* Bijgewerkt t/m 2004 - wijzigingen voorbehouden.
Egypte heeft een woestijnklimaat met grote temperatuurverschillen tussen dag en nacht en tussen zomer en winter. Het weer is erg standvastig; er zijn twee duidelijk te onderscheiden seizoenen: de hete zomer van mei tot oktober en de koelere winter van november tot april. In de woestijn overschrijdt de temperatuur in de zomer overdag gemakkelijk de 38°C in de schaduw, met uitlopers tot 50°C. Deze hitte ontsnapt 's nachts in de wolkeloze hemel, waarbij de temperatuur met 10 à 17°C daalt. De temperatuur in de winter ligt aanzienlijk lager: het gemiddelde in januari is 12 à 16°C. De berggebieden in de Sinaï kunnen in december en januari vrij koud zijn, en in de bergen valt bijna iedere winter sneeuw. De neerslag is zeer gering. In het zuiden van het land regent het bijna nooit. In de lente trekken nu en dan depressies over Egypte, die de “khamseen”, een droge verzengende wind, bekend door zijn zandstormen, met zich meebrengen. Vijftig dagen lang (khamseen = 50), van maart tot in mei, kunnen de gevaarlijke zandstormen de kop opsteken (windsnelheden tot 150 km pr uur). In tegenstelling tot het binnenland kent de Middellandse Zeekust regenval in de winter. De kust heeft bovendien zachtere winters en lagere zomertemperaturen dan het binnenland, door het matigende effect van de Middellandse Zee. Ook de temperatuurverschillen tussen dag en nacht zijn lang niet zo groot. Alexandrië en de westelijke kuststrook van de Delta gelden met meer dan honderd millimeter regen per jaar ook als het natste gebied van Egypte.
Egypte grenst in het noorden aan de Middellandse Zee, in het noordoosten aan de Gazastrook en Israël. In het oosten ligt de Rode Zee en de Golf van al-Aqabah, in het zuiden grenst Egypte aan Soedan. Tenslotte in het westen aan Libië. Egypte ligt op twee continenten; het Suezkanaal scheidt het Afrikaanse deel van het Aziatische (Sinaï).
Egypte is ongeveer 24 keer groter dan Nederland.
De bevolking van Egypte is voor 90% van Oost-Hamitische afkomst, maar is in de loop der tijden in sociaal, cultureel en politiek opzicht geheel gearabiseerd. Andere kleine bevolkingsgroepen zijn de Berberse nomaden in de afgelegen oase Siwa, de Nubiërs (in het zuiden) en de Kopten (in Opper-Egypte). De Nubiërs zijn een belangrijke bevolkingsgroep (ca. 6 miljoen), die ook verder stroomopwaarts in Sudan (Dongola) te vinden zijn. De meeste Nubiërs wonen in dorpen langs de oevers van de Nijl tussen Aswan en Luxor, met name in Kawm Umbu. Door de bouw van de stuwdam bij Aswan verloren ze in 1970 hun oorspronkelijke leefgebied toen dat onder water kwam te staan. De helft van de Egyptische Nubiërs vertrok naar Soedan. Verder zijn er nog enkele tienduizenden bedoeïenen (schattingen variëren tussen 50.000 en 70.000), die deels nog aan hun (semi-)nomadische leefstijl vasthouden. Het merendeel leeft in de Sinaï en is oorspronkelijk afkomstig van het Arabisch schiereiland. Langs de Middellandse-Zeekust wonen de Aulad Ali, bedoeïenen die uit Libië afkomstig zijn. Ze hebben hun tenten echter ingeruild voor stenen huizen en werken veelal in Caïro en Alexandrië.
Er is een snelle bevolkingsgroei (1,84% in 2014) die een direct gevolg is van een hoog geboortecijfer (23.35 per 1000 inwoners in 2014) en een dalend sterftecijfer (4.77 per 1000 inwoners in 2014). De regering propageert geboortebeperking, maar toch komen er ca. 1 miljoen mensen per negen maanden bij. In een eeuw tijd is de Egyptische bevolking bijna vertienvoudigd. 32,1% van de bevolking is jonger dan 15 jaar en slechts 4,8% is ouder dan 65 jaar. Het land telde anno 2002 ongeveer 78.000 vluchtelingen, waaronder 50.000 Palestijnen en ongeveer 20.000 vluchtelingen afkomstig uit Soedan. Enkele miljoenen Egyptenaren werken als 'gastarbeider' in andere Arabische landen. Bijna 95% van de totale bevolking woont in het Nijldal en de delta, op slechts 3,5% van het grondgebied. Een bijkomend probleem vormt de toenemende verstedelijking met Caïro (Groot Caïro, inclusief voorsteden, ruim 12 miljoen inwoners), Alexandrië (4 miljoen inwoners) en Gizeh (3 miljoen inwoners) als grootste stedelijke concentraties. Door de bouw van steden in de woestijn en de ontwikkeling van de Suezkanaalzone probeert de regering de bevolkingsdruk in het Nijldal te verlichten. Ook zijn er grote bouwprojecten gestart in de westelijke oases.
Egyptes grondgebied bestaat bijna volledig uit woestijn, ca. 96%. Het bewoonbare gebied is slechts 55.000 km2 groot en omvat de vallei en de delta van de Nijl, de kustgebieden langs de Middellandse en de Rode Zee en een paar oasen in de Westelijke Woestijn. Fysisch-geografisch kan het land in vier gebieden worden verdeeld: het Nijlgebied, de Westelijke Woestijn, de Oostelijke Woestijn en het Sinaïgebied.
Het Nijldal, letterlijk Egyptes levensader, is in feite de langste oase ter wereld. Deze rivieroase heeft een totale oppervlakte van 35.000 km2, en strekt zich uit over 900 km tussen Caïro en Aswan. De oase bestaat uit een smalle strook vruchtbare landbouwgrond aan weerszijden van de rivier die nooit meer dan 20 km breed is. De Nijl heeft twee bronrivieren, de Witte en de Blauwe Nijl, die samenvloeien bij Khartoum, de hoofdstad van Soedan. Hoewel de Witte Nijl veel langer is, komt 80% van het Nijlwater van de Blauwe Nijl, die ontspringt in het Tana-meer, op de Ethiopische hoogvlakte. Iets verder dan de Blauwe Nijl voegt zich ook nog de Atbara bij de rivier.
Door de Ethiopische moessonregens zwelt de Blauwe Nijl zozeer aan, dat het water van de Witte Nijl tegengehouden wordt. Die overstroomt dan en zet de wijde omgeving onder water. Het vloedwater van de Blauwe Nijl bereikt Egypte in september en de aanvoer is dan het grootst: zestien keer zoveel als het debiet in mei.De verst gelegen bron van de Witte Nijl ligt in Burundi, 6.825 kilometer van de Middellandse-Zeekust. De Nijl is daarmee de langste rivier ter wereld. In de noordelijke moerasgebieden van Zuid-Soedan versterken de Gazellerivier (Bahr al-Ghazâl), de Girafferivier (Bahr az-Zarâfa) en de Sobat de waterloop van de Nijl. De laatste 2700 kilometer door Soedan en Egypte heeft de Nijl nergens zijrivieren. De Nijl doorsnijdt over een afstand van ca. 1500 kilometer het land, en komt even ten noorden van Wadi Halfa Egypte binnen.
De uit Perzië afkomstige Camelus dromedarius, de eenbultige kameel of dromedaris, is onmisbaar in Egypte. Ze worden naar het Arabische ‘kemal’ meestal kameel genoemd. Deze reusachtige hoefdieren hebben eeuwenlang, tot vandaag de dag, het vervoer van goederen en personen verzorgd door de woestijnen van Afrika en het Midden-Oosten. De kameel heeft zich in de loop van duizenden jaren zeer goed aangepast aan het harde leven in de woestijn. Dankzij een derde, transparant ooglid kunnen ze ook tijdens zandstormen nog zien. De poten van een kameel zijn zo plat dat ze niet wegzakken in het zand van de woestijn. De bult op de rug bevat veel vetreserves, en geen water zoals vaak gedacht wordt, waardoor de dieren vele dagen kunnen lopen zonder te hoeven eten. Verder zweten dromedarissen niet en laten zo goed als geen vocht gaan met hun ontlasting. Zo kunnen ze tegen een hogere lichaamstemperatuur en is er minder noodzaak tot verkoeling. Op lange tochten zonder water kan een kameel een derde aan lichaamsgewicht verliezen, wat hij aanvult door in één keer tot 150 liter water te drinken. Verder is een kameel voor de bevolking ook een leverancier van melk, wol, leer en vlees.
Kamelen verplaatsen eerst beide poten aan de ene kant en dan die aan de andere kant. Aan dat schommelende loopje danken ze hun bijnaam ‘schip van de woestijn’. In de westelijke woestijngebieden
komen toeristen gewoonlijk alleen mieren, torren, vliegen, vlooien, schorpioenen en soms een kudde gazellen tegen. Toch zijn er veel meer wilde dieren te vinden: o.a. cheetah’s, oryxen, hyena’s,
jakhalzen, woestijnvossen, ratten, egels, hazen, mangoesten, wezels en verschillende soorten slangen. Tot de bekendste giftige slangen behoren de cobra en de zandadder. Ook schorpioenen zijn
gevaarlijke gasten. In de hele woestijn treft men roofvogels aan, zoals de Egyptische gier en verschillende valkensoorten. Woestijnvossen slapen overdag en verlaten hun holen alleen ’s nachts.
Dankzij hun uitstekende gehoor kunnen ze in het donker insecten en kleine zoogdieren vangen. Oasen vormen een ideale habitat voor allerlei soorten dieren, zoals de gestreepte hyena, de faraorat
en de kleine groene bijeneter. Grote zoogdieren
als leeuwen, olifanten, giraffen en nijlpaarden (voor het laatste gezien in Aswan, 1816)komen al honderden tot duizenden jaren niet meer voor in Egypte. Nijlkrokodillen komen alleen nog maar voor
in het Nassermeer, nijlvaranen zijn bijna uitgestorven.
In Egypte komen ca. 350 vogelsoorten voor. Ongeveer 150 soorten verblijven vast in het land, de rest zijn trekvogels die doorvliegen naar oostelijk Afrika, of zomergasten uit tropisch Afrika. Bij het Bardawil-meer is in 1985 het natuurreservaat Saranik gesticht; een van de belangrijkste pleisterplaatsen voor vogels tussen Afrika en Eurazië. Er zijn tot nu toe ca. 250 soorten waargenomen, waaronder de roze pelikaan, flamingo, blauwe reiger, grote zilverreiger, roerdomp, kluut en aalscholver. Inheemse soorten die hier voorkomen zijn de zeldzame kleine torenvalk, marmereend, steppekievit en kwartelkoning. Vogels die opvallen zijn lepelaars, ooievaars, koereigers, pelikanen, flamingo’s, bijeneters, ijsvogels, purperkoeten en de markante hop. Befaamd is de Egyptische of nijlgans, die met name in Aswan veel te zien is. Beschermde vogels zijn de kievit, visarend, Barbarijse valk, bastaardwouw, en purperreiger. De woestijnen zijn het thuis van verschillende soorten zandhoenders en patrijzen. Bijzonder is nog de kraagtrap, een mooie loopvogel, waarvan er door de jacht echter niet zoveel meer zijn. De struisvogels schijnt nog voor te komen in de Westelijke woestijn en in het beschermde gebied rond Gabal Elba in het zuidoosten van Egypte. De ibis, geassocieerd met de god Thot, en veelvuldig afgebeeld op kunstwerken, verdween al in de 19e eeuw uit Egypte.
In de Nijl worden ca. 160 vissoorten aangetroffen, waarvan de nijlbaars of Victoria baars de bekendste is. Bijzonder zijn ook longvissen, die zelfs
kunnen overleven in modderpoelen. In het Sinaïgebergte komen steenbokken en panters zeldzaam voor. De Rode Zee is warm genoeg en op sommige plekken ondiep genoeg om de groei van koralen mogelijk
te maken. In de Egyptische onderwaterwereld leven meer dan 800 prachtige soorten vissen. De meest voorkomende zijn de gele anemoonvis en de rifbaars, en verder o.a. de gemaskerde vlindervis,
diamantbaars, keizervis en Napoleonvis. Op grotere diepte leven verschillende soorten haaien (o.a. tijgerhaai, rifhaai, grijze haai, luipaardhaai en hamerhaai), barracuda’s, moeralen en
pijlstaartroggen. Verder leven er rond de koraalriffen sponzen, zeepaardjes, zeesterren, schelpdieren en kreeften. Gevaarlijke soorten zijn murenen, steenvissen, schorpioenvissen, zee-anemonen,
zee-egels, sidderroggen, koraalduivels en brandkoraal.
De vijf grootst steden in Egypte in chronologische volgorde zijn:
* = hoofdstad
Egypte is sinds juni 1953 een republiek (daarvoor een monarchie). De wetgevende macht wordt gedeeld door de regering en de Volksvergadering. De Volksvergadering, met 454 leden waarvan er 10 worden aangewezen door de president, is het lagerhuis van het Egyptische parlement; het Hogerhuis, waar 70 van de 210 leden door de president worden aangewezen, wordt gevormd door de Shuraraad, dat vooral een raadgevende functie heeft. De belangrijkste positie wordt ingenomen door de president van Egypte, die fungeert als staatshoofd, als uitvoerende macht en als opperbevelhebber van de krijgsmacht. Nu is de president Adly Mansour. Het land kent algemeen kiesrecht sinds 1956. Leden van de Volksvergadering worden voor een termijn van vijf jaar gekozen, de Shuraraad kent iedere de drie jaar verkiezingen waarbij steeds de helft van de raad voor zes jaar wordt verkozen. In de grondwet wordt Egypte omschreven als een democratische staat en als onderdeel van de Arabische wereld. Er is vrijheid van godsdienstoefening, meningsuiting, vergadering en onderwijs. De wetgevende macht berust bij een parlement met twee Kamers. De president moet geboren zijn uit Egyptische ouders en mag niet jonger dan 40 jaar zijn.
Hoewel Egypte in naam een democratische republiek is, werd het land sinds 1955 autocratisch geregeerd door achtereenvolgens de leiders/presidenten Nasser, Sadat en sinds 1981 Moebarak. Sinds 1978 was daarbij de Nationale Democratische Partij (NDP) de 'machtsmachine' van de president, met altijd een overmacht in het parlement. De president was in zijn functie onder meer verantwoordelijk voor de invulling van allerlei posten in de regering en het parlement. Bovendien gold vanaf de moord op president Sadat in 1981 tot 2012 de noodtoestand, wat onder meer inhield dat president Moebarak naar eigen goeddunken verordeningen kon treffen. Desondanks kon Egypte sinds 1979 op steun rekenen vanuit het Westen, het land fungeerde vaak als buffer en bemiddelaar tussen de Westerse en de Arabische wereld. Ondanks de voorzichtige democratisering onder Moebarak zijn het politieke leven en de burgerlijke vrijheden nog steeds knellend en beknot. Veel verenigingen en groeperingen zijn uitgesloten van politieke deelname en wanneer ze zich niet aan de voorschriften houden, lopen ze de kans te worden verboden. Berucht is de ‘Wet op de Schande’ die verbiedt artikelen te publiceren of boeken te schrijven die ‘het imago van Egypte’ aantasten. Censuur is in Egypte dan ook een normaal gegeven. Op 7 september 2005 werden voor het eerst presidentsverkiezingen gehouden waar meerdere - door president Moebarak goedgekeurde - kandidaten aan mee mochten doen. In totaal namen tien kandidaten deel. Winnaar werd de zittende president Moebarak met 88 procent van de stemmen. Andere belangrijke kandidaten waren Ayman Nour en Noman Gomaa. Diverse partijen, zoals linkse oppositiegroeperingen en de islamitische Moslimbroederschap, boycotten de verkiezingen. Nour belandde na de verkiezingen in de gevangenis en er waren berichten over grootschalige fraude. In 2007 werden enkele tientallen grondwetswijzigingen doorgevoerd, waarbij onder meer partijen op religieuze basis verboden werden en de macht van de president verder versterkt werd. Na de parlementsverkiezingen in 2010 was 81 procent van alle zetels in de Volksvergadering in handen van de NDP. Vanaf eind 2010 was er sprake van toenemende onrust in de Arabische wereld. Nadat eerder in Tunesië president Ben Ali was verjaagd, gingen ook in Egypte duizenden burgers de straat op. Na 18 dagen van massaal volksprotest trad Moebarak op 11 februari 2011 af als president en droeg hij zijn taken over aan de Hoge Raad der Strijdkrachten, waarvan voorzitter Mohammed Hoessein Tantawi vanaf toen het waarnemend presidentsambt vervulde. Op 3 maart 2011 werd Essam Sharaf de Egyptische minister-president. De voortdurende omwentelingen in de Egyptische politiek resulteerden er uiteindelijk in dat op 17 juni 2012 presidentsverkiezingen werden gehouden. De kandidaat van de Partij voor Vrijheid en Gerechtigheid, Mohamed Morsi, was de winnaar. Hij werd op 30 juni beëdigd als president van Egypte. Hij moest het meteen al opnemen tegen de macht van de legertop, die de macht van de president op de verkiezingsdag middels een grondwetswijziging had gepoogd in te perken. In augustus 2012 draaide Morsi deze wijzigingen echter terug en verving hij de legertop. Op 3 juli 2013 werd Morsi afgezet door het Egyptische leger. Zijn opvolger is het hoofd van het Constitutioneel Hof, Adly Mansour.
93% van de Egyptische bevolking belijdt de soennitische islam, de officiële staatsgodsdienst. Sjiieten maken ca. tien procent van de moslims uit. De vrije uitoefening van christendom en jodendom wordt echter in de grondwet gegarandeerd. Dit betekent niet dat Egypte een islamitische staat is met een zuivere islamitische wetgeving. Moslimfundamentalisten streven dit wel na, en komen daardoor vaak in conflict met de overheid. Een van de belangrijkste grondleggers van het hedendaagse fundamentalisme is de Egyptenaar Sayyid Qutb, in 1906 geboren in de provincie Asyut. Hij predikt de gewapende strijd, de ‘jihad’, Zijn boek daarover, ‘Ma’lim fi’l-Tarikh’, werd de politieke bijbel van de fundamentalisten. Vanaf de jaren tachtig van de vorige eeuw plegen verschillende fundamentalistische groeperingen aanslagen, o.a. de moord op president Sadat in 1981. Begin jaren negentig verhevigde het geweld en sinds de zomer van 1992 worden er ook aanslagen op buitenlandse toeristen gepleegd. De grootste christelijke stroming is de koptisch-orthodoxe Kerk, die door 9 procent van de bevolking wordt aangehangen; andere christelijke kerken, waaronder de koptisch-katholieke Kerk, hebben een aanhang van 1 procent. Ook de Armeens Orthodoxe Kerk (worden ook wel 'Gregoriaans' genoemd), en de Armeens Katholieke Kerk spelen een rol in Egypte.
Voetbal is de meest populaire sport van Egypte. Egyptische voetbalclubs zoals “El Ahly” en “El Zamalek” zijn bekend in het gehele Midden Oosten en Afrika en zijn gerennomeerde clubs zoals Real Madrid, Manchester United en Bayern Munchen dat bij “ons” zijn. Het nationale voetbalelftal van Egypte heeft inmiddels 7 keer de Afrika cup gewonnen – in 1957, 1959, 1986, 1998, 2006, 2008 en 2010. In 1934 en 1990 slaagde het elftal erin het eindtoernooi van het wereldkampioenschappen te bereiken maar kwam nooit verder dan de eerste ronde. Andere populaire sporten in Egypte zijn basketbal, handbal, squash en tennis. In de jaren 30 en 40 van de vorige eeuw was Egypte hofleverancier van bekende gewichtheffers, boksers en worstelaars die verscheidene Olympische en wereldtitels wonnen.
Net als in veel andere landen, heeft de Egypte zich ontwikkeld onder de invloed van veel andere landen (De Romeinen maar ook de Turken, Fransen en Engelsen) en die hebben allemaal invloed gehad op de Egyptische keuken. De Turkse en de Egyptische keuken lijken soms op elkaar; er zijn mensen die recepten herkennen als Marokkaans, terwijl anderen er zeker van zijn dat veel gerechten uit de Palestijnse keuken komen. Er woonden altijd veel nomaden in Egypte en dat heeft zeker ook invloed gehad. Niet alleen komen nomaden veel in contact met verschillende mensen, zij hebben ook voedsel nodig dat makkelijk houdbaar is en goed te transporteren (rijst, pasta, bonen, dadels en abrikozen en dieren zoals geiten). Er worden veel kruiden zoals kardemom, komijn, anijs en kaneel gebruikt maar niet veel pittige kruiden. Pita brood vergezelt bijna elke maaltijd en ook bonen en linzen staan vaak op het menu. Het beste brood moet Shamsi zijn (zonnebrood, dat wordt in de zon gebakken). Kip en (gevulde) duif zijn populair, en je ziet ook veel schapen- en buffelvlees. Bij de maaltijd krijg je niet alleen altijd brood geserveerd, maar ook vaak gepekelde groenten zoals radijs, wortels en pepers, en daarbij gepekelde citroenen. De Egyptische keuken is bepaald geen haute cuisine maar eenvoudige smakelijke gerechten zijn op iedere straathoek en in restaurants te krijgen.
Als ontbijt eten de Egyptenaren ‘foel’, een gerecht van gekookte bonen, olie en knoflook overgoten met citroensap en bestrooid met kummel. Taämiya’, bij ons bekend als falafel, zijn in olie gebakken balletjes van kikkererwten geserveerd in platte broden en tahina, sesamsaus. Fatir is een soort pizza van bladerdeeg die de kok hoog boven zijn hoofd laat ronddraaien om hem zo op te rekken voordat hij gevuld wordt met rozijnen en honing of met schapenvlees, kaas en olijven. Lunchtijd is rond 14.00 uur, het avondeten is vaak na 20.00 uur. Een maaltijd in een restaurant begint met een sortering mezze die kunnen bestaan uit olijven, tahina, babaghanoeg (puree van aubergines), hoemmoes (puree van kikkererwten) of wara’a einag (gevulde wijnbladeren). Mezze worden gegeten door ze met een stukje brood van het bord te scheppen. Daarbij worden salades geserveerd. Hoofdgerechten zijn gegrilde of gebraden duiven, met gehakt gevulde aubergines (batingan), kebab, kofta (gehaktballetjes van gekruid schapenvlees) of kip met rijst. Zoetigheid of fruit ronden de maaltijd af . Een maaltijd bij iemand thuis kan een kostelijke ervaring zijn want je krijgt er vaak heel andere gerechten dan in de restaurants. In huis wordt er vaak op de grond, op matten gegeten. Hotels serveren ook westerse ontbijten en maaltijden, in de meeste plaatsen zijn er restaurants met een internationale keuken.
Enkele bekende Egyptische gerechten zijn:
DRINKEN:
Thee, koffie en karkadee zijn de nationale dranken van Egypte. Thee, chay, wordt in kleine glazen geserveerd en is heel sterk. Thee uit een theezakje bestel je door naar chay lipton te vragen. Koffie, ahoea, wordt in kopjes of glazen geserveerd en is een zeer sterke Turkse koffie, soms verrijkt met kardemom. Egyptenaren houden van zoet, geef bij de bestelling aan hoeveel suiker je wenst te hebben. Voor een westers kopje koffie vraag je om nescafé. De derde nationale drank is karkadee, een kruidenthee van de donkerrode bloemen van de hibiscus. Ondanks de grote hoeveelheid suiker die erin gaat, heeft de karkadee toch een zure smaak. De drank is erg verfrissend, of je het nu warm of koud drinkt. Daarnaast is het is een goede bron van vitamine C en mineralen, en in grote hoeveelheden kan het worden gebruikt tegen hoge bloeddruk. Egyptenaren hebben ook een aantal bijzondere drankjes: suikerrietsap, en ir'sus, een drankje van zoethoutpoeder, dat een energetisch effect zou hebben. Vers vruchtensap wordt veel gedronken, en thee is populair, die heel sterk en zoet en met melk wordt geserveerd. Verder is er erg lekkere limonade, gemaakt van citroensap, water, suiker en pepermunt, en een heel klein beetje melk.
Water uit de kraan kun je niet drinken. Mineraalwater en diverse frisdranken zijn vrijwel overal te koop. IJsblokjes worden vaak gemaakt van gewoon leidingwater en zijn daarom ook af te raden. Warme drankjes als thee of karkadee vallen in deze warme landen meestal beter dan ijskoude drankjes. Alcoholgebruik is volgens de islam verboden maar wordt door de meeste Egyptenaren gedoogd. Koffiehuizen serveren geen alcohol en de weinige bars die dat wel doen zijn afgeschermd tegen de blikken van de buitenwereld. In sommige levensmiddelenwinkels die gerund worden door Kopten, vind je bier en wijn. Alcoholische dranken zijn relatief duur.
EUROPA:
Albanië * België * Bosnië-Herzegovina * Bulgarije * Denemarken * Duitsland * Engeland * Estland * Finland * Frankrijk * Griekenland * Hongarije * (Noord) Ierland * Italië * Kosovo * Kroatië * Letland * Litouwen * Luxemburg * Macedonië * Malta * Montenegro * NEDERLAND * Oekraïne * Oostenrijk * Polen * Portugal * Roemenië * Rusland * Schotland * Servië * Slovenië * Slowakije * Spanje * Tsjechië * Turkije * Zweden
NOORD EN CENTRAAL-AMERIKA:
Chili * Costa Rica * Cuba * Guatemala * Mexico * Nicaragua * Panama * Verenigde Staten
ZUID-AMERIKA:
Argentinië * Bolivia * Brazilië * Colombia * Ecuador * Peru
AFRIKA:
Botswana * Burkina Faso * Egypte * Ethiopië * Ghana * Kenia * Mali * Marokko * Namibië * Oeganda * Senegal * Tanzania * Tunesië * Zuid-Afrika
MIDDEN-OOSTEN:
Iran * Israël * Jordanië * V.A.E.
AZIE:
Armenië * Cambodja * China * Filipijnen * Georgië * India * Indonesië * Japan * Kirgizië * Laos * Maleisië * Mongolië * Myanmar * Nepal * Oezbekistan * Singapore * Sri Lanka * Thailand * Vietnam
OCEANIE:
Voor meer reisfoto's kijk op www.instagram.com/cheapskatetravel.nl:
© Cheapskatetravel.nl; 2018 (all rights reserved)