Villa de Leyva (Tunja)

HOME / Colombia / Colombia bezienswaardigheden

Tunja is de hoogste provinciale stad van het land en is daarom een stuk koeler, natter en winderiger dan wat je gewend bent in Colombia. Het is gelegen op zo’n 3000 meter hoogte en je voelt hier je eigen ademhaling al was je in La Paz.

Het is een vrij grote hoekige stad met een groot plein, een aantal autoluwe winkelstraten, een paar koloniale kerken en dient vooral als uitgangsbasis naar andere landen van het land en naar het kleine maar prachtige Villa de Leyva wat zo’n 35 kilometer verderop ligt en een wereld van verschil is.

Vergelijkbaar met Barichara maar in een hele andere stijl opgebouwd. Leuk als dagtrip maar je kunt hier ook gemakkelijk verblijven en wat dag hike trips maken in de schitterende omgeving van dit dorpje.

Villa de Leyva:

Gesticht in 1572 door de Spanjaarden en eigenlijk bedoeld als relaxplek voor de nobele en de top van de militairen. Daarna is het eigenlijk altijd een aantrekkingspunt geweest veroorzaakt door de perfecte ligging en klimaat.

Omringd door groene heuvels met een gigantisch plein, wat wellicht wel de grootste is ooit gebouwd in de Amerika’s en gebouwd in een stijl van witte geplaveide huizen, houten balkonnetjes soms propvol met gekleurde bloemen, oranje dakpannen en straten met keitjes.

Veel schijnt er niet veranderd te zijn in de honderden jaren, alleen zijn de huizen veranderd in restaurants, hotels, winkels en galerieën. Je kunt een paar prachtige hikes maken in de omringende heuvels en het is zeer goed bereikbaar vanuit Tunja. 

Daarnaast kun je een aantal traditionele huizen (casa’s) bezoeken, een museum en er zijn een aantal kerken die je kunt bezichtigen. Dit stadje is zeker de moeite waard van het bezoeken maar ga niet in het weekend als het word overbevolkt door toeristen uit Bogota en Medellín.

Tunja – Villa de Leyva: er vertrekken minibussen zo’n elk half uur tussen deze twee steden; de rit duurt zo’n drie kwartier en kost 6000 COL.

Tunja – Bogota: ik heb 15.000 COL betaald voor een rit met de maatschappij Libertadores naar Bogota. De rit duurt zo’n 3 uur.

Als je echt trek hebt in een pizza ga je Pizza Nuestro in Tunja – hij is niet goedkoop maar het is de moeite waard.

Tip van de dag;

Ga met z’n tweeën – bestel een kleine pizza in twee smaken (volgens mij is dat wat hij mij probeerde te vertellen) en je hebt een prima goedkope lunch op een zeer centrale plek in Tunja.

• Naam : Hotel American (Tunja)

Adres : Calle 11, no 18-70

Prijs : 15.000 (excl. Wc en douche)

Tel.nr. : 7422471

Inhoud:

Dit hotel ligt midden in het centrum en je loopt het zo voorbij. Op de eerste verdieping zie je een Amerikaanse vlag, waardoor ik het herkende. Boven aan de trap gaat een wereld voor je open; een zeer grote en ruime lobby omringd door kamers van verschillende orden.

Afdingen zat er voor mij niet meer in, maar ik denk ook wel dat dit de ondergrens is hier. Het pand is oud, de vloeren zijn van hout en dus gehorig, net als mijn kamer die aan de drukke winkelstraat lag (en maar een enkel raam bevatte). Het personeel is vriendelijk en behulpzaam. De wc en douche zijn wel een stukje lopen en het water is echt ijskoud.

Ook toen ik las over weer een ander koloniaal stadje in het oosten van het land, dacht ik ten eerste aan om er in ieder geval eentje te skippen – zeker omdat je ook al in Cartagena en in Popayan hier aan blootgesteld word en ik Barichara ook al had gezien.

Maar wat schetste mijn verbazing – een andere stijl lijkt het wel – Barichara ligt niet ver van hier en ik had een kopie verwacht, maar niets was minder waar. Ja, het heeft ook wit geplaveide huizen, kei straatjes, oranje dakpannen en ligt in een vallei omringd door bergen en bos maar misschien ligt het aan mij – ik vond het een genot om ook hier weer rond te lopen.

Maak het niet te gek en maak er een halve dagtrip van om daarna weer terug te keren naar rommelig en ietwat smoezelig Tunia om een koffie te drinken in een eetcafé.