhirs (rijen stenen), tumuli (grafheuvels) en dol/hunebed (een verzameling stenen waarvan er een deel rechtop staat en een deel platligt en fungeert als (af)dak).

Le Menec, Kermario en Kerlescan

De stenenrijen staan verdeeld opgesteld over 8 km in drie gehuchten in Carnac: Le Menec, Kermario, Kerlescan. De stenen staan in rijen van 8 tot 11 stuks, zo goed als evenwijdig aan elkaar en hebben verschillende grootte.

Zo kunnen de stenen wel 1 meter schelen met de hoogste steen le Géant du Manio. Deze is wel 6 m hoog. Door de grote massa toeristen in het hoogseizoen in Carnac en Bretagne ontstaat het gevaar dat de grasbodem hieronder gaat lijden en de stenen hierdoor loskomen.

Daarom is het alleen van oktober t/m maart toegestaan om tussen de megalieten te lopen. Je kunt in het hoogseizoen wel mee met rondleidingen. Anders kun je om de omheining lopen. Over de mytische megalieten in Bretagne kan je heel wat bijleren in het Musée de Préhistoire. Met Carnac-Plage is Carnac echter ook een herstellingsoord met een gezond klimaat, alsmede het centrum van thalassotherapie. Het strand voor Carnac-Plage is erg voorlandig.  

Als men 300 à 500 meter de zee in loopt, staat men bij laag water nog altijd slechts tot de borst in het water.

Saint-Malo is een havenstad aan de noordkust van Bretagne met een bewogen geschiedenis. De stad werd in de 6e eeuw gesticht door de Ierse monnik Maclow, waarvan de naam van de stad is afgeleid. Niet alleen de historie van de stad is wisselend dat geld ook voor de tij en het weer.

Het oude stadscentrum van Saint-Malo wordt Intra-Muros genoemd, wat letterlijk binnen de muren betekent. De stadsmuren zijn ook eigenlijk de grootste bezienswaardigheid van St. Malo.

De oude binnenstad bestaat uit een wirwar van smalle straatjes met statische huizen, leuke winkeltjes en pleintjes met gezellig terrasjes en restaurants.

Je kunt er heerlijk rondstruinen en historische gebouwen en kerken bewonderen. Bovendien rijdt er een treintje die je langs de belangrijkste bezienswaardigheden brengt. Aan de grote toegangspoort bevindt zich het kasteel, dat nu deels stadhuis en bibliotheek is, maar ook een aantal musea bevat. In de oude stad is de kathedraal Saint-Vincent een andere bezienswaardigheid. 

Buiten de stadswallen van Saint-Malo vind je diverse forten en verdedigingswerken. Een daarvan is aanwezig in de aangrenzende vishaven van St. Servan. Fort de La Cite werd gebruikt door de nazi's tijdens WW2 om vijanden op afstand te houden. Een ander fort is Fort National wat op een eiland ligt net voor de kust. Deze is bij eb per voet te bereiken.

Bezienswaardigheden:

De belangrijkste bezienswaardigheid van Saint-Malo is de oude stadsmuur. De muur werd gebouwd tussen de 12e en 18e eeuw en is bijna twee kilometer lang. De muur is een aaneenschakeling van bastions en wachttorentjes en wordt vandaag de dag nog steeds goed onderhouden.

Een populaire activiteit is het maken van een wandeling over de stadsmuur. Vanaf hier heb je een prachtig uitzicht op aan de ene kant de oude stad en aan de andere kant de haven, stranden, eilandjes, forten en grillige rotsformaties.

Wat altijd je aandacht zal trekken is de kleur van de zee langs dit stukje van Bretagne. Die is hier blauwgroen. Vandaar ook de naam van de Côte d’Émeraude (smaragdkust), zoals de kust ten westen van Saint-Malo in Bretagne wordt benoemd. 

Wat de oppervlakte betreft, zijn de Intra-Muros zo'n 2km2. Naast de toren Quic-en-Groinge, bevindt zich de Porte Saint-Thomas. Daardoorheen komt men bij het strand l'Eventoil en verder bij het Fort National. Bij deze poort wordt in de regel de rondwandeling op de Remparts (ommuring) begonnen. De wallen, die de gehele stad nog omgeven, gaan in hun kern terug op middeleeuwse bouwsels (12e en 14e eeuw), maar werden echter vooral in de eerste helft van de 18e eeuw door een leerling van de vestingbouwer Vauban vernieuwd.

De rondleiding: 

Als men de rondwandeling begint, dan gaat men eerst langs de Place Vauban waar een aquarium in de omwalling is ondergebracht. Er zijn ook verscheidene musea te bezoeken: o.a. het Musée de la Ville, Maison de Verre (Glashuis) en het Maritiem Museum waar men voorwerpen kan bewonderen uit de kaapvaart en vooral persoonlijkheden en schilderijen van de beroemdste kaper van Saint-Malo.

Boven op de heuvel waar waarschijnlijk ooit de Gallisch-Romeinse burcht heeft gestaan is nu een camping te vinden. We hebben het over Aleth in de vishaven St Serban op loopafstand van de ommuurde stad. De Duitsers gebruikten Fort de La Cite tijdens WW2 als verdedigingswerk. In een van deze bouwsels is nu het museum “Memorial 39-45” aanwezig. 

Daarnaast waren de belangrijkste verdedigingssteunpunten het kleine rotseiland Grand Bé, ruim 300 meter ten noordwesten van de Tour Bidouane, het circa 3,5 km verder ten noordwesten gelegen eiland Cézembre, en de Pointe de la Varde. Na de landing van de geallieerden in Normandië op 6 juni 1944, werd het oude deel van Saint-Malo, de Intra-Muros of de Ville Close, voor meer dan 80% verwoest.  

Het is na de oorlog weer opgebouwd, overwegend in de oorspronkelijke 18e-eeuwse stijl.

Buiten de stadsgrenzen:

Het Grand Aquarium bevindt zich net buiten de stadsgrenzen. Het werd in 2001 volledig vernieuwd, toen het vijf jaar bestond. Men kan hier onder andere een reis met de onderzeeër Nautibus maken.

Buiten de stadswallen van Saint-Malo vind je diverse forten en verdedigingswerken. Het Fort National is er één van en werd in 1906 uitgeroepen tot historisch monument. Het fort ligt op een klein eilandje naast Saint-Malo en werd in de 17e eeuw ontworpen door de befaamde militaire architect Vauban.

Het fort diende als bescherming tegen de Engelse aanvallen tijdens de oorlog. Wat zo bijzonder is, is dat het fort bij vloed door water gescheiden wordt van het land, maar je er bij eb naartoe kunt lopen. Tijdens een 35 minuten durende rondleiding kun je alles te weten komen over de geschiedenis van het fort. 

Wandel door de hoofdzaal en de munitiekelders en krijg een beeld van hoe het er hier aan toeging tijdens een oorlog.

De stad Saint-Malo werd in de 6e eeuw door de monnik Maclow gesticht die dit deed ten faveure van het verspreiden van het geloof. De bewoners waren, gezien de voortdurende aanvallen van Noormannen, al een paar keer naar het rotseiland gevlucht.

In de 12e eeuw namen ze definitief de beslissing om zich hier te vestigen en ze lieten de waarschijnlijk allereerste nederzetting uit Gallisch-Romeinse Alethum (Aleth), op het huidige St. Servan achter zich. De bewoners gaven het de naam van de monnik die al eerder op het eiland begraven was. Om de stad te beschermen tegen aanvallen vanuit de zee werd er een muur gebouwd. 

Beiden stadsdelen zouden groeien en zelfs even rivalen van elkaar worden. St. Malo was altijd de verblijfplaats van zeerovers in Bretagne die in opdracht van de koning schepen beroofden van landen die in staat van oorlog waren met Frankrijk. Hun zeevaartkunde hebben ze ook op een andere en nuttige manier aangewend, namelijk door de ontdekking van Canada in 1534 door Jacques Cartier, een inwoner van de stad.

Deze ontdekking bracht veel voorspoed mee voor Saint-Malo die hierdoor een bloeiende specerijenhandel zag ontstaan. Saint-Malo groeide zelfs uit tot de belangrijkste haven in Frankrijk. Na een grote brand die alles verwoestte in de 17e eeuw werd fortenbouwer Vauban ingehuurd die de binnenstad volledig in marmer bouwde. Tijdens WW2 bouwde de Duitsers talloze bunkers aan deze kust en werd St. Servan omgebouwd tot een sterk verdedigingssteunpunt.  

De stad werd door de Geallieerden voor een groot deel verwoest. Daarna is de stad aan de hand van foto’s en tekeningen weer herbouwd in zijn oorspronkelijke stijl.

>> Lees hier de gehele GESCHIEDENIS van Frankrijk.