ESTLAND

Estland is het kleinste, dun bevolkte en meest noordelijke land van de Baltische Staten in Noordoost Europa. Al grenst het met Rusland het voelt eerder aan dat je in Scandinavië waant dan in de grote machtige Oosterbuur.

In het Noorden en Westen ligt de lange kustlijn van Estland met de Baltische Zee en de grens met Rusland wordt hoofdzakelijk gevormd door een groot meer. Het is een overwegend vlak land met een aantal opmerkelijke dieren zoals de wolf, beer en verlegen elk.

In het zuidoosten is er een heuvellandschap. Estland telt zo’n 1400 meren en 1500 eilanden waarvan de meesten onbewoond zijn. Daarnaast is er veel bos zoals in alle Baltische staten. 

Ik heb Estland bezocht tijdens mijn vierde wereldreis die mij aan het einde naar de Baltische Staten bracht. Door eerst door Litouwen en Letland gereisd te hebben was Estland aan de beurt, waarna ik met de boot naar Finland ben gegaan. 

Onderdeel van de Baltische Staten

Ook al hebben de Baltische Staten vele overeenkomsten er zijn ook verschillen; ten eerste is er de taal. De Esten spreken eerder Fins dan Baltisch en daarnaast heeft Estland als de eerste Baltische Staat de euro ingevoerd. 

Tijdens mijn reis door Estland heb ik naast de prachtige hoofdstad Tallinn die op geen reisplan mag ontbreken, de steden Tartu en Parnu bezocht in het zuiden.

Vooral in eerstgenoemde was het heerlijk toeven; er staat een stadhuis gebouwd door een Vlaamse architect wat heeft geresulteerd in een wel erg Nederlands gebouw en op de stranden van Parnu kun je heerlijk relaxen.  

Saaremaa is het grootste eiland van Estland en is een wereld op zich; naast het ruige verleden lijkt het soms alsof het leven hier al honderden jaren op dezelfde wijze geleefd wordt. Tenslotte heb ik tijd doorgebracht in het nationale park Lahemaa waar sinds de ijstijd grote stenen in zee liggen wat het een mysterieus gezicht geeft. Je kunt er ook gaan varen of eindeloze wandeltochten maken in de bossen.