Het bloedbad van München (1972)

Achtergrondinformatie - Duitsland



inleiding


Het bloedbad van München speelde zich af tijdens de Olympische Zomerspelen 1972 die in het Duitse München werden gehouden. Elf atleten en officials van de Israëlische ploeg werden in de nacht van 4 op 5 september gegijzeld in hun appartement in het olympisch dorp door leden van de Palestijnse terreurbeweging Zwarte September. Uiteindelijk vonden alle elf de Israëliërs en een Duitse politieman de dood.

 

Tijdens de pogingen de atleten te redden vonden vijf van de acht gijzelnemers eveneens de dood. De drie gijzelnemers die het bloedbad overleefden werden later door Duitsland vrijgelaten, na de kaping van een vliegtuig van Lufthansa. Op het bloedbad volgde een reeks van Israëlische wraakacties, waarbij twee van de drie ontsnapte gijzelnemers gedood werden.

 

Anno 2014 is de achtste en laatste overlevende gijzelnemer Jamal Al-Gashey nog altijd in leven.


Verloop van de gijzeling


De Israëlische atleten waren na een avondje stappen teruggekeerd in hun appartement. Rond half vijf, toen de atleten al lagen te slapen, drongen de acht terroristen van de terreurbeweging Zwarte September het appartement binnen met behulp van gestolen sleutels.

 

Ze droegen zwarte pakken en hadden geweren en granaten bij zich. De Israëlische worstelscheidsrechter Yossef Gutfreund hoorde een vreemd geluid bij de deur van het appartement en toen hij poolshoogte ging nemen zag hij de deur opengaan en de gemaskerde mannen binnendringen. Hij schreeuwde “jongens, wegwezen hier” en gooide zijn volle gewicht van ongeveer 135 kilogram tegen de deur aan om de mannen tegen te houden.

 

Tijdens alle commotie konden trainer Tuvia Sokolovsky en snelwandelaar Shaul Ladany vluchten en konden vier andere atleten, plus de twee teamdoktoren en de chef-de-mission Shmuel Lalkin zich verstoppen. Worstelcoach Moshe Weinberg viel de gijzelnemers aan toen de gijzelaars een voor een bij elkaar werden gezet. Hierdoor kon worstelaar Gad Tsobari ontsnappen.

 

Weinberg wist een van de gijzelnemers bewusteloos te slaan en kon een ander met een fruitmesje in het lichaam steken, alvorens hij werd doodgeschoten. Gewichtheffer Yossef Romano verwondde eveneens een van de gijzelnemers, maar werd op zijn beurt eveneens doodgeschoten. Op dat moment waren er nog negen levende gijzelaars. 

 

Drie van de vijf gijzelnemers, waaronder leider “Afif” werkten op verschillende locaties binnen het olympisch dorp en konden zodoende poolshoogte nemen in het dorp. Een Uruguayaanse atleet (met wie de Israëliërs samen met de delegatie van Hongkong het appartement deelden) verklaarde achteraf dat hij Nazzal minder dan 24 uur voor de bewuste aanval nog in het appartement had gezien, maar omdat Nazzal een werknemer was vond hij het niet vreemd dat de man daar aanwezig was.

 

De delegaties van Uruguay en Hongkong mochten tijdens de gijzeling het appartement verlaten.


>> Het Olympische dorp in München staat er nog steeds en wordt bewoond


Eisen en de reddingspoging


De gijzelnemers eisten de vrijlating en vrije aftocht naar Egypte van 234 Palestijnen en niet-Arabieren uit de Israëlische gevangenis alsmede de vrijlating van Andreas Baader en Ulrike Meinhof (de leiders van de Rote Armee Fraktion) uit de Duitse gevangenis.

 

Nadat de minister-president van Israël, Golda Meïr, had aangegeven niet op de eisen van de gijzelnemers in te zullen gaan restte alleen een gewapend ingrijpen. 

 

In eerste instantie was het de bedoeling qua reddingspoging blok 31 van het olympisch dorp te bestormen. Maar toen duidelijk werd dat de gijzelnemers doorkregen dat er iets stond te gebeuren werden de voorbereidingen afgeblazen. De gijzelnemers gingen vervolgens samen met de gijzelaars naar het militaire vliegveld “Fürstenfeldbruck”. Eerst per bus, daarna per helikopter.

 

Op Fürstenfeldbruck stond een vliegtuig klaar waarmee de gijzelnemers naar Caïro zouden vliegen. Het was echter nooit de bedoeling om de gijzelnemers daadwerkelijk te laten gaan. Na controle van het vliegtuig door de leider van de terroristen werd hem duidelijk dat het een valstrik van de politie was. Er waren geen piloten in het vliegtuig. De leider liep terug naar de helikopters. Hierop werd het vuur geopend door de politie.

 

De interventie liep uit op een drama: de gijzelnemers openden het vuur op de politie en de gegijzelden en wierpen tevens een handgranaat in de helikopter waarin de gegijzelden zich bevonden.

 

Alle gegijzelden kwamen hierbij om het leven. Vijf van de acht terroristen werden ook gedood door politiekogels. 



Oorzaken


De slechte voorbereiding en uitvoering van de interventie was een van de belangrijkste oorzaken dat de reddingspoging totaal mislukte. In wezen bestond het politieteam uit gewone agenten en niet uit een speciale eenheid die hiervoor getraind was.

 

Oorzaak hiervan ligt deels in de tijdgeest: een nieuw soort terreur deed haar intrede, en speciale politie-eenheden voor bestrijding ervan bestonden nog niet.

 

Desalniettemin kan het ronduit slordig worden genoemd dat het politieteam op het vliegveld niet wist dat er acht terroristen waren. In het appartement waren er aanvankelijk vijf geteld. Pas tijdens de busreis naar het vliegveld werd duidelijk dat het er acht waren. Het politieteam op het vliegveld werd daar niet van op de hoogte gesteld.

 

Een andere cruciale factor met betrekking tot het mislukken van deze actie was het ontbreken van getrainde scherpschutters.

 

De politie beschikte niet over scherpschutters en de West-Duitse wet stond in 1972 niet toe dat militairen aan binnenlandse operaties mee zouden doen. De ervaren militaire scherpschutters waren dus afwezig. De vijf aanwezige "scherpschutters" waren gewone politiemensen die voor de operatie geselecteerd waren omdat ze in hun vrije tijd geweer schoten.

 

Ze beschikten niet over de juiste wapens, vizieren en nachtzichtapparatuur en lagen bovendien in elkaars vuurlinie. De terroristen bevonden zich ten tijde van de interventie buiten de helikopters op de landingsbaan op korte afstand van de politie. Het is daarom redelijk om aan te nemen dat bij aanwezigheid van goede scherpschutters een en ander beëindigd had kunnen worden zonder doden aan de kant van de sporters.


>> Lees hier de gehele Duitse GESCHIEDENIS


Impact op de Spelen


Direct na de gijzeling werd het competitieprogramma van de Spelen opgeschort; dit was voor het eerst in de geschiedenis van de moderne Olympische Spelen. Op 6 september werd een herdenkingsceremonie gehouden in het Olympisch stadion, bijgewoond door 3.000 atleten en zo'n 80.000 toeschouwers.

 

Tijdens deze bijeenkomst kreeg een familielid van een van de slachtoffers van het drama een hartaanval en overleed. De Olympische vlag en vlaggen van deelnemende landen werden halfstok gehangen. Tien Arabische landen echter protesteerden hiertegen en hun vlaggen werden bijna meteen weer in top gehesen. IOC-voorzitter Avery Brundage maakte tijdens zijn toespraak weinig toespelingen op het lot van de Israëliërs en leek de gebeurtenissen zelfs te relativeren, wat bij nabestaanden en anderen tot boosheid leidde.

 

Hij besloot de Spelen door te laten gaan, hetgeen hij aankondigde met de woorden "The Games must go on!". Dit tot ontzetting van veel mensen in Israël en daarbuiten.


gijzelingsactie


De drie overlevende terroristen: Mohammed Safady, Jamal al-Gashey en diens oom Adnan werden gevangengenomen en bleven uiteindelijk maar 53 dagen in Duitse hechtenis. Op 29 oktober 1972 werd namelijk een vliegtuig van Lufthansa gekaapt zoals verwacht door de Duitse overheid. Vlucht 615 tussen Damascus en Frankfurt zou in Beirut 13 personen oppikken waarbij gedreigd werd het vliegtuig op te blazen.

 

De kapers eisten de vrijlating van de drie in München gevangen terroristen en de piloten werden eerst gedwongen naar vliegveld München te vliegen en daarna naar Zagreb. Vanwege de mislukking in München een maand eerder en het ontbreken van speciale politie-eenheden gingen de Duitse autoriteiten snel op de eis van de gijzelnemers.

 

De drie leden van de “Zwarte September” groep werden naar Zagreb gevlogen waar het gegijzelde vliegtuig nog steeds rondjes vloog boven het vliegveld. De 18 gijzelnemers werden vrijgelaten en de drie terroristen werden op het vliegtuig gezet naar Tripoli in Libië waar Ghadaffi ze “asiel” had aangeboden. De Duitse minister van buitenlandse zaken “Scheel” had gevraagd om een rechtzaak maar in het Noord Afrikaanse land werden ze als helden onthaald.

 

De reacties in Duitsland en de wereld waren verschillende; sommige spraken van een geweldloze oplossing, andere hadden het over het gebrek aan “lucht beveiliging” omdat zomaar een bom in het vliegtuig was binnen gesmokkeld. Ook werd gesproken over het feit dat de terreurdreiging door deze “oplossing” een stuk verbeterd was. Israël verafschuwde het optreden van West-Duitsland en veroordeelde het Europese land van het capituleren voor terrorisme en er werd openlijk gesproken over het “expres” laten gaan van de terroristen.

 

Er waren heel weinig mensen aanwezig in een vliegtuig dat wel 140 personen kon hebben, de Duitsers waren wel erg snel met het regelen van de vrijlating van de drie en tenslotte waren er vermeende (handels)contacten tussen West Duitse en Palestijnse organisaties. 

 

De Israëlische minister-president Golda Meïr reageerde hierop door de Mossad opdracht te geven elk lid van Zwarte September te liquideren. Dit staat bekend als de Operatie Toorn van God. Er werd een militaire eenheid genaamd Caesarea, onder leiding van Mossad-officier Michael 'Mike' Harari, belast met de uitvoering van de liquidaties



"de toorn van god"


Als onderdeel van de wraakactie van de “Mossad” werd in 1973 operatie Springtime of Youth uitgevoerd. O.l.v. de latere premier van Israel “Ehud Barak” zouden Israëlisch soldaten op het strand in Libanon aankomen om daar in gehuurde auto’s te stappen van Mosad agenten. Vervolgens zouden zij naar hun doelen gereden in Beiroet en teruggereden worden.

 

Gedurende de operatie werden o.a. drie van de hoogste PLO leiders verrast in hun huizen en gedood. Verder zouden een aantal Libanese beveiligheidsmensen, omwonenden en twee Israëlische soldaten de dood vinden.

 

In Noorwegen werd in 1977 een kelner van Marokkaanse afkomst doodgeschoten. De Mossad dacht dat hij Ali Hassan Salameh (de leider van Zwarte September) was, maar uiteindelijk bleek het om een andere persoon te gaan. Deze gebeurtenis staat bekend als de Lillehammer-affaire. De echte Ali Hassan Salameh werd uiteindelijk gedood door een autobom in Beiroet op 22 januari 1979. 

 

Bij verdere liquidatieacties werden nog twee van de overlevende terroristen gedood. Er was uiteindelijk nog één terrorist in leven: Jamal al-Gashey die in 1999 een interview gaf voor de documentaire One Day in September over de gijzelingsactie in München. Hij had al verschillende aanslagen op zijn leven overleefd.

 

Toentertijd geloofde “Al-Gashey” nog steeds dat de “Mossad” achter hem aan zat en hij zou nerveus en paranoïde gereageerd hebben tijdens het interview. Desondanks zou hij aan hebben gegeven dat hij nog steeds trots is op wat zij hebben bereikt door de gijzelingsactie in “München” in 1972. Voor de actie wist niemand van onze zaak in Palestina; nadien is alles veranderd en sprak de wereld over ons. Voor zover we weten leeft de laatste gijzelaar nog steeds ondergedoken in (Noord) Afrika. 


"last man standing"


De laatste actie van het team was de liquidatie van Atef Bseiso in Parijs in 1992. Hij was toen hoofd van de Palestijnse veiligheidsdienst. Naast Jamal al-Gashey was er nog een verantwoordelijke terrorist in leven: Abu Daoud, het brein achter de gijzelingsactie in München. Hij was echter niet persoonlijk aanwezig bij de terroristische actie, maar werkte achter de schermen.

 

Er werd door de Mossad een aanslag op hem gepleegd in een café in Warschau in augustus 1981, waarbij hij zwaargewond raakte. Hij genas in Oost-Berlijn van zijn verwondingen en zou daarna naar Damascus zijn gevlucht. Aan een door de Duitse justitie uitgevaardigd uitleveringsbevel heeft Syrië nooit voldaan.

 

Op 3 juli 2010 werd bekend dat hij op 73-jarige leeftijd aan nierfalen is overleden.



zie ook: