30-jarige oorlog

Achtergrondinformatie - Duitsland



De aanloop (1604-1618)


In de 16de eeuw was Noord-Duitsland luthers geworden en begin 17de eeuw kwam het lutheranisme ook in Oostenrijk en in Zuid-Duitsland opzetten. De zeer katholieke aartshertog Ferdinand bestreed deze ontwikkeling in Oostenrijk.

 

Zijn oudste broer, de humanistische Roomse keizer Rudolf II te Praag, bleef vanuit het Habsburgse Noord-Hongarije het islamitische Ottomaanse Rijk bestrijden en vocht niet tegen andere christenen. 

 

In de jaren erna werd in Hongarije vrede gesloten en er werd ook met de Ottomanen een verdrag gesloten. De godsdienstige spanningen namen toe toen Matthias Rudolf ook in Bohemen en in Silezië afzette (1611) en hij na diens dood verkozen werd tot nieuwe keizer van het Heilige Roomse Rijk (juni 1612).

 

De calvinistische Palts sloot er met de lutheranen in Noord-Duitsland een Protestantse Unie (mei 1608). Als reactie verenigde Beieren de katholieke vorsten van vooral Zuid-Duitsland in een Katholieke Liga (juli 1609). Ondertussen bestreed aartshertog Ferdinand de lutheranen in Oostenrijk te vuur en te zwaard.

 

Toen hij acht jaar later ook de hussieten in Bohemen wilde her-Katholiseren (1617), terwijl die juist meer godsdienstvrijheid hadden verkregen, barstte de Dertigjarige Oorlog uit (mei 1618). 


Fase I (1618-1622): Boheemse/ Paltse fase


De eerste fase van de dertigjarige oorlog (1618-1622) had z’n aanvang in het Tsjechische Bohemen waar de protestante Hussieten de Keizerlijke Katholieken in verschillende slagen in Bohemen versloegen, een nieuwe calvinistische koning kozen en Wenen aanvielen (1619). Tegelijkertijd de calvinistische vorst van Transsylvanie (huidig Roemenië) Habsburgs Slowakije binnen en nam Bratislava in bezit.

 

De Katholieken smeden een verbond (Duits Beieren, Luthers Saksen en het machtige Polen-Litouwen) en de Hussieten werden verslagen. “Ferdinand II” kreeg zo z’n Oostenrijks-Boheemse thuislanden terug.

 

Tussen de Nederlandse Republiek en Habsburgs Spanje verliep het twaalfjarige vredesbestand n 1621 en omdat de Republiek huursoldaten naar Bohemen had gestuurd en financiële hulp had geboden aan de calvinistische strijd opende Spanje direct de aanval.

 

Spanje liep in september 1620 vanuit de Zuidelijke Nederlanden de Palts (midden Duitsland) van Frederik V onder de voet, nog voor Ferdinand II met hem afrekende in Bohemen (november 1620). De enige calvinistische staat van Duitsland werd opgedoekt. Na hun overwinningen in Bohemen snelde nu ook  Tilly en de keizerlijke toe. De legers van lutheranen en calvinisten werden door de katholieken verslagen en de Palts werd door Ferdinand II aan Beieren overgemaakt. 


>> Lees hier de gehele Duitse GESCHIEDENIS


Fase II (1622-1630): de Noord-Duitse/Deense fase


Spanje en de keizerlijke konden hen zelfs achtervolgen tot in Noord-Duitsland, want zij kregen geen steun van de andere lutheranen, hun staatjes waren immers klein. En van de twee grotere lutherse staten was Brandenburg neutraal en Saksen zelfs keizergezind.

 

Toen luthers Denemarken de Noord-Duitse lutheranen te hulp snelde, versloeg Tilly het bij Lutter (augustus 1626), ten zuidwesten van Hannover en Brunswijk. In de zomer van 1627 keerden Wallenstein naar Noord-Duitsland terug (hij had orde in zaken gesteld in Slowakije) terwijl de Denen er afdropen. Wallenstein bezette nu niet alleen Noord-Duitsland maar ook een groot deel van Denemarken.

 

De Denen vielen terug op de Deense eilanden met hun hoofdstad Kopenhagen. Bij gebrek aan een vloot kon Wallenstein hen daar niet bereiken. Wallenstein palmde vervolgens onder andere Pommeren in maar liep vast voor de Pommerse Oostzeehaven Stralsund (mei-augustus 1628). Want daar legerden de Denen en de Zweden garnizoenen die ze vanuit zee bevoorraadden. Toch kregen de Denen zowel Holstein, Sleeswijk als Jutland terug toen ze met Wallenstein de Vrede van Lübeck (mei 1629) sloten.

 

Alleen moesten ze zich voortaan van tussenkomsten in het Duitse Rijk onthouden. Keizer Ferdinand II verplichtte de lutheranen in Noord-Duitsland inmiddels met zijn Restitutie-edict om de in de 16de eeuw genaaste bezittingen aan de katholieke Kerk terug te geven (maart 1629). De verwoestingen in Noord-Duitsland waren groot. Vooral Wallenstein deed zijn troepen leven van het land.

 

Heel Noord-Duitsland zou her-katholiseren. Deze veroveringen versterkten de omsingeling van Frankrijk door de Spaanse en Oostenrijkse Habsburgers, die al sinds 1500 Frankrijk in bedwang gehouden en de Nederlanden beschermd. 



Fase III (1630-1635); de Zweedse fase


De opmars van keizer Ferdinand II in het lutherse noorden van het Duitse Rijk bedreigde de eveneens lutherse staten Denemarken en Zweden. Bovendien vond zelfs de door Beieren geleide Zuid-Duitse, Katholieke Liga dat de keizer, die absolutistisch heerste in zijn Oostenrijks-Boheemse thuisland, te sterk werd. De Katholieke Liga liet de keizer daarom Wallenstein ontslaan en de getalsterkte van zijn leger verminderen.

 

En juist op dat cruciale moment mengde Zweden zich in oorlog, met stevige financiële steun van Frankrijk, dat toen onder politieke leiding van Kardinaal de Richelieu stond. Frankrijk had al in januari 1630 een geheim verbond gesloten met de Nederlandse Republiek en Zweden.

 

Zweden landde op  de Duitse Oostzeekust, versloeg de keizerlijke troepen en kreeg vervolgens Pommeren in september 1630 volledig onder controle. Zweden nam vervolgens Brandenburgs Frankfort aan de Oder en Landsberg aan de Warthe in (april 1631) en dwong zo Brandenburg in het lutherse kamp. De stad Maagdenburg verbond zich ook met Zweden, waarop Tilly de stad belegerde (juli 1630-september 1631) en veroverde.

 

Zijn leger slachtte na de verovering 25.000 van de 30.000 inwoners af en verwoestte de stad. Heel Saksen liet hierop de keizer in de steek en voegde zich eveneens bij het lutherse kamp.

 

Zweden rukt op

Zweden had daarmee de twee grootste Noord-Duitse lutherse staten aan zijn kant gekregen. Tilly bleek te Werben aan de Elbe in juli 1631 nog steeds een geduchte tegenstander, maar Gustaaf II Adolf en de verenigde lutheranen brachten hem een verpletterende nederlaag toe te Breitenfeld bij Leipzig. De krijgskansen waren toen volledig gekeerd. Zweden en de lutheranen konden Tilly dwars door Duitsland achtervolgen tot in Zuid-Beieren, waar Gustaaf II hem overwon bij Rain aan de Lech. Tilly raakte daarbij zwaargewond; hij stierf aan zijn verwondingen in april 1632.

 

Zweden werd een belangrijke militaire mogendheid, mede dankzij zijn lichtere en gemakkelijk vervoerbare geschut en de Zweden hadden geen huurleger – ook vochten zij voor hun geloof. In het Duitse Rijk kon de in allerijl teruggeroepen Wallenstein de Zweden terugslaan bij het Noord-Beierse Neurenberg; in Leipzig sneuvelde de Zweedse koning in een veldslag wat een behoorlijke domper voor het land was. Beide partijen waren na vele slagen moegestreden en sloten de Vrede van Praag (juni 1635). Alles in het Duitse Rijk bleef bij het oude, maar Brandenburg verwierf Pommeren, en Saksen en Beieren breidde wat uit.

 

Zweden hield zo het lutheranisme in Noord-Duitsland en in Noord-Europa overeind. De verzwakte keizer en het aftakelende Spanje konden het sterker wordende Frankrijk nog maar amper aan. 


Fase III (1635-1643): de Franse en Spaanse fase


Frankrijk was natuurlijk katholiek, maar haar regeringsleider Richelieu had al geruime tijd de Zweedse lutheranen financieel gesteund, want hij had er veel voor over om het oude probleem van de Habsburgse omsingeling uit de wereld te helpen. Richelieu, verklaarde de oorlog aan Spanje en begon met een aanval op de Zuidelijke Nederlanden terwijl de Republiek het noorden aanviel.

 

Beide zouden een deel ervan in bezit nemen. De Spaanse troepen vielen op hun beurt Frankrijk binnen, verwoestten de Champagne, Bourgondië en Picardië en wonnen te Corbie  in Noord-Frankrijk. De Fransen herpakten zich  en dwongen de Spanjaarden om Noord-Frankrijk te ontruimen.

 

Het mislukken van de Franse aanval in de Zuidelijke Nederlanden maakte duidelijk dat het Franse leger niet in topconditie was. De oorlog tussen de beide landen breidde zich ook uit in Noord-Italië.

 

De keizer dacht onder die omstandigheden ook in Duitsland het initiatief te kunnen hernemen. Een keizerlijke achtervolging in het noorden van het Duitse Rijk werd door Zweden echter afgeslagen in Noord-Brandenburg in 1636. Toch begonnen de Habsburgers, vooral in Duitsland, tekenen te geven dat ze zouden bezwijken. Saksen, nu bondgenoot van Frankrijk, overwon Beieren en de keizerlijke te Rheinfelden bij Bazel, beneden aan de Midden-Rijn.

 

Spanje takelt af

Daarop kon Frankrijk na een beleg hoger op de Rijn als invalsbrug naar Duitsland op de keizerlijke veroveren. Frankrijk viel Spanje aan in de Golf van Biskaje en Franse galeien versloegen ook Spaanse galeien bij Genua. Maar toen Frankrijk ook Spanje zelf binnenviel, werd het teruggeslagen. Zweden overwon de keizerlijke en het opnieuw van kamp veranderde Saksen in Chemnitz en bezette daarop Silezië, Moravië en Bohemen.

 

Hoe onvoorbereid Frankrijk ook was geweest op deelname aan de oorlog, de keizer geraakte dermate buiten adem en Spanje takelde dermate af (doordat de Republiek ook constant aanvallen deed) dat de Fransen toch aan de winnende hand geraakten.

 

Spanje takelde al af sinds 1600 maar in 1640 werd het breekpunt bereikt. Filips IV van Spanje had een schitterende hofhouding en voerde een supermacht-beleid. Maar zijn Spanje verarmde zienderogen en zijn regeringsleider schoor Castilië met belastingen kaal. Catalonië en Portugal verzetten zich tegen hun bijdrage aan de hoge lasten, maar dit werd genegeerd.

 

Catalonië kwam in opstand  en stelde zich onder de Franse kroon  waarop Fransen en Catalanen Spanje versloegen bij de Catalaanse Montjuic. Portugal met zijn hele koloniaalrijk verklaarde zich na zestig jaar opnieuw onafhankelijk van Spanje en verbond zich met Frankrijk in 1641. Spanje legerde soldaten in de Zuidelijke Nederlanden en in het Duitse Rijk, maar kon de opstanden in eigen land niet de baas en stond op instorten.

 

Zweden overwon de keizerlijke troepen opnieuw te Breitenfeld bij Leipzig en bezette na Silezië en Bohemen nu ook Saksen. Het was een rampzalige nederlaag voor de Habsburgers. Veel keizerlijke liepen over. Frankrijk overwon in onder verrassend Spanjes elite-troepen uit de Zuidelijke Nederlanden en werd voor geruime tijd de grootste landmacht van Europa. Ook werden verschillende zeeslagen tegen de Spanjaarden gewonnen.  


>> Lees hier de GESCHIEDENIS van Spanje



Fase IV (1643:1648): het einde


De Zweden keerden in aller ijl terug na een gewonnen oorlog met Denemarken naar Noord-Duitsland en versloegen de keizerlijken in Brandenburg waarna ze zelfs tot vóór Wenen geraakten in 1645. De keizer behield wel Wenen, maar stond nu strategisch nergens meer.

 

Doch Frankrijk overwon Beieren en de keizerlijke te Nördlingen in Noordwest-Beieren en weldra zou niemand Frankrijk nog kunnen beletten om naar Oostenrijk op te rukken en aansluiting met de Zweden te maken.

 

Spanjes aftakeling, eenmaal ingezet, bleek onstuitbaar. Spanje mislukte in zijn herovering poging van Portugal en boerde wel in de Zuidelijke Nederlanden achteruit, maar veel minder in eigen land, in Italië of in zijn koloniën. Spanje, Beieren en de keizer waren uitgeput, maar Frankrijk en Zweden eveneens.

 

In het Duitse Rijk werd er in 1646 nog maar weinig gevochten en in 1647 lag de oorlog buiten Lerida en Manila op bijna alle fronten stil. Oorlogen sleepten destijds zo lang aan omdat soldaten bijeenhouden zo duur was. Geschut en tros konden immers slechts in de droge seizoenen oprukken. Daarbuiten maakte de neerslag de aarde wegen onbruikbaar. Veel steden waren versterkt, en vormden forten die je stuk per stuk moest veroveren. Geldgebrek, de slechte belastingheffing en legers die leefden van het land herleidden de oorlogen uiteindelijk tot afmattingsoperaties.

 

Vooral wanneer de tegenpartij sneller uitgeput geraakte dan jij was je succes verzekerd. En dat was wat nu in het Duitse Rijk gebeurde. De lang verwachte genadeslag volgde toen de Franse legers zich met de Zweden konden verenigen, en in het West-Beierse “Zusmarshausen” in 1648 verpletterden wat er nog over was van de keizerlijke- en Beierse legers. Diezelfde zomer overwonnen de Fransen het Spaans/Zuid-Nederlandse leger.

 

De Oostenrijkse Habsburgers, de Spaanse Habsburgers en Beieren gaven op. Frankrijk, Zweden en de Republiek waren de overwinnaars. 


>> Lees hier over de GESCHIEDENIS van Frankrijk


De vrede van Westfalen en conclusies


De Vrede van Westfalen (1648) bestond uit meerdere verdragen; een daarvan was dat het Heilige Roomse Rijk uiteen viel in meer dan 360 onafhankelijke staten.

 

Frankrijk vernietigde zo de Habsburgse prang, drong Spanje terug en nam Spaans gebied in de klem, drong de keizer terug (deze kreeg een symbolische functie), deed zijn Heilige Roomse Rijk totaal verbrokkelen, verwierf er een inmengingsrecht in en nam diens gebieden in de klem.

 

Ook Zweden nam grote Duitse stukken land in bezit en inzake de godsdienst keerde men terug naar de status quo van voor de oorlog. De Spaans-Oostenrijkse prang rond Frankrijk spatte uiteen en Frankrijk zou nu bijna veertig jaar lang (1648-85) Europa overheersen. En Frans verving tijdens die onderhandelingen het Latijn als diplomatieke taal. Er zouden nog vele oorlogen in Europa volgen.

 

Andere gevolgen en conclusies waren:

De oorlog veranderde de geopolitieke situatie in Europa voorgoed. Habsburgs Spanje en Habsburgs Oostenrijk hadden in de 16de eeuw en in de eerste helft van de 17de eeuw West-Europa gedomineerd en Frankrijk omsingeld, terwijl Engeland aan de zijlijn stond. Die Habsburgse omsingeling werd doorbroken. Spanje verloor Portugal en ook zijn status als dominante Europese mogendheid.

 

Het Heilig Roomse Rijk verbrokkelde in 360 stukken, waardoor Oostenrijk en de keizer verzwakt werden. Frankrijk werd de nieuwe dominante Europese mogendheid. Frankrijks streven naar natuurlijke grenzen volgens de Rijn-Alpen-Pyreneeëndoctrine werd grotendeels gerealiseerd, hetgeen een nieuwe bedreiging vormde voor onder andere de Zuidelijke Nederlanden en de Nederlandse Republiek. Engeland, dat aan de Dertigjarige Oorlog amper deelnam, sterkte onderwijl aan door in zijn drie Engelse Burgeroorlogen (1642-1653) Ierland en Schotland steviger onder controle te krijgen. Vanaf de tweede helft van de 17de eeuw zou Frankrijk op het Europese continent domineren en Engeland een grote maritieme mogendheid worden.

 

Tegelijkertijd was de oorlog een diplomatieke mijlpaal. Begonnen als Europa's laatste grote godsdienstoorlog ging de strijd over in de eerste strijd om het machtsevenwicht. In het vervolg gingen de meeste oorlogen voornamelijk om de machtsverhoudingen. Multilaterale onderhandelingen, diplomatieke gebruiken, soevereine staten en het niet-inmengingsbeginsel werden gemeengoed.

 

Militaire-humanitaire mijlpaal

Tenslotte was hij ook een militair-humanitaire mijlpaal. Voor het laatst werd hier met vooral ingehuurde gelegenheidsregimenten gevochten, die voornamelijk door plundering van de plaatselijke bevolking aan de kost kwamen. Er werd een ontwikkeling ingezet naar nationale, staande legers, met een eigen logistieke ondersteuning, meer scholing van officieren, militaire politie en een beschaafder gedrag ten opzichte van de burgerbevolking.

 

Volgens de laagste schattingen kostte deze oorlog 6 van de ongeveer 20 miljoen Duitsers het leven. Andere schattingen gaan tot 12 miljoen slachtoffers. 



zie ook: