De slag om Estland (1944)

Achtergrondinformatie - Estland



Inleiding


Het plan van Stalin was na de succesvolle operatie langs de lijn Leningrad – Novgorod in Januari 1944 om deze door te zetten naar Estland. Dit zou leiden tot economisch gewin met de oliewinning in de Oostzee, de ontzetting van de Baltische vloot in Leningrad, extra druk op Finland die nu over land en zee kon worden aangevallen en totaal geïsoleerd zou raken.

 

Ook de ijzerertstoevoer van Zweden naar Duitsland zou niet zo gemakkelijk meer zijn naast de kans daar was dat het Rode Leger snel naar Tallinn en Pruisen zou kunnen doorstoten. 


De Slag om Narva


Het gebied tussen de Oostzee en het meer van “Peipsi” was ideaal voor verdedigers aangezien het doorklieft werd door rivieren, heuveltjes en moeras. In Februari begon de slag om de stad Narva dat direct aan de gelijknamige rivier lag tussen de bovengenoemde wateren.

 

De Duitsers van “Legergroep Noord” o.l.v. veldmaarschalk “Model” hadden hier de zware verdedigingslinie “Panther” gebouwd en de bevolking geëvacueerd.

 

Toch wisten de Russen diezelfde maand al een aantal bruggenhoofden aan de andere kant van de rivier te bewerkstelligen. Ook de Duitsers hadden nog een bruggenhoofd aan de oostzijde. Hitler beval versterkingen en d.m.v. diverse tegenaanvallen werden de Russische bruggenhoofden flink gereduceerd en geneutraliseerd. Het front zou tot de zomer van 1944 niet veel veranderen. 

 

In Juli 1944 begonnen de Sovjets een nieuw groot offensief om Narva te ontzetten. De Duitsers waren al van plan geweest terug te trekken naar de voorbereide “Tannenberg” linie op 16 km van Narva gezien de verliezen in Wit-Rusland (waar de Russen niets vanaf wisten). Tijdens de aanval zouden zij hiermee doorgaan; op 26 Juli werd Narva ingenomen door de Russen.

 

De Sovjets continueerden hun aanvallen en er werd tussen 26 en 29 Juli een groot offensief op de nieuwbakken verdedigingslinie opgezet – de Duitsers en Estoonse bondgenoten boden hardnekkig verzet tot grote verliezen aan beide zijden. Op 10 Augustus bliezen de Sovjets hun aanval op. 


>> Lees ook hoe Estland veroverd werd door de Duitsers in 1941. 



omsingeld


Gelijktijdig met de Russische operaties bij Narva waren zij operatie “Bagration” begonnen tegen de Duitse legergroep “Centrum”. Deze werd bijna in z’n geheel vernietigd in Wit-Rusland. Ook delen van Litouwen en Letland waren bevrijd van het nazi juk. De Russen drukten door tot de Golf van Riga om de twee Duitse legergroepen “Noord” en “Centrum” te splitsen en “Noord” (Narva) te omsingelen.

 

De Duitsers reageerden direct met felle tegenaanvallen met verse troepen. Eind Juli 1944 hadden onderdelen van Legergroep Noord en Centrum een smalle corridor van zo’n 30 km aan de Baltische kust weten te creëren van Lets hoofdstad Riga tot Pruisen. Verdere aanvallen van de Duitsers werden afgeslagen. 


>> Lees ook hoe Letland "bevrijd" werd door het Rode Leger. 


De slag om Tartu


Op 10 Augustus lanceerden de Russen een nieuw offensief ten zuiden van het grote “Peipsi” meer om de grote stad “Tartu” te veroveren en zo legergroep Narva te isoleren.

 

De Russische kracht voor de strijd (5:1 qua manschappen en 15:1 voor artillerie) t.o.v. de Duitsers was enorm. Terwijl de Russen met tanks en artillerie eerst de stad Voru veroverden bereiden ze een amfibie-landing voor over het “Peipsi” om de troepen in “Tartu” van twee kanten aan te vallen.

 

Op 25 Augustus werd Tartu veroverd en direct een bruggenhoofd aan de rivier gecreëerd. Deze werd door fel Duits verzet heroverd en er werden zelfs pogingen gedaan om de stad te heroveren op de Russen. De twee weken erop zou de strijd langzaam uitbranden. Op 3 September zou Finland zich ontdoen van de Duitsers als bondgenoot. Twee dagen later begonnen de Sovjets zich te verplaatsen van het Narva front naar over de westkant van het “Peipsi” meer. 


>> Lees hier over bestemming Tartu in Estland. 


De val van Tallinn en het vertrek van de Duitsers


Als onderdeel van de nieuwe “Golf van Riga” aanval van de Russen begonnen de Sovjet soldaten gelegerd tussen het “Vortsjarv” meer en de grensstad “Valga” op 14 September de Duitsers aldaar aan te vallen wederom als doel om de Duitse legers te splitsen van elkaar. Drie dagen later begonnen ook de Russische legers bij de “Emajogi” rivier bij Tartu noordwaarts te marcheren om zo snel mogelijk de Duitsers bij het “Narva” front te omsingelen.

 

De Russen gingen ervanuit dat de nazi’s terug zouden trekken richting hoofdstad Tallinn. Zo gek was die gedachte niet. De Duitsers hadden zo vroeg als Februari gedachten om Estland te ontruimen. Nu Finland uit de oorlog was gestapt was de politieke gedachte om het noorden van de Baltische Staten te behouden weggevallen.

 

Maar Hitler wilde de Finnen niet zo snel kwijt (hij dacht dat zij wellicht nog zouden terugkomen), dacht aan de oliebronnen in Estland en de handhaving van de blokkade van de Oostzee-vloot van de Russen in Leningrad. Na koortsachtig overleg met Heinz Guderian en Schorner ging Hitler pas 16 September overstag met evacuatie van Duitse troepen uit Estland (operatie Alster). 

 

Terugtrekkikng

Het Duitse plan was om hun troepen via de lijn “Viljandi” – “Parnu” achter hun linies te laten doorreizen naar Riga. Vanaf 16 September werden er troepen verplaatst met vooral Estoonse troepen als rugdekking. Zoals gezegd begon het Russische “Tallinn” offensief op de 17e en doordat de Duitsers troepen en materieel hadden teruggehaald rukten zij snel op. Een dag later hadden Estse guerrilla troepen al gebouwen in Tallinn veroverd terwijl die nacht het Duitse hoofdkwartier vanaf het Narva front teruggetrokken werd.

 

Zij moesten zich haasten omdat dreiging van omsingeling groot was. Ook viel het Russische 8e leger bij “Narva” aan, onbekend met het feit dat de Duitsers waren vertrokken. Binnen 6 dagen waren zo’n 50.000 Duitse soldaten, 20.000 burgers, 1.000 krijgsgevangenen en duizenden tonnen goederen uit Estland verplaatst. Zo’n 38.000 soldaten waren geëvacueerd over de Oostzee dat ondanks wat Russische luchtaanvallen een groot succes was.

 

Op 22 September kwamen de eerste Russische troepen Tallinn in dat toen al grotendeels was verlaten door het Duitse leger. Zij hadden alles wat van waarde was voor de Russen vernield. De Estse guerrilla’s werden snel verjaagd door de Russen terwijl de rest van het land (op de eilanden na) op 26 September helemaal in Russische handen was. 


>> Lees hier de gehele Estse GESCHIEDENIS



De “Moonsund” landingen


Op 27 September 1944 begonnen de amfibie landingen van het Rode Leger op de drie (overgebleven) Duitse bezette eilanden van Estland Saaremaa, Hijumaa en Muhu. Op papier zou het 8ste leger van het Leningrad Front de aanval doen – in praktijk waren het veelal Estse troepen die gedwongen werd in de voorste geledingen van het Rode Leger te wandelen richting frontlinie.

 

Ook waren er wat Finse troepen en materieel die de Russen hadden afgedwongen na de Finse overgave. Na wat kleine speldenprikken trokken de Duitsers zich terug van Muhu en Hiiumaa naar het grootste eiland Saaremaa waar zelfs wat versterkingen kwamen. De Russen hadden moeite met het moeilijke (bos en moerasachtige) terrein. 

 

De Duitsers vochten zoals de Russen hadden gedaan drie jaar eerder; vertragend en soms fel. Uiteindelijk zouden zij zich terugtrekken op de goed verdedigbare schiereiland Sorve waar zij gebruik konden maken van, ironisch gezien, Russische verdedigingswerken. De Russen hadden grote moeite met de fel verdedigbare Duitsers die duidelijk in ondertal waren.

 

Ook amfibie aanvallen werden allen afgeslagen met grote (Russische) verliezen. Toen Duitse troepen waren teruggetrokken, na weken vechten besloot veldmaarschalk “Schorner” ook de laatste verdedigers terug te trekken ondanks Hitler’s eis tot de laatste man te vechten. Op 23 November werden zij geëvacueerd en had de laatste Duitser Estland verlaten. Heel Estland was nu bevrijd van het Duitse juk en bezet door het Rode Leger. 


>> Lees hier over de overblijfselen (en museum) op Saaremaa over de WW2-slag. 



zie ook: